Tag Archives: gember

Oosterse kip à l’orange

8480

Vandaag presenteren we jullie dit sensationeel kipgerecht met de smaak van citrus en enkele oosterse ingrediënten. Vele keukens hebben citrus gerechten, zoals bijvoorbeeld Pollo ala Naranja uit Valencia, een regio bekend vanwege de appelsienen. De stukken kip wordt eerste mooi bruin gebakken en worden er die heerlijk intense citrussmaak aan toegevoegd. Uit de Franse keuken kennen we natuurlijk de canard à l’orange. Maar aan het gerecht dat we jullie vandaag voorschotelen hebben we oosterse ingrediënten en smaken toegevoegd: steranijs, gember, sojasaus en mirin.  De saus die je daardoor krijgt is een fenomenale smaakbom. Het houdt zowat het midden tussen kip à l’orange uit de Chinese provincie Hunan en de Amerikaanse tegenhanger, volgens General Tso. We gebruiken echter geen schil van de sinaasappel maar vers geperst appelsiensap. Je serveert dit gerecht bij voorkeur met stomende witte rijst en gesauteerde bok choy.

Geen mirin in huis?

Heb je geen Japanse mirin? Geen probleem, je kan zelf een combinatie maken van zoet en zuur, door ongeveer 1 tot 2 EL suiker te mengen met 125 ml vermouth (Noilly Prat), droge sherry of zelfs witte wijn. Dat geeft je ongeveer een ½ cup.

8482

Wat heb je nodig?

  • 8 stukken kip (1 volledige kip)
  • zonnebloemolie
  • 2 rode uien
  • Een stukje geraspte verse gember (ongeveer 3 cm)
  • 2 teentjes knoflook, geperst
  • 4 stukjes steranijs
  • snufje chilivlokken
  • 1 oranje paprika, zaad verwijderd en in plakjes gesneden
  • hele bol knoflook
  • 30 ml lichte sojasaus
  • 30 ml mirin
  • 25 gram bruine suiker
  • 50 ml vers geperst sinaasappelsap
  • 125 ml kippenbouillon
  • 2 sinaasappels, geschild en in schijfjes gesneden
  • maïzena

Hoe maak je het?

Verhit een beetje olie in een zware pan en bak de stukken kip aan alle kanten mooi goudbruin. Bak de kip desnoods in twee keer. Eens de stukken kip bruin, haal je ze uit de pan en doe ze in een ovenschotel. Giet het vet uit de pan.

Vervolgens fruiten we één van de gesnipperde uien gedurende ongeveer een minuut en dan voegen we de gember en look erbij. Roer af en toe eens om, gedurende een minuut. Nu mag de steranijs en de rode chili erbij en laten we nog een goed minuut verder roerbakken. Haal van het vuur en schep dit over de stukken kip.

Snij de resterende ui fijn en de oranje paprika in grove stukken en doe ook deze in de braadslee of ovenschotel. Neem een bol look en snij die middendoor. Ook deze stukken mogen erbij.

Meng de sojasaus, mirin, bruine suiker, sinaasappelsap en de kippebouillon goed dooreen en giet er de helft van in de braadslee. Dek af met een deksel of met aluminiumpapier en zet dit in een op 180 graden voorverwarmde oven, dit gedurende ongeveer 20 tot 30 minuten.

Haal de ovenschotel even uit de oven. Overgiet de stukken kip met de saus uit de ovenschotel. Leg nu ook de schijfjes appelsien op de stukken kip en zet onafgedekt in de oven. Ongeveer 30 tot 40 minuten of tot de kip gaar is.

Zet een sauspan op het vuur, doe wat maïzena bij de overgebleven saus en giet de saus uit de ovenschotel hierbij. Laat deze saus reduceren tot de gewenste dikte. Controleer de smaak en kruid bij indien nodig.

Schik de stukken kip in een serveerschotel of op individuele borden. Werk af met de saus.

NM.

Varkenshaasje gemarineerd in gemberlooksaus

4470

Gember en look gecombineerd zijn smaakmakers die veel in de Thaïse en Indische keuken gebruikt worden. Ze zijn de basis voor veel marinades waarin je vlees en of groenten kort of lang marineert en dan snel aanbakt. Het resultaat is een delicieuse smaakbom. Het belangrijkste is ze beide te gebruiken in gelijke hoeveelheden, zodat het een de ander niet overtroeft. Ideaal is de gember te raspen zodat de sappen vrijkomen en de look fijn te snipperen en er dan (bijvoorbeeld in een vijzel) een soort pasta van te maken. Dat is de basis, en eens je deze onder de knie hebt kan je heel gemakkelijk ingrediënten toevoegen volgens je eigen smaak, zoals bijvoorbeeld chilipepers, zout of limoensap. We voegen er een beetje azijn aan toe, die zowat de rol vervult van bindmiddel (vocht) en bewaarmiddel. Ik maak altijd een grote hoeveelheid van dit mengsel en bewaar dit in een container in de koelkast, zodat ik deze smaakbom altijd klaar voor gebruik heb.

Met dit gerecht kan je terug alle kanten uit want je kan het vlees al een dag op voorhand marineren en zowel op de barbecue als in een grillpan klaarmaken, of zelfs in de wok. Ik koos voor een varkenshaasje omdat dit het mooiste stukje van het varken is, een lange vezelspier met weinig bindweefsel en weinig vet.

Je kan een varkenshaasje zowel puur als gemarineerd klaarmaken. Een varkenshaasje is volledig ontvliesd zodat het zeer vlot en snel smaken van een marinade opneemt. De enige voorwaarde is de braadtijd kort te houden: zeer snel en op hoge temperatuur dichtschroeien want het vlees moet sappig blijven binnenin.
3720

Wat heb je nodig? voor 6 personen

  • 2 varkenshaasjes (elk tussen de 400 en 600 gram)
  • 1 bos lente-uitjes, diagonaal gesneden

Voor de marinade

  • Plantaardige olie
  • 4 teentjes look, fijn gehakt
  • 2 EL geraspte gember
  • 2 EL sojasaus
  • 2 1/2 EL vissaus (nam pla)
  • 2 EL azijn
  • 1 1/2 EL suiker
  • peper

Hoe maak je het?

We maken eerst de marinade. Neem en grote glazen of keramieken kom en doe er de olie, look, geraspte gember, sojasaus, vissaus, azijn en suiker in. Meng goed dooreen en kruid met peper. Haal er 3 EL marinade uit en zet apart. Leg en wentel de varkenshaasjes in de marinade. Dek af met plastiekfolie en zet weg in de koelkast.

Verwarm de grill of een grillpan en kook de stukken varkenshaas op een middelhoog vuur. Draai halverwege om. Normaal heb je voor een varkenshaasje in totaal ongeveer 25 minuten nodig, maar dat is afhankelijk van je grill. Haal van de grill en laat de varkenshaasjes ongeveer 5 minuten rusten.

Snij het vlees in schijfjes, lepel er de resterende marinade over en rond en werk af met de diagonaal gesneden lente-uitjes. Serveer met dampende witte rijst.

NM.

4478

Buta no Kakuni

0757

Buikspek is zo één van die dingen die we beter niet eten, maar die toch zo onweerstaanbaar kunnen zijn. Het was lange tijd verbannen maar de laatste jaren werken ook veel sterrenchefs meer en meer met buikspek. Het blijft natuurlijk één van de lekkerste en smakelijkste stukken van het varken en dat heeft waarschijnlijk te maken met de verdeling van de lagen vet en vlees. Elk op zich zouden ze waarschijnlijk niet zo goed smaken maar de combinatie is zo goed als onweerstaanbaar.

In ons archief kan je verschillende recepten voor buikspek terugvinden, maar vandaag kozen we voor een Japans recept: Buta no Kakuni (豚の角煮), wat letterlijk betekent, varkensvlees in blokjes gesneden en gebraiseerd.  Net zoals gyoza en ramen liggen de roots van dit gerecht in China want het is een variante van Dongpo Pork (东坡肉). In de loop der jaren evolueerde Buta no Kakuni naar zijn huidige vorm en werd het aangepast met lokale smaken en ingrediënten.

Door het buikspek lange tijd te braiseren gaat zowat al het vet smelten en ook het collageen breekt af, zodat het buikspek gewoon in je mond smelt. Deze Buta no Kakuni is heel gemakkelijk klaar te maken, maar het is heel belangrijk dat je goed buikspek zoekt. In Japan hebben ze daar een speciaal woord voor, namelijk san-mai niku (三枚肉)en dat betekent zoveel als “drie lagen vlees”. En dat heeft te maken met een evenwichtige verdeling van vet en vlees, met andere woorden drie lagen vet en drie lagen vlees, zodat het resultaat niet te vet ofwel niet te uitgedroogd is. Vraag dus aan je favoriete beenhouwer om je een mooi stukje buikspek te reserveren.

0756

Wat heb je nodig?

  • 750 gram buikspek
  • 2 EL suiker
  • 2 lente-uitjes, in stukken gesneden
  • 1 stukje gember van ongeveer 3 cm (gepeld en in fijne stukjes gesneden)
  • 2 steranijs
  • 3 EL sojasaus
  • 2 EL sake
  • 500 ml water

Hoe maak je het?

Snij het buikspek in blokjes van ongeveer 2 centimeter. Het vel mag er aan blijven.

Verwarm een sauteerpan met zware bodem. Je hebt geen vetstof nodig. Bak de blokjes buikspek mooi bruin. Hou de pan even scheef zodat het vet naar de kant vloeit en voeg daar de suiker bij. Laat dit even karameliseren. Zet de pan weer plat op het vuur en roer even goed om, zodat het vlees mengt met de suiker.

Voeg er de rest van de ingrediënten bij, verminder het vuur en laat rustig een paar uur sudderen onder deksel. Roer af en toe eens in de pan.

Haal voor het opdienen de stukken buikspek uit de vloeistof en serveer op dampende rijst, eventueel met gestoomde of geroosterde groenten. Lepel er eventueel wat vloeistof over.

NM.

Kokkels op Oosterse wijze

9800

Ik ben een groot liefhebber van schelpdieren en zeker van kokkels. En ik heb het grote geluk een superviswinkel in de buurt te hebben waar ik ze supervers kan krijgen.

De kokkels gaan meestal in pasta of in visschotels maar ze zijn ook lekker zonder iets erbij.

Vandaag komen ze als aperitiefhapje op het menu. Ik vind het leuk om een paar kommetjes op tafel te zetten waar iedereen kan van snoepen. Heel lekker en vooral, je kan ze à la minute klaarmaken. Ideaal voor bijvoorbeeld Valentijn, want je hoeft dus niet lang in de keuken te staan. En hiermee scoor je. Hou je niet van kokkels, ga dan voor de iets duurdere venusschelpen of tapijtschelpen.

Het recept is een variatie op recept van Bart Desmidt, de sympathieke chef van sterrenrestaurant Bartholomeus.

Maar je kan eindeloos afwisselen.

Hou je niet van deze Oosterse versie, ga dan voor Spaans met chorizo en bier. Snij de chorizo in blokjes en bak deze aan in olijfolie, samen met wat fijn gesnipperde look. Doe er wat fijn gesnipperde prei bij en laat verder garen. Na 10 minuten mogen er wat tomatenblokjes bij. Blus met bier (bvb Kamil) en gooi er de kokkels in. Laat verder garen tot de kokkels open zijn en serveer. Werk af met fijn gesnipperde platte peterselie.

Of ga voor deze less is more versie. Stoof een fijn gesnipperde sjalot in een lepel olijfolie en doe er dan wat look en stukjes chilipeper bij. Na een minuutje mogen de kokkels ook in de pan. Laat deze een drietal minuten garen, en blus met 50 ml droge sherry (Palo Cortado) en 50 ml witte wijn. . Schud nog eens op, zodat alle smaken goed mengen. Werk af met wat zeste van citroen en een paar eetlepels citroensap. Kruiden met peper en zout. Versier  met fijn gesnipperde platte peterselie.

Wat heb je nodig? Voor 4 personen

  • ½ kilo kokkels
  • 50 ml kokosmelk
  • 2 theelepels geraspte verse gember
  • 2 lente-uitjes
  • 2 rode chilipepertjes
  • Verse koriander (voor de saus en de afwerking)

Hoe maak je het?

Belangrijk is dat je de kokkels grondig spoelt en afborstelt, want er plakt dikwijls nogal wat zand aan. Verwijder diegene die al open zijn. Laat de kokkels eventueel rusten in koud gezouten water, want dat helpt ook om overtollig zand te verwijderen.

Neem een sauteuse en verwarm een lepel olijfolie. Doe de kokkels in de pan. Kruid met peper. Geen zout want ze bevatten al genoeg zout. Laat de schelpjes open gaan. Dit gaat zeer snel, vandaar dat je mise en place moet klaar zijn. Na een paar minuutjes of wanneer alle schelpjes open zijn mag je blussen met de kokosmelk en wat limoensap. Ik verhoog het vuur een beetje zodat de kokosmelk wat kan reduceren. Voeg er ook de gember bij, de koriander, fijn gesneden rode chilipepertjes en lente-ui. Zo krijg je een aangename harmonie van friszure, zoete en scherpe smaken. Na een minuut zijn de kokkels klaar. Serveer op borden of in kleine kommetjes en je aperitiefhapje is klaar. Werk af met wat blaadjes verse koriander.

NM.