Tag Archives: noedels

Japanse bolognese met udon noedels

Bolognesesaus is een traditionele Italiaanse pastasaus, afkomstig uit de regio Emilia Romagna. Je kan er eigenlijk gemakkelijk een Japanse versie van maken en die noemt eigenlijk Dan Dan Noodles (担担面), en daarvoor gebruiken we geen spagetti maar Udon noedels

Udon noedels

Udon (饂飩) noedels zijn dikke, zachte, Japanse noodles gemaakt van tarwebloem, water en zout. Mooi wit want er zit geen ei in. Het deeg wordt niet getrokken maar gewoon uitgerold en gesneden, een beetje zoals spaghetti. De dunnere udon-variant noemt “hiyamugi”.

Dit is mijn versie van Dan Dan noedels en die zet in ongeveer 20 minuten op tafel.

Wat heb je nodig?

  • 75 gram rode misopasta
  • 185 ml oestersaus
  • 2 EL Shaoxing rijstwijnazijn
  • 1 EL sesamolie
  • 750 gram varkensgehakt
  • 2 teentjes knoflook, geperst
  • 2 EL fijn geraspte verse gember
  • 4 lente-uitjes
  • 600 gram Hakubaku No.1 Udon Noodles
  • szechuan peperbollen
  • rode chilipeper

Hoe maak je het?

Meng de misopasta, oestersaus, azijn en 250 ml water in een kom tot een gladde massa.

Verhit de olie in een wok op middelhoog vuur. Voeg het varkensvlees toe en bak al roerend, gedurende 4 minuten of tot het net bruin begint te worden. Voeg de knoflook en gember toe. Kook, al roerend, gedurende 1 minuut. Voeg het misomengsel en de helft van de lente-uitjes erbij.

Roer constant om. Zet het vuur laag tot medium en kook, af en toe roerend, gedurende 4-5 minuten of tot de saus iets dikker wordt.

Kook ondertussen de noedels volgens de aanwijzingen op de verpakking. Afgieten.

Doe de noedels in de wok en meng door elkaar. Verdeel over de borden. Werk af met sesamzaadjes, chilipeper en de rest van de lente-uitjes.

NM.

Golden Gai Ramenbar, mijn favoriet in Gent

Gaijin

Ik woonde in New York toen David Chang pas begonnen was met zijn Momofuku Noodle Bar. Alhoewel hij de stiel had geleerd in Japan en zijn restaurant in een mum van tijd ontzettend populair werd, kreeg hij in het begin bakken kritiek omdat hij als gaijin (niet-Japanner) het aandurfde ramen te maken. De aanhouder wint zeker, want Chang heeft nu restaurants over gans de wereld.

Golden Gai is het jonge trio Jesse Den Dulk, Robin Vande Lanotte en Laura Dekeyser, en zij brengen een stukje Japan naar Gent. Deze Gentse gaijin’s zijn alle drie grote liefhebbers van Japan, niet alleen het land, maar ook de cultuur, de Japanse keuken en de manier van omgaan met gasten.

Kodawari

In Japanse bars en restaurants wordt geen enkel detail over het hoofd gezien om de klant tevreden te stellen. Die specifieke gedrevenheid noemt men kodawari“the uncompromising and relentless pursuit of perfection”. Het is die Japanse gedrevenheid die het trio ook in België wil brengen.

De ramen van Golden Gai zijn gelukzaligheid in een kom, ik kan het niet beter omschrijven. Hun ramen zijn verheven tot het niveau van de fijne keuken, met grote aandacht voor detail en de traditionele ambachtelijkheid van het eindproduct. Toen ik jaren geleden de eerste keer dampend hete ramen at, wel, dat was de dag dