Tag Archives: kabeljauw

Brandade met confituur van zwarte olijven

8873

Alexandre Balthasar Laurent Grimod de La Reynière (zie artikel) was misschien niet de ontdekker van brandade de morue, maar hij was wel de eerste die er zeer lovend over schreef. Hij zou het voor het eerst gegeten hebben in Nîmes. Brandade de Nîmes of brandade de morue wordt gemaakt van gezouten kabeljauw, olijfolie en melk. In de oorspronkelijk versie zaten geen aardappelen. Alles wordt gemengd en geschud (brandir of brandar in het provencaals) tot je een witte, smeuïge pâte krijgt.

Het is moeilijk te zeggen of het gerecht oorspronkelijk uit Nîmes komt want al veel vroeger is in Venetië baccalà mantecato de gastronomische specialiteit, die ongeveer identiek is aan brandade. Een koopman uit Venetië, Piero Querini was er met zijn schip op uitgestuurd om nieuwe steden te vinden waarmee Venetië handel kon drijven maar zijn schip zonk echter bijna met man en muis ter hoogte van het eiland Røst in Noorwegen. Daar zag hij hoe de bewoners vis droogden onder de Arctische zon en hij bracht deze vis – de stokvis – mee naar Venetië, maar niemand was toen geïnteresseerd. Het is pas in 1563 toen het Concilie van Trente een 200 dagen durende onthouding van vlees voorschreef, dat de vis het pleit won. De noordelijke kabeljauw, baccalà of bacalhau resoneerde met het Portugese woord bacalao, en komt van het latijnse baculus, dat stok betekent. Zo komen we bij stokvis (of stoccafisso in het Italiaans en morue in het Frans), de gedroogde en gezouten versie van kabeljauw.

Wat heb je nodig? Voor 4 personen

  • 500 gram kabeljauw
  • 300 gram aardappelen
  • 3 teentjes look
  • 1 bouquet garni
  • Platte peterselie
  • Olijfolie

Confituur van zwarte olijven

Wat heb je nodig?

  • 100 gram ontpitte zwarte olijven
  • Een stukje verse gember (ongeveer 10 gram)
  • 3 teentjes look
  • 50 gram suiker
  • Peper en zout

8868

Hoe maak je het?

Een echte brandade wordt dus met de gedroogde en gezouten versie gemaakt, maar als je die niet kan vinden, maak dit recept dan gewoon met verse kabeljauw. In de oorspronkelijke versie zaten ook geen aardappelen, maar Nullam gaat voor een tweede keer zondigen en dus toch aardappelen gebruiken. Maak U trouwens geen illusies, de meeste brandades die je op restaurant voorgeschoteld krijgt zijn ook met aardappelen en verse vis gemaakt.

In de moderne versie koken we de aardappelen en pocheren de vis met een bouquet garni. We kruiden met peper en zout en we voegen er wat olijfolie al filo bij. Je kunt er ook nog wat room of volle melk bijdoen tot je het gewenste rijke textuur hebt verkregen. Voor mij mag het vel van de vis erbij omdat dit bijdraagt tot de smaak en de gelatineuze textuur.

De techniek is de vis in kleinere stukjes te ‘breken’ in een pan op een laag vuur, en ook de aardappelen te pletten en beide te mengen door de pan te schudden. Voeg de olie er bij in een fijn straaltje en als je melk of room gebruikt, zorg dat deze lauw tot warm is. Je zou een smeuïge witte massa moeten hebben. Vermijd een te hoog vuur om schiften te vermijden.

Dit is het recept voor de basis brandade. Je kan nu er naar believen ingrediënten aan toe voegen. Wij houden het bij de basisversie omdat we onze brandade gaan serveren met fijn gesnipperde platte peterselie en een pittige confituur van zwarte olijven en gember.

