Tag Archives: Beschermde Oorsprongsbenaming

Keo van Commandaria St John uit Cyprus

In #NullamUncorked hebben we het vandaag over een uitzonderlijke dessertwijn uit Cyprus (zie artikel), de Keo van de St John Commandaria. Het is een amberkleurige zoete dessertwijn, gemaakt op een hoogte van ongeveer 500 – 900 meter in het Troödosgebergte in de buurt van Limassol.

De Kruisvaarders

Wijnproductie in Cyprus dateert al van 800 jaar voor het begin van onze jaartelling en Commandaria is één van de oudste die nog steeds in productie is. De naam Commandaria St John wordt echter pas in de 12de eeuw gegeven, ten tijde van de kruisvaarders en tempeliers, en meer bepaald de Ridders van Sint Jan (voluit Orde van Sint-Jan van Jeruzalem, Hospitaalridders (OSJ)).

Naast de klassieke uitstekende wijnen maakt Commandaria ook een dessertwijn – de Keo –  een zoete, rijkelijk naar fruit en eik smakende dessertwijn. Cyprus heeft heel veel zon en dat komt de wijn ten goede natuurlijk. De druiven Xynisteri and Mavro worden geplukt, enkel vanaf het moment dat ze een suikergehalte respectievelijk 12 en 15 graden Baumé bereikt hebben. Ze worden dan om te drogen in de zon gelegd tot ze een nog hoger suikergehalte bereikt hebben (19-23 graden Baumé). De druiven worden dan geplet en gefermenteerd tot het proces eigenlijk automatisch stopt omwille van het hoge alcoholgehalte (rond de 15%). De most wordt dan in eikenhouten vaten gedaan om vier jaar te rijpen.

In de zon gedroogde druiven

Na de rijping ligt het alcoholgehalte rond de 10% en wordt opgetrokken door toevoeging van pure 95% druivenalacohol. Het totale ABV van de Keo inclusief suiker moet rond de 22% liggen. Uiteindelijk kom je dan tot 15%. Keo is dus eigenlijk een versterkte wijn (fortified wine), maar de versterking is echter niet verplicht. De Keo van Commandaria St John uit Cyprus wordt ook gemaakt volgens de solera methode, de vaten raken nooit leeg en worden telkens aangevult met de jonge wijnen.

Dit alles draagt bij tot het hele krachtige bouquet van de Keo.

Vin de paille – recioto – passito

Hoe de Keo gemaakt wordt is gelijkaardig aan de productie van ijswijn, maar is veel beter geschikt voor productie in een warm klimaat. Het bestaat al uit de tijden van de Oude Romeinen en wordt soms strowijnvin de paille – genoemd (omdat de druiven op strobedden worden gedroogd), of passito (zoals de Vin Santo – zie artikel) of recioto (zoals de Amarone en Recioto della Valpolicella rond Verona)

NM.

NM.

Parmaham, een eeuwenoude traditie van kwaliteit

Parmaham, de koning der hammen

In Nullam goes Parma (zie artikel) hadden we het al over ons bezoek aan de stad Parma. Een aanrader voor een city trip. Maar de voornaamste reden waarom ik naar Parma ging, was de Parmaham, veruit de beste prosciutto. Het was niet alleen de mogelijkheid om Parmaham te proeven tijdens het Festival del Prosciutto di Parma dat me aansprak, maar vooral het bezoek aan een producent, zodat ik mezelf kon vergewissen van het productieproces, de kwaliteit en de bescherming van het merk

Elk jaar in de maand september vindt het Festival del Prosciutto di Parma plaats en doen de producenten hun deuren open voor het publiek (Finestre Aperte). Wij gingen naar Langhirano (zie foto boven), het epicentrum van de Parmahamproductie, gelegen in dit beperkte georgrafische gebied waarin de Parmaham kan gemaakt worden.

Het productieproces is puur vakmanschap en de producenten dienen zich te houden aan strikte regels, zodat de consument de beste kwaliteit Parmaham op zijn bord krijgt, en geen namaak of mindere kwaliteit. Want net zoals bij designer handtassen durft er al eens namaak Parmaham op te duiken. Wat hieronder volgt is een beschrijving van het productieproces (inclusief foto’s), voorzien van deskundige uitleg van Giancarlo Tanara, de producent die ons te woord stond en een kijkje gaf in zijn bedrijf, de Prosciuttificio.

Eerst een beetje historiek

In Italië worden jaarlijks 25.000.000 rauwe hammen geproduceerd. Prosciutto Crudo wordt gemaakt  van de achterhammen van het varken. De naam “Prosciutto” werd afgeleid van het Italiaanse “prosciugare“, wat uitdrogen betekent.  De fijnste en meest gekende gedroogde ham is Prosciutto di Parma of Parmaham.

De oorsprong van Parmaham gaat ver terug in de tijd. Documenten tonen aan dat Hannibal, tijdens zijn veldtocht door Italië in 217 v. Chr., halt hield in Parma, waar hij “gezouten varkensbillen” proefde. Vijftig jaar later, spreekt ook Polybe over dezelfde producten en over een belangrijke export van Parma naar Rome.

Nu, na zoveel lange jaren, wordt Parmaham nog steeds vervaardigd in de typische Parmezaanse regio, volgens de eeuwenoude tradities.

Parmaham, een door de wet beschermd product.

Parmaham geniet een ongeëvenaarde reputatie over de hele wereld. Een dergelijke bekendheid brengt natuurlijk heel wat misbruik, imitatie en vervalsingen met zich mee.

Daarom werd er een controle-instrument in werking gesteld dat de kwaliteit en de eeuwenoude traditie moet vrijwaren : de voogdijwet van 4 juli 1970, aangepast in februari 1990 en vastgelegd in een uitvoerend reglement in oktober 1993. Deze wet legt zeer precies de criteria voor de toekenning van de herkomstbenaming “Parmaham” vast.

De bepalingen van deze wet schrijven de productie- en rijpingszones van varkens voor, alsook de behandelingen, de rijpingsduur en de specifieke commerciële eigenschappen van “Parmaham”.

Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB)

De Europese Commissie geeft de Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB) aan producten waarvan de productie, verwerking en bereiding plaatsvinden binnen een bepaald geografisch gebied. Dit moet volgens een erkende en gecontroleerde werkwijze. Een bekend Europees product met Beschermde Oorsprongsbenaming is de Prosciutto di Parma (Parmaham), en die bescherming is belangrijk in de strijd tegen de namaak.

Het Consorzio del Prosciutto di Parma

Het Consortium van de Parmaham is ontstaan in 1963 op initiatief van een tiental producenten. In 1970 werd het erkend door de Italiaanse wet en werd het een écht organisme met als hoofddoel, de bescherming en de promotie van échte Parmaham, zowel in Italië als in het buitenland.

Vandaag groepeert het Consortium van de Parmaham 160 productiehuizen, 109 slachthuizen en 4.781 varkensfokkerijen.

Het Consortium is belast met meerdere functies waaronder het toezicht op de naleving van de voogdijwet, die de bescherming van de herkomstbenaming “Parmaham” invoert. Het Consortium moet de reglementeringen met betrekking tot de productie van Parmaham  doen naleven: de gebruikte rassen, de teelmethoden, de vereisten voor de varkens, de oorsprong van de grondstoffen, de grenzen van het geografische productiegebied, de methoden en duur van het rijpingproces en de eigenschappen van het eindproduct.

De tweede missie van het Consortium bevindt zich in het definiëren van de kwaliteitscontroleschema’s voor het eindproduct. Sinds 1996 is het mogelijk om op een wetenschappelijke manier te controleren of de hammen met de hertogelijke kroon beantwoorden aan de kwaliteitsvereisten namelijk de hoeveelheid zout, de vochtigheidsgraad en het proteolysepeil. Deze kwaliteitscontroles werden door het Ministerie van Industrie, Handel en Ambachten goedgekeurd.

Ten derde moet het Consortium een algemeen toezicht hebben op de juiste naleving van de door de wet en reglementeringen vastgestelde bepalingen op alle niveaus, van de fokkerijen en slachthuizen tot de producenten en handelaars. Voltijdse inspecteurs spelen de rol van gerechtelijke politieagenten. Deze inspecteurs kunnen elke mogelijke verificatie, inspectie of controle uitvoeren bij iedereen die ham produceert, verpakt, bewaart of verkoopt in een willekeurige onderneming.

Ten laatste moet het Consortium de benaming ‘Parmaham’ en de hertogelijke kroon beschermen en ijvert voor de opheffing van elk illegaal gebruik hiervan of van elke oneerlijke concurrentie met betrekking tot de verkoop van Parmaham.

Traceerbaarheid: Parmaham is een Garantie van Kwaliteit

De naam  “Parmaham”  is exclusief bestemd voor hammen met het brandmerk van de Hertogelijke Kroon, het onuitwisbare en unieke merkteken dat een het eind van de rijping aangebracht wordt. Dit merkteken is de laatste stap uit een traceerbaarheid systeem, dat in iedere afzonderlijke productiefase zijn eigen merkteken heeft.

Het begint op de boerderij waar door controleurs een speciaal tattoo op beide achterpoten van het varkens aangebracht wordt binnen 30 dagen na de geboorte van het varken. Dit merkteken specificeert de provincie, code van de boerderij en de maand van geboorte van het dier. Hiermee wordt het gebruik van geïmporteerde varkens of vlees voor Parmaham reeds uitgesloten.

In het slachthuis worden de hammen gecontroleerd en beoordeeld op geschiktheid voor het gebruik als grondstof voor Parmaham. Indien het aan de voorwaarden voldoet krijgt de ham het stempel PP (Per Parme) hetgeen “voor Parma” betekent. Ieder slachthuis heeft hierbij zijn eigen identificatie code in het merkteken.

Bij binnenkomst in de Prosciuttificio, oftewel het rijpingshuis wordt de ham opnieuw gekeurd en wordt na goedkeuring  een metalen zegel van het Consorzio del Prosciutto di Parma aangebracht. Hierop staan de maand en jaar van het begin van de rijping.

Als laatste toont de vijfpuntige Hertogelijke Kroon de identificatie code van de producent waar de rijping heeft plaatsgevonden. Het wordt door inspecteurs van de onafhankelijk organisatie IPQ (Instituto Parma Qualità) aangebracht en is het definitieve teken dat de ham aan alle kwaliteitsvoorwaarden voldoet.

Iedere Parma ham in de winkel is hiermee traceerbaar tot en met de boerderij waar  het dier is geboren.

Hoe échte Parmaham herkennen ?

Enkel hammen die alle controlestadia hebben doorstaan, worden voorzien van het intussen beroemd geworden “Parmahamlabel”, de hertogelijke kroon met de 5 punten en de inschrijving “PARMA”.

De hertogelijke kroon is dé garantie voor een authentiek en kwalitatief hoogstaand product.

Het is de énige manier om een échte Parmaham op het eerste gezicht te herkennen.

Wat de voorgesneden Parmaham betreft, volstaat het te controleren of de luchtledig verpakte bakjes een zwarte driehoek hebben, bedrukt met de hertogelijke kroon en de inschrijving “Prosciutto di Parma”

Parmaham, een unieke bereidingsmethode

Naast de ervaring en het vakmanschap van Noorditaliaanse producenten en de traditionele productiemethode, maken weer en wind een belangrijk deel uit van het geheim van de Parmaham.

Alles begint échter bij het varken

Uitsluitend varkens van Italiaanse oorsprong en geboren in de kwekerijen van de 10 wettelijk omschreven regio’s in Centraal-en Noord-Italië komen in aanmerking voor de productie van Parmaham.  Ze krijgen vervolgens een blijvende tatoeage met vermelding van de naam van de kweker en een code die overeenstemt met hun geboortemaand.

Voor de productie van Parma, worden uitsluitend zware varkens van grote rassen gebruikt. De varkens moeten minstens 10 maanden oud zijn en een minimumgewicht hebben van 150 kg.

Na de slachting worden de bouten (+/- 10 tot 14 kg) afgezonderd en 24 uur lang gekoeld in geklimatiseerde kamers van de slachthuizen. Dit gebeurt enerzijds uit hygiënische overwegingen, anderzijds wordt het vlees door de koude ook steviger, wat het snijden vergemakkelijkt.

Als de bouten voldoende afgekoeld zijn, wordt het overtollig vet en het zwoerd weggenomen. In dit stadium worden de bouten aan een eerste grondige controle onderworpen en worden alle bouten met onvolkomenheden verwijderd. De goedgekeurde bouten krijgen het PP-stempel, “Pour Parme” wat “Voor Parma” betekent.

De bouten zijn nu klaar om naar de verschillende productiehuizen te gaan, waar hen een lang proces van minimum 12 maanden te wachten staat.

Bij aankomst in het productiehuis, krijgen alle bouten een stalen zegel met daarop de maand en het jaar van aankomst. De afgekoelde en gesneden bouten gaan nu naar de pekelzalen. De temperatuur van de bouten moet onveranderlijk blijven. Een te koude bout zal het zout inderdaad niet goed absorberen, terwijl een bout die niet koud genoeg is bederft.

De meester-inzouters brengen met de hand een minimum hoeveelheid zout aan op de delen van het zwoerd en de magere delen van de ham. Er wordt zo weinig mogelijk zout gebruikt opdat de ham op een natuurlijke wijze zijn weergaloze smaak zou bekomen. Alle chemische behandelingen met kleur- en bewaarmiddelen zijn per wet verboden.

De met zout ingewreven hammen worden nu in een koelkamer geplaatst met :

* een vochtigheidsgraad van ongeveer 80%

* een temperatuur van 0,5 tot 4 °C

Na deze fase, “eerste pekel” genoemd, worden de hammen opnieuw bedekt met een tweede dunne laag zout.

Daarna worden ze naar een tweede koelkamer gebracht, waar ze volgens hun gewicht 15 tot 18 dagen verblijven. Deze periode noemt men de “tweede pekel”.

De zoutabsorptie verdrijft een deel van het aanwezige water zodat het gewicht op natuurlijke en progressieve wijze afneemt en na één maand niet meer dan 9 à 11 kg bedraagt.

Na twee maanden “ademen” in speciale rustkamers; worden de hammen met warm water gewassen om de zoutkristallen die zich op het zwoerd gevormd hebben, te verwijderen. De hammen drogen nadien gedurende 1 week.

Vanaf dit moment begint het rijpingsproces.

De laatste rustperiode duurt lange maanden, de hammen liggen in verluchte lokalen, op een hoogte van 900 meter, waar een droge wind waait, afkomstig uit de Middellandse Zee en doordrongen van het aroma van pijnbomen, wijngaarden en olijfbomen.

Het drogen vindt plaats in grote ruimten met hoge, tegenover elkaar geplaatste ramen, waarin de hammen worden opgehangen aan de “scalere” gedurende 3 maanden.

De regeling van de luchtstromen is uiterst belangrijk. De ramen worden geopend volgens de graad van de externe vochtigheid in overeenstemming met de vochtigheidsgraad van het product. Deze verhoudingen laten het product gradueel en constant drogen.

Tijdens de zevende maand, worden de hammen bestreken met een mengsel van reuzel, zout en peper, waarvan de samenstelling angstvallig wordt bewaard (zie foto). Deze speciale laag beschermt het bovenste gedeelte van de ham en voorkomt uitdrogen.

De hammen worden vervolgens ondergebracht in kelders of droogkamers die donker worden gehouden en afgesloten van de buitenwereld.

Na tien maanden (voor hammen van meer 7 tot 9 kg) of na twaalf maanden (voor hammen van meer dan 9 kg), vindt een laatste controle plaats (spillatura). Deze test is heel belangrijk in het “leven van de ham”. Inspecteurs van het consortium prikken met een stokje gemaakt uit paardenbeen (osso di cavallo) in 5 verschillende delen van de ham en “met de neus” worden eventuele gebreken opgespoord.

Enkel de hammen die deze laatste test doorstaan, krijgen het bekende Parmahamlabel, de hertogelijke kroon, onder vlam op de zwoerd aangebracht.

NM.

Chateaubriand met Stilton crumble en portosaus

Stilton

Stilton is een klassieke Engelse kaas die bestaat in twee soorten: de witte en de blauwe. De blauwaderige Stilton is de meest gekende . De kaas heeft een sterke smaak en geur.  Blue Stilton heeft sinds 2016 het statuut van Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB) van Europa gekregen. En dat betekent dat Stilton enkel in 6 melkerijen in  Derbyshire, Leicestershire and Nottinghamshire kan gemaakt worden. Opvallend is dat het stadje Stilton zelf er niet bij is.

Long Clawson is één van die 6 melkerijen annex kaasmakers en viel al vele keren in de prijzen met hun Blue Stilton, die je bij ons in LIDL kan krijgen. Stilton gaat goed samen met peer en porto, dat is geweten. We gebruiken de kruimelige Stilton voor een crumble die we op een lekker stukje vlees gaan aanbrengen. En dit serveren we met een lekkere portosaus.

Wat heb je nodig? voor 4 personen

  • 4 chateaubriand of andere filets
  • 1 EL gram boter
  • 100 gram ajuin
  • 1 teentje look
  • 1 EL tijm
  • 175 rundsfond
  • 125 ml porto
  • 100 gram Stilton
  • 4 EL broodkruimels of panko

Hoe maak je het?

Crumble van Stilton

Meng de broodkruimels en de Stilton en zet even opzij.

De Porto saus

Ja kan deze saus gemakkelijk een dag op voorhand maken.

Smelt de boter in een pan op middelmatig vuur. Fruit de fijngesnipperde (of in ringen) gesneden ajuis in, samen met een fijngesnipperd teentje look  en de verse tijmblaadjes. Laat de ajuin rustig glazig worden. Deglaceer met de porto en laat even inkoken. Verhoog het vuur en doe er vervolgens de rundsfond bij. Laat inkoken. Controleer de kruiding.

De steaks

Verwarm de gril van de oven op 180 graden. Laat de steaks op kamertemperatuur komen. Kruiden met peper en zout. Bak de steaks in de pan. Slecht een paar minuutjes aan beide kanten, want we gaan ze verder afwerken in de oven. Haal de steaks uit de pan en leg er een laag crumble van stilton op. Leg de steak in een ovenschaal enz et ze even in de gril, tot de crumble goudkleurig is en begint te bubbelen. Opletten dat je de steaks niet overbakt.

Serveer onmiddellijk en giet er een lepel portsaus over. Versier met een takje tijm.

NM.

 

Porto voor dummies

We besloten om het jaar te eindigen in schoonheid met een artikel over porto en meer bepaald, witte porto. Porto, vooral de rode dan, wordt heel vaak geassocieerd met een versuikerde fles die al jaren bij oma achteraan de kast staat of de goedkope porto die je in de voetbalkantines te drinken krijgt. Of het doet je denken aan Downton Abbey, waar de mannen na het eten een porto drinken terwijl de vrouwen zich terugtrekken in ‘the parlor’. Maar in tegenstelling tot deze stoffige reputatie heeft porto een rijkdom aan intense smaken die je niet kan vinden in andere wijnen.

Waar komt porto vandaan?

Porto dankt zijn bestaan aan het conflict tussen Frankrijk en Engeland aan het begin van de 18e eeuw. De bijna voltallige Britse Royal Navy blokkeerde de Franse havens, met het doel de Franse economie te schaden. Ze richten veel schade aan de economie aan, maar vooral, ze stopten de export van Franse wijnen over het kanaal. De Britten zochten dan maar wijn bij hun Europese vrienden, namelijk de Portugezen en kochten gigantische hoeveelheden wijn uit de Douro vallei op. Ze versterkten deze wijn met een lokale brandy, om zo het alcoholgehalte op te voeren. Zo werd de wijn niet slecht tijdens de zeetocht naar Engeland. Door het verhoogde alcoholgehalte werd de gisting van de wijn in de vaten gestopt, verhoogde het suikergehalte en werd de wijn zoeter.

De Douro region produceerde al wijnen tijdens de Romeinse periode. De zengende hitte in Douro verplichte de Portugezen om de wijn naar Oporto, met zijn kouder zeeklimaat te vervoeren, om deze al daar op te slaan voor transport. Deze werd porto genoemd.

Het ontstaan van Porto heeft dus wel met de Britten te maken, trouwens vele merken van Porto hebben Engelse namen: Sandeman, Dows, Cockburn, Taylors, Niepoort en Croft om er maar enkele te noemen. De Britten zijn allang niet meer de grootste consumenten van porto – dat zijn de Fransen geworden.

Van welke druiven wordt Porto gemaakt?

Er bestaan ongeveer 70 druiven die voor porto kunnen gebruikt worden. Witte porto wordt meestal gemaakt van de rassen Malvaisa Fina, Códega, Donzelinho Branco en Gouveio. Witte porto wordt gedurende een korte periode gerijpt vooraleer hij gebotteld wordt. Er bestaan oude gerijpte versies maar de meeste worden jong geserveerd, als een frisse aperitief of als mixer met tonic en citroensap of als wijn bij een schotel zeevruchten. De zoetere versies passen dan weer beter bij dessert.

Eens de druiven geplukt en geperst zijn wordt een neutrale alcohol bij het druivensap gedaan om te komen tot aan alcoholpercentage tussen 19 en 22%. Dit stopt enerzijds de gisting en zorgt ervoor dat porto voldoet aan voorwaarden voor de Europese beschermde oorsprongsbenaming (BOB). De neutrale alcohol komt vooral uit de Cognac (Frankrijk) of La Mancha (Spanje)

De wijn gaat dan in eiken vaten voor het rijpingsproces en in deze fase wordt het onderscheid tussen de verschillende soorten porto gemaakt.

Porto voor en na

Witte porto op zich kan een heel verkwikkende aperitief zijn tijdens de zomer, of je kan de droge witte gaan mixen met tonic. De zoete witte porto kan je dan weer als basis voor sangria gebruiken.

De zoete porto heeft een lichtere houtsmaak met smaken die variëren van honing over karamel tot hazelnoten. De droge porto wordt langer op vaten gerijpt en heeft daardoor meer de smaak van hout en noten. Een Niepoort Dry is bijvoorbeeld een ideale aperitief: een blend van op eik gerijpte wijnen (gemiddeld 36 maanden) met een lichte smaak van tabak en overduidelijke toetsen van noten en amandelen. Maar kan ook geserveerd worden met tonic en een schijf citroen of zeste van citroen. De Niepoort 10 jaar oude witte porto is omwille van de langere rijping en de smaak van appelsien, gedroogde vijgen en noten, dan weer eerder een porto die je bij het dessert serveert of na het eten.

Witte porto en de WP&T variatie op de G&T

Witte porto kan dus met tonic. Het is niet alleen verfrissend in de zomer, maar de intense smaken van porto zorgen ervoor dat dit alternatief voor Gin & Tonic ook in de winter kan gedronken worden. De Witte Porto & Tonic (WP&T) is niet zo scherp als de G&T of Lillet (zie artikel), is wat zoet maar niet te zoet en zal je appetijt bevorderen.

WP&T

  • 2 maatjes Fevertree
  • 1 maatje witte porto

Een strip citroenschil of een schijfje citroen of een schijfje appelsien (afhankelijk van de smaak van je witte porto)

Giet de tonic over een met ijs gevuld highball glas, en dan de port. Roer even om en voeg er de citroen of appelsien bij.

WP&T: de varianten

Ik geef je nog een andere versie mee, die ietsje meer voorbereiding vraagt, maar dit is wel mijn favoriete versie, de WP&T met gembersiroop.

Breng gelijke delen suiker en water aan de kook met daarin een stukje gember. Laat afkoelen en filter.

  • 1 ½ maatje Witte Porto
  • ½ maatje gembersiroop
  • ½ maatje vers geperst citroensap

Giet alles in een met ijs gevulde shaker. Vul een Collins glas met ijs en giet de inhoud van de shaker hier over. Vul aan met tonic.

NM.

Slaatje van steak, gekarameliseerde rode ajuin en blauwschimmelkaas

1460

Charles VI van Frankrijk werd op 3 december 1368 geboren. Onder zijn bewind werd Taillevent benoemd tot grote baas van de Koninklijke keukens. Taillevent was de grote promotor van sterke rode wijnen uit het zuiden van Frankrijk en zorgde voor de doorbraak van de Bourgondische wijnen. Charles VI is de koning die in 1411 alle rechten gaf aan Roquefort-sur-Soulzon in de Franse Auvergne, een soort voorloper van de beschermde oorsprongsbenaming (BOB). Dat betekent dat vanaf dat moment, alle Roquefortkaas verplicht moest rijpen in de grotten aldaar, en nergens anders, en dat geen enkele andere kaas die naam mocht gebruiken.

De legende van Roquefort

Nullam heeft op deze blog al een paar dingen gedaan met deze lekkere kaas, maar we geven je nog even de legende van de befaamde Roquefort mee, een mooi verhaaltje voor het slapen gaan. Héél lang geleden liet een jonge Franse herdersjongen zijn schapen grazen in de buurt van het dorpje Roquefort-sur-Soulzon. Plots brak er een hevig onweer los met zeer hevige stortbuien waardoor de jongen gedwongen werd om in de dichtstbijzijnde grot te gaan schuilen. Toen de regenbui was gestopt verliet de jongen terug de grot, verzamelde zijn schapen en keerde terug naar huis. Hij had echter zijn lunch vergeten in de grot.

Weken later kwam hij per toeval terug voorbij de grot en vond er zijn lunch nog steeds op dezelfde plaats. Het brood was echter opgedroogd en verbrokkeld maar de kaas was veranderd en vertoonde nu groene aders. Het zag er niet zo appetijtelijk uit maar de jongen had zo een grote honger dat het hem eigenlijk niet kon schelen. Hij nam een beet uit de kaas en tot zijn grote verbazing bleek dat de kaas veel beter was geworden en eigenlijk heel lekker was.

Hij verliet onmiddellijk de grot en liep als een gek naar het dorp waar hij het kersverse mirakel meedeelde aan de dorpsbewoners. Ze keerden met hem terug naar de grot om de wonderkaas te proeven. En van dan af brachten ze kaas naar de grot om hem te veranderen in blauwschimmelkaas.

Moraal van het verhaal

Over smaken en kleuren valt natuurlijk niet te twisten, maar het is niet omdat het er niet lekker uitziet of niet lekker ruikt, dat het niet lekker is. Maar probeer of proef tenminste, misschien verander je wel van mening.

Nullam gebruikt heel dikwijls blauwschimmelkaas in sausen of salades. Ook in het recept van vandaag hebben we Roquefort gebruikt, in combinatie met gebakken steak en rode ajuin, salade en een pittige vinaigrette.

Voor de vegetarische versie van dit recept laat je gewoon de steak vallen en vervang je die door een groente van je keuze.

Wat heb je nodig? Voor 4 personen

  • Gemengde sla naar keuze, genoeg voor 4 personen
  • 75 gram Roquefort blauwschimmelkaas
  • Steak naar keuze
  • 3 medium rode ajuinen (in 4 gesneden)
  • wat olijfolie
  • verse tijm
  • 2 EL Aceto Balsamico

Voor de vinaigrette

  • 3 EL olijfolie
  • 2 EL Aceto Balsamico
  • 2 EL Dijon mosterd

Hoe maak je het?

Warm de oven voor op 200 graden. Neem een ovenschotel, snij de rode ajuinen in vier stukken en schik ze in de ovenschotel. Doe er wat olijfolie op, kruid met peper en zout en werk af met wat verse tijm. Laat deze gedurende 15 tot 20 minuten bakken in de oven tot de ajuinen zacht zijn en de randen mooi gekarameliseerd. Besprenkel onmiddellijk met wat balsamico azijn.

Terwijl de rode ajuinen in de oven zitten maken we de vinaigrette door de olijfolie goed te mengen met de mosterd en balsamico. Kruiden met peper en zout.

Nog terwijl de rode ajuinen garen en net voor ze klaar zijn, bakken we de steak(s). Wrijf ze in met wat olijfolie en gooi ze in een warme pan. Kruiden met peper en zout. Kook ze gaar volgens je voorkeur maar even lang aan beide zijden. Laat de steak na het bakken een beetje rusten vooraleer je deze in fijne sneetjes snijd.

Dresseer de salade op de borden, kruiden met wat peper en zout en een beetje olijfolie, schik de rode ajuinen er rond, leg wat sneetjes steak op de salade, wat verbrokkelde blauwschimmelkaas en werk af met de pittige vinaigrette. Zeer lekker en klaar in minder dan 30 minuten.

NM.

Heerlijk lekkere geroosterde kip op baskische wijze

0909

Vandaag en morgen zondag 30 oktober heeft het feest van het chilipoeder van Espelette plaats. Espelette chilipoeder (of piment d’Espelette of Ezpeletako biperra) is een typisch product van het Baskenland en het sleutelingrediënt voor een geslaagde pipérade. Het feest wordt ieder jaar georganiseerd aan het einde van de oogst van dit chilipepertje en alle huizen in de regio worden versierd met lange slingers rode pepers die hangen te drogen. Daarnaast vinden er talrijke culinaire activiteiten en gastronomische markten plaats, georganiseerd door de producenten.

Dus één groot volksfeest ter ere van dit lekkere granaatrode pepertje. Piment d’Espelette komt oorspronkelijk uit Mexico en kwam door Christoffel Columbus bij ons terecht in de 16e eeuw. Al in 17e eeuw werd het door de chocolatiers uit Bayonne gebruikt en later ook door de charcutiers om de jambon de Bayonne te kruiden.

Piment d’Espelette vind je meestal in verse, gedroogde en gemalen vorm. Het is pittig maar het brandt niet. Het poeder heeft ongeveer 1500 tot 2500 eenheden op de Scoville schaal, dus is het zeker niet pikant. Heb je geen piment d’Espelette in huis en je wil dit recept toch maken, gebruik dan een combinatie van ½ theelepel zoet paprikapoeder, ½ theelepel gerookt paprikapoeder en ¼ theelepel cayennepeper en je hebt een goede vervanger naar smaak toe.

Piment d’Espelette is sedert 2000 beloond met het label ‘AOC’ en met ‘AOP’ sedert 2002.

AOC of Appellation d’Origine Contrôlée is een Europese kwaliteitscontrole op landbouwproducten die moeten voldoen aan bepaalde productievoorwaarden en die moeten worden geproduceerd binnen een welbepaald geografisch gebied (in dit geval de volgende stadjes: Ainhoa, Cambo-les-Bains, Espelette, Halsou, Itxassou, Jatxou, Larressore, Saint-Pée-sur-Nivelle, Souraïde en Ustaritz). AOP of Appellation d’origine protégée is de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) en beschermt streekproducten zoals piment d’Espelette tegen namaak (enkel binnen de EU).

Voor deze gelegenheid maken we een overheerlijke geroosterde kip op baskische wijze, dus met piment d’espelette, met groene olijven, stukken chorizo en in de oven geroosterde paprika’s. Gegarandeerd een succes, neem het van mij aan.

2330

Wat heb je nodig?

  • 3 rode paprika’s, gehalveerd en ontdaan van klokhuis
  • 1 ajuin, in dikke stukken gesneden
  • 1 blik San Marzano tomaten van ongeveer 750 ml, uitgelekt
  • 150 gram chorizo ​​worst, diagonaal in stukjes gesneden
  • 5 teentjes knoflook
  • 8 stukken kip, naar keuze
  • 2 EL olijfolie
  • Een handjevol groene olijven, ontpit
  • 2 theelepels gehakte verse tijm
  • ½  theelepel zout
  • 2 theelepels piment d’Espelette

Hoe maak je het?

We gaan beginnen met de rode paprika’s te roosteren. Snij ze in twee, verwijder de zaadlijsten en de zaadjes en leg ze op een ovenplaat onder de grill van je oven met de snijzijde naar beneden. Wanneer ze zwart worden en het vel begint los te komen zijn ze klaar (ongeveer 12 minuten). Doe ze in een plastiek bewaarzak en laat ze afkoelen, zodat je het vel gemakkelijker kan verwijderen.

Kruid de stukken kip met verse tijm, zout en piment d’Espelette, overgiet met wat olijfolie, en leg ze in een ovenschotel samen met de ajuin en de teentjes look. Zet dit alles in de oven op een temperatuur van 220 graden (gedurende ongeveer 40 minuten of tot de kip gaar is). Doe er halverwege de baktijd de stukken geroosterde paprika, de chorizo en de tomaten bij. Doe er op het einde nog wat fijn gesneden groene olijven bij.

Je kan hier eigenlijk alles bij serveren: van rijst tot quinoa tot couscous … Smakelijk eten.

NM.

Kip au vin jaune en morieljes

1504

Vin jaune uit Jura

Jura, de kleinste wijnregio in Frankrijk is gelegen tussen Bourgondië en Zwitserland, en is gekend voor zijn Comté kaas, obscure druivensoorten, speciale wijnen en één van de klassiekers uit de Franse keuken, kip met gele wijn en morieljes. Vin jaune of gele wijn – de wijn is echt geel – heeft een diepgele kleur van honing en wordt enkel in de Jura gemaakt. Je zou omwille van de kleur kunnen denken dat het een zoete wijn, maar hij smaakt eerder naar walnoot en lijkt kwa smaak meer op een dry fino Sherry.

100% Savagnin druiven

De Vin Jaune wordt gemaakt van 100% savagnin druiven. Andere druivensoorten uit de Jura zijn Chardonnay, poulsard, trousseau en pinot noir (ze maken dus niet alleen gele wijn, maar ook wit, rood, rosé en crémant). Jura telt vier BOB of AOC – Appellation d’origine contrôlée of  Beschermde Oorsprongsbenaming: Château-Chalon AOC, Arbois Vin Jaune AOC, Côtes du Jura Vin Jaune AOC en Vin Jaune de L’Etoile.

Het geheim van de gele kleur en de zeer karakteristieke smaak van deze wijn is te wijten aan het rijpingsproces en de late oogst van de savagnin druiven (eind oktober) wanneer de druiven genoeg suiker hebben aangemaakt om tot een alcoholpercentage van 13 tot 15 graden te komen. Daarnaast blijft deze wijn zes (6) jaar en drie (3) maanden rijpen op eikenhouten vaten. Door het feit dat er ondertussen vloeistof verdampt en er niet wordt bijgevuld (ouillage), ontwikkelt zich een film van gist – le voile – op het wijnoppervlak. Inderdaad, een zeer lange rijpingstijd, want dat betekent ook dat er na die tijd maar tweederde van de vloeistof meer overschiet. Het verlies noemt men trouwens ‘la part des anges’ (net als de Angel’s Share bij whisky).

Typische fles: de clavelin

Naast de speciale smaak en de speciale gele kleur kan je een fles gele wijn onmiddellijk herkennen aan de vorm: vin jaune wordt gebottled in een clavelin, een typische fles met een inhoud van 62 cl die enkel voor de vin jaune du Jura mag gebruikt worden.

Gele wijn kan je zeer gemakkelijk jaren in je kelder bewaren, zelfs tot 15 jaar en meer. Het is een wijn met een uniek aroma dat je best op kamertemperatuur drinkt (tussen de 15 en 18 graden) en om hem nog meer aan zuurstof bloot te stellen is het ook aangeraden om de wijn een paar uur op voorhand te ontkurken en zelfs te decanteren.

1536

De klassieker: Poulet au vin jaune et aux morilles

Dit weekend – 3 en 4 februari – heeft zoals als ieder jaar in het begin van februari “La Percée du Vin Jaune” plaats. Het is een plaatselijk festival georganiseerd om het vrijgeven van de nieuwe jaargang van de vin jaune te vieren, die zoals eerder vermeld al bijna 7 jaar op vat gerijpt is. Dit jaar is het de beurt aan Voiteur om het festival te organiseren. En natuurlijk staat deze tweedaagse volledig in het teken van de vin jaune en gerechten die met vin jaune gemaakt worden. De klassieker bij uitstek is kip met vin jaune en morieljes, twee heel uitzonderlijke smaken die dit een topgerecht maken.

Morieljes

Verse morieljes (morilles – morchella – spugnole  – Morcheln) zijn echte voorjaarspaddenstoelen en dus te vinden vanaf ongeveer eind maart tot de maand mei te vinden. Het zijn wilde paddestoelen die zeer moeilijk te vinden te zijn, enkel in het wild, dus zijn ze ook verschrikkelijk duur. Daarvoor krijg je wel topkwaliteit in de plaats want wat een aroma en wat een diepe en kruidige smaak. Aangezien de verse morieljes nog niet verkrijgbaar zijn, heb ik de gedroogde versie gebruikt, die je natuurlijk eerst moet hydrateren in een lauwe vloeistof (50 gr gedroogde morieljes worden ongeveer 400 gram gehydrateerd). Af en toe eens aan de kom schudden want ze durven nogal wat zand te bevatten.

1543

 

Wat heb je nodig?

  • 1 kip in 8 stukken verdeeld
  • 35 cl vin jaune
  • 35cl kippenbouillon
  • 35 cl room
  • 100 gram verse of gedroogde morieljes
  • 1 klontje boter
  • 2 eetlepels olie
  • Zout en peper

Hoe maak je het? 

Hydrateer de gedroogde morieljes gedurende 30 minuten in lauw water. Af en toe eens omroeren zodat het zand naar de bodem zakt en ze uit de kom halen met een schuimspaan.

Kruid de stukken kip met peper en zout. Verhit de boter en olie in een pan met zware bodem en kleur de stukken mooi bruin aan elke kant. Wanneer de kip mooi goudbruin is ze uit de pan halen en het overtollige vet verwijderen.

Deglaceer met de kippenbouillon, de vin jaune en room. Verminder het vuur tot middelmatig en leg de stukken kip terug in de pan en laat verder sudderen gedurende 30 minuten.

Haal de suprêmes (de stukken kippenwit) uit de pan en hou ze warm. Laat de rest nog 10 minuten verder garen. Voeg de uitgelekte morieljes bij de kip en laat nog eens 10 minuten verder garen op een lager vuur. Leg de andere stukken er terug om ze nog eens goed te doorwarmen. Controleer de kruiding en als de kip gaar is mag je gaan serveren. Het is moeilijk om geuren te beschrijven, maar de geuren die vrijkomen tijdens deze bereiding, ja, gewoon fantastisch.

Ik heb deze kip au vin jaune geserveerd met krielaardappelen, gebakken in eendevet.

NM.

Steak met pesto alla genovese

Dit gerecht met deze onovertroffen saus brengt je zeker in vakantiesfeer. De sensatie die de verse pesto in combinatie met in de pan gebakken of op de barbecue gegrilde steak teweegbrengt op je smaakpapillen is fantastisch.

7275a

Pesto

We beginnen met het maken van een klassieke pesto. Pesto alla genovese in zijn klassieke basisvorm wordt gemaakt met basilicum, zout, look, extra vergine olijfolie van Liguria en Pecorino Sardo kaas. Alle ingrediënten, tenzij de Pecorino kaas komen uit de regio van Genua waar de beste basilico genovese dopbasilicum groeit (Beschermde oorsprongsbenaming – BOB).

Je ziet ook dat in de oorspronkelijke versie geen pijnboompitten werden verwerkt. Pecorino Sardo is een schapenkaas uit Sardinië (pecora is schaap). Hij is minder hard en zoet dan zijn broer, de pecorino romano die hard en vrij zout is. Normaal kan je de pecorino sardo bij ons vinden, indien niet kan je deze vervangen door de pecorino romano of parmezaan of een mengeling van beide.

Waarom zou je pesto zelf maken als je in elke winkel verschillende potjes en merken vind? Vooreerst, pesto maken gaat redelijk snel, het is niet dat je er uren mee verliest. Als je de verse ingrediënten gebruikt, zal  je pesto een veel intenser geur krijgen, je kan zelf de textuur aanpassen en wat de smaak betreft is er helemaal geen vergelijking.

Wat heb je nodig? 

  • Flink veel basilicumblaadjes, liefst zo jong mogelijk
  • 2 teentjes knoflook
  • 1 klein handvol pijnboompitten
  • 100 gram vers geraspte pecorino of parmezaanse kaas
  • olijfolie extra vergine
  • grof zout

Hoe maak je pesto?

De manier waarop je pesto maakt heeft een invloed op de smaak. De originele pesto werd klaargemaakt in een olijfhouten vijzel met een marmeren mortier omdat zo de beste smaak werd verkregen. De draaiende beweging perste de basilicum tegen de wand en vernietigde de vezels. Door het ‘smeren’ gaf de basilicum al zijn aroma’s vrij.

Je kan de basilicum natuurlijk ook in een keukenrobot klaarmaken, maar er komt dan wel niet zoveel aroma vrij omdat de blaadjes gehakt worden en de hitte die wordt opgewekt door de hoge snelheid doet de vrijgekomen oliën verdampen. Doe de basilicum met de knoflook, de pijnboompitten en het zout in de vijzel en je stampt alles fijn met de vijzel (pesto komt van het Latijn platstampen). Het zout helpt om het proces te versnellen.

Doe er dan geleidelijk aan de parmezaan bij en blijf verder stampen tot alles fijn is. Voeg er nu langzaam de olijfolie bij tot je een smeuïge saus hebt.

Ga je de pesto gebruiken bij pasta, voeg dan een paar eetlepels kookvocht van je pasta bij de pesto, zodat je pesto zich beter over de pasta verdeelt.

De steak met pestosaus

Om de smaaksensatie te verhogen gaan we een beetje zuur toe voegen aan de pesto, namelijk 2 EL witte wijnazijn en 1 tot 2 EL heet water. Meng dit nog een keertje goed door mekaar.

Bak of grill de steak volgens je voorkeur. Wanneer je steak klaar is, de steak in tagliata snijden en de pestosaus over de gebakken of gegrilde steak smeren of gewoon gieten.

Heel lekkere combinatie.

NM.

Aubergine ballen

In het Griekse stadje Leonidio, op ongeveer drie uur rijden van Athene, staat zowat alles in het teken van de aubergine (melitzana). Leonidio is een klein stadje gelegen in een heel spectaculair landschap in Arcadia, in het zuidwesten van het schiereiland Peloponnesos. Het gebied wordt al sinds de Griekse oudheid ‘de tuin van Dyonisius’ genoemd vanwege de zeer vruchtbare grond. Naast het feit dat ze daar Tsakonian spreken, een modern Grieks dialect, is deze toeristische streek vooral gekend voor zijn aubergines. De gestreepte Leonidio Tsakoniki-aubergines kregen al in 1996 het statuut van beschermde oorsprongsbenaming (BOB) van de Europese Commissie, wegens hun bijzondere eigenschappen.

3750

Leonidio

Elk jaar in juli is er in Leonidio gedurende een week het Melitzazz jazz festival en rond 22 augustus gaat het Tsakoniki Melitzana Leonidiou festival door, zoals altijd met talrijke culinaire evenementen gewijd aan de aubergine van Leonidio. De aubergine uit Leonidio is gemakkelijk te herkennen omdat ze lichter van kleur is en iets langwerpiger van vorm dan de aubergine die wij gewoon zijn.

Maar Leonidio is niet alleen gekend voor zijn aubergines, ook de klimmers hebben de regio ontdekt. Vooral in de winter, want door zijn ligging heeft het een mild klimaat, bijna zonder wind. Er zijn honderden klimroutes: vele van de routes gaan tot niveau 6b, maar de klimmer van niveau 6c tot 7b waant zich in het paradijs en de gevorderde klimmers van niveau 8b vinden er echt briljante klimtrajecten, vele daarvan zelfs nog niet beklommen.

Polpette di melanzane al forno

De aubergine van Leonidio is bij ons niet altijd te vinden, dus heb ik maar een recept gemaakt met onze aubergine: Polpette di melanzane al forno. Het is een Milanees recept, want Milaan is de hoofdstad van polpettine, en zowat alle restjes draaien ze daar in ballen. En daarmee dragen we ook nog eens bij tot het verkleinen van de voedseloverschotten.

3731

Wat heb je nodig ?

  • 750 gram aubergine
  • 1 ajuin
  • 3 teentjes look
  • ¼ theelepel rode chilipepervlokken
  • Een handjevol verse kruiden (munt en platte peterselie)
  • 1 theelepel komijnpoeder
  • Verse broodkruimels
  • 70 gram vers geraspte parmezaan
  • 1 ei, geklopt
  • 3 EL olijfolie
  • Zout en peper
  • Panko paneermeel

Hoe maak je het?

Schil de aubergines en snij ze in blokjes van ongeveer 1 centimeter. Verwarm 2 EL olijfolie in een braadpan en sauteer de fijn gesnipperde ajuin en look met een goede snuif zout. Laat deze gedurende een goede 5 minuten gaar worden, zonder te kleuren.

Voeg er de aubergineblokjes bij en eventueel nog wat olijfolie en schud de pan goed op. Bestrooi met het komijnpoeder en de rode chilipepervlokken en laat verder garen op een middelmatig vuur. Na ongeveer 15 tot 20 minuten zal de aubergine zacht genoeg zijn, dat je ze met een vork kan pletten. Haal van het vuur en laat afkoelen.

Meng de verse kruiden, de broodkruimels en de geraspte parmezaan onder aubergine. Meng het opgeklopt ei eronder om het geheel te binden. Kruiden met peper en zout. Je kan ongeveer 16 tot 20 polpettine maken met deze hoeveelheid.

Je kan de polpettine bakken in de pan in olijfolie maar ik verkoos om ze in de oven af te bakken. Maak kleine ballen van het auberginemengsel en rol ze door het (panko) paneermeel. Leg ze op een braadslede en bak ze af in de oven.

Haal uit de oven wanneer ze gaar zijn en bestrooi eventueel nog met wat geraspte parmezaan en verse muntblaadjes. En zo krijg je de polpettine di melanzane al forno al profumo di menta. Dien op met bijvoorbeeld gegrilde lamskoteletten en een lichte tomatensaus.

NM.