De confituur van zwarte olijven en gember

8859

De confituur van zwarte olijven en gember kan je makkelijk op voorhand maken en een paar weken in de koelkast bewaren.Zet een pan op het vuur met daarin 1 liter water. Schil de gember en snij in kleine stukjes. Voeg de gember toe aan de pan. Het water tot het kookpunt laten komen en er de suiker bij doen. Tot ongeveer de helft laten inkoken. Neem een kom en doe er de gepelde teentjes look in en de ontpitte zwarte olijven. Haal de gember uit het water en giet dit over de olijven en look. Kruid met peper en zout. Ga er met de blender of mixer door tot je de consistentie van confituur hebt. Laat afkoelen.

NM.

Kabeljauwhaasje demi-sel

9165

Voor het recept van vandaag kozen we voor vis, vooral omdat kabeljauw in het najaar volop in seizoen is. Kabeljauw is zowat het varken onder de vissen, omdat je er zoveel kan mee aanvangen. Er zijn zovele bereidingswijzen. In Portugal mag een meisje pas trouwen als ze elke dag een ander recept voor kabeljauw kan klaarmaken. En het is en blijft een gezonde vis en een ideale manier om kinderen vis te leren eten. Maar er wordt veel meer op gevist dan vroeger, dus de kans dat je een stuk kabeljauw op je bord krijgt dat in de Noordzee voor onze kust is gevangen, is heel klein.

Gebruik voor dit recept de dikkere stukken zoals het haasje van de kabeljauw. We gaan de kabeljauw eerst laten rusten onder een berg zeezout. Dan bakken in de oven met een lichte glazuur er op en een snuifje cayennepeper of Piment d’Espelette, voor de lichte tinteling. We werken af met de rest van de glazuur van sojasaus en honing en geven er krokante hasselbacken aardappelen bij en één van mijn favorieten, boterraapjes die braiseren in bouillon en witte misoboter. We serveren dit met een slaatje van jonge scheuten en frisse kruiden.

Wat heb je nodig?

  • 4 dikke stukken kabeljauw (liefst haasje)
  • 300 gram grof zeezout
  • Een snuifje cayennepeper
  • 2 lente-uitjes
  • 150 gram jonge scheuten spinazie
  • Verse basilicum (20 blaadjes)
  • Verse munt (30 blaadjes)
  • Platte peterselie
  • Verse korianderblaadjes

Voor de saus

  • 2 EL vers geperst citroensap
  • 4 EL olijfolie
  • 1 EL sojasaus
  • Peper en zout

Voor de glaçage

  • 150 gram honing
  • 1 EL kalfsfond
  • 1 EL sojasaus

Voor de misoboter raapjes

  • 6 raapjes
  • Witte miso
  • Groentenbouillon

Hoe maak je het?

Leg de stukken kabeljauw in een glazen of keramieken schaal en bedek met het grof zeezout. Laat een halfuur rusten in de koelkast.

Ondertussen maken we de saus. Meng het vers geperste citroensap, de olijfolie en de sojasaus met 4 EL water. Kruiden met peper. Geen zout vanwege de sojasaus.

Het is winter en toch wil ik dit serveren met een jonge, frisse sla, daarom koos ik voor jonge scheuten spinazie, gemengd met frisse kruiden. Doe al de blaadjes en de fijn gesnipperde lente-uitjes in een grote kom. Net voor het dresseren mag je er de helft van de saus op doen, even goed mengen en op de borden dresseren.

Spoel de kabeljauwhaasjes af onder koud stromend water en dep ze droog met keukenpapier. Kruiden met een snuifje cayennepeper (of Piment d’Espelette). Bak de haasjes in de oven (ongeveer 12 minuten of in de stomer (8 à 10 minuten), afhankelijk natuurlijk van de dikte.

Ondertussen maken we de glaçage. Breng de sojasaus, de honing, de kalfsfond en 10 cl water aan de kook. Laat goed inkoken tot je een dikke siroop krijgt. Indien je de kabeljauw in de oven kookt, mag je er halverwege wat van de siroop over borstelen.

Dresseer de borden met de jonge scheuten. Lepel er nog wat van de dressing op en rond. Haal de vis uit de oven of de steamer en leg op de scheuten. Borstel er de rest van de glaçage over. Werk af met wat kruiden.

Ik heb deze vis geserveerd met krokante hasselbacken (zie recept) en in misoboter gebraiseerde boterraapjes.

9139

In misoboter gebraiseerde boterraapjes

Het traag braiseren van de raapjes geeft ze een zoetere smaak en een fluwelen textuur. Je mag er het groen bijdoen want dat geeft ze een peperige toets. We gebruiken de witte shiro-miso omdat het de minst gefermenteerde en minst zoute van de drie miso’s is en de meest subtiele smaak heeft.

Wat heb je nodig?

  • 6 kleine boterraapjes
  • 2 EL boter
  • Zout
  • 250 ml groentebouillon
  • 1 EL suiker
  • 4 EL witte miso

Hoe maak je het?

Schil de raapjes en snij ze kwartjes. Smelt een eetlepel boter in een pan over een middelmatige vuurtje. Voeg er de raapjes bij en kruid met peper en zout. Schud af en toe eens aan de pan. De raapjes zijn klaar als ze licht beginnen te bruinen en bijna zacht zijn (ongeveer 7 tot 9 minuten).

Bestrooi de raapjes met de suiker en giet de bouillon in de pan en verlaag het vuur tot een zeer lichte sudder. Laat ze verder garen tot het vocht bijna allemaal verdampt is. Indien de raapjes nog niet volledig gaar zijn, doe er nog wat vocht bij.

Meng ondertussen de overblijvende lepel boter met de miso.

Wanneer de raapjes bijna gaar zijn mag het groen er bij (ongeveer 1 tot 2 minuten).  Haal de pan van het vuur en doe er de misoboter bij. Schud eens goed op zodat de boter over de raapjes verdeeld is. Kruiden met een draai van de pepermolen.

NM.

Skrei in een krokant korstje van amandelen

Het is wel 1 april vandaag maar bij Nullam geen aprilvis maar skrei op het menu. Skrei is de naam voor kabeljauw uit het Noorse Lofoten, een eilandengroep voor de kust van Noorwegen, maar echt in het verre Noorden.  Alle dorpen hebben er namen met bijna enkel deze ø of å of æ in hun naam.

Wat is Skrei?

Skrei, afkomstig van het Noorse woord “skreid” of zwerver is een kabeljauw, die zoals het woord zegt lange tochten naar de Barentsz zee aflegt. Hij is dan ook maar een paar maanden per jaar te vinden (meestal tussen januari en maart). Skrei wordt ook winterkabeljauw genoemd, een echt seizoensproduct dus. Delhaize promootte skrei rond Valentijn als de “lovefish”.

De Noren gebruiken skrei om tot stokvis ter verwerken door deze in koude lucht te drogen, of tot klipvis of bacalao. En deze vis gebruiken wij om brandade de morue klaar te maken (zie hier voor het recept).

Skrei wordt gekenmerkt door zijn spierwitte kleur en zijn stevig vlees. We bereiden de filet van skrei door deze een krokant jasje van gemalen amandelen te geven, dat goed past bij de delicate smaak van de skrei. Kan je geen skrei vinden, neem dan kabeljauw, heilbot of een andere stevige witte vis.

Wat heb je nodig? voor 4 personen

  • 4 filets skrei
  • bloem
  • peper en zout
  • 2 eieren
  • 150 – 200 gram amandelpoeder
  • 2 EL zeste van citroen

Hoe maak je het?

Neem drie (3) platte schalen. In de eerste doe je de bloem en zout en peper. In de twee schaal de licht opgeklopte eieren en in de derde schaal doen we het amandelpoeder en de zeste van citroen en nog een snuifje zout.

Kruid de filets een beide zijden met peper en zout en haal ze door elk van de schalen. Bij de laatste mag je goed aanduwen zodat het notenmengsel goed blijft vasthouden aan de vis.

Verwarm twee EL olijfolie op een middelmatig vuur in een grote braadpan en bak de vis tot hij aan beide kanten mooi bruin is en gaar. Afhankelijk van onder andere de dikte van de vis en het vuur duurt dit tussen de 3 à 4 minuten.

Zoals je op de foto’s kan zien heb ik deze vis geserveerd met een smeuïge puree en gebakken witloof, waaraan ik aan het einde wat suiker heb toegevoegd om het te laten karamelliseren. Zo krijg je de smaak van amandelnoten van de vis, het tegelijk wat bittere en zoete van het witloof en de boter van de puree. Ook kwa texturen zitten we goed, want we hebben krokant en smeuïg.

Je kan ook het witlof weglaten en deze vervangen door wat blaadjes jonge sla en een snelle vinaigrette van olijfolie, citroensap, een sjalotje, fijn gesnipperde dragon, gekruid met peper en zout. Daardoor krijg je een friszure component.

NM.

Julekake

9670

Elk jaar proberen we rond de kerstperiode eens in andere landen te kijken wat daar de gewoontes zijn tijdens de feestdagen. En vooral wat er op tafel komt. Dit jaar kozen we voor Noorwegen.

God Jul’ is zalig kerstfeest in het Noors. De kersttradities zijn gebaseerd op christelijke tradities, met wat Hannukah en heidense elementen.  Vanaf de advent zijn er de traditionele julebord feesten in restaurants of in de familiale sfeer.

Kleine kerstdag wordt er gevierd op 23 december en er wordt dan risengrynsgrøt opgediend, een soort warme rijstpudding met suiker, kaneel en boter. In de rijstpudding zit een amandel verstopt en als die op jouw bord tevoorschijn komt win je een varken ….. in marsepein. Noorwegen is trouwens het land dat astronomische grote hoeveelheden marsepein eet.

Kerstavond wordt vooral thuis gevierd en op het menu staan kabeljauw (lutefisk), varkensribben (ribbe) of lamsribben (pinnekjøtt) met surkal, witte of rode kool die gekookt wordt met azijn en karwijzaad en aardappelen. Het woord surkal lijkt trouwens sterk op zuurkool.

Maar de voornaamste zoetigheid naast marsepein is de Noorse julekake, een typisch zoet brood met rozijnen, kardemom en gekonfijte citroenschil.  Deze julekake leek me interessant om eens te maken, dus wij aan de slag. Ter informatie, ik had er twee gemaakt en die waren heel snel op. Ze vielen dus heel goed in de smaak.

Wat heb je nodig?

  • ½ liter melk
  • 120 gram boter
  • 125 ml water
  • 700 gram bloem
  • 4 theelepels droge gist
  • 100 gram suiker
  • 1 theelepel zout
  • 1 theelepel vanille extract (zie recept)
  • ½ theelepel kaneelpoeder
  • ½ theelepel kardemom
  • Rozijnen

Hoe maak je het ?

Smelt de boter met de melk en water in een sauspan.

Doe de droge ingrediënten in een kom: de bloem, de gist, suiker, zout en de specerijen (kardemom en kaneelpoeder). Voeg er het vanilla extract bij.

Wanneer het boter-melkmengsel een temperatuur van ongeveer 40 graden bereikt heeft, giet je dit over de droge ingrediënten. Voeg er ook de rozijnen bij en meng goed tot je een stevige deeg hebt.

Leg het deeg op een met bloem bestrooid linnen doek en dek het af met een vochtige linnen doek. Laat het deeg 50 tot 60 minuten rijzen bij een temperatuur tussen de 28 en 31 °C.

Verdeel het deeg in twee stukken en rol het in twee ronde vormen, net zoals een klein broodje. Leg de vormen op een bakplaat en bestrijk ze met melk. Of leg ze in een bakvorm. Laat nog eens 45 minuten rijzen en zet ze dan gedurende 30 tot 40 minuten in een op 190 graden voorverwarmde oven. Of tot de julekake’s mooi goudbruin zijn.

Laat afkoelen op een rooster.

NM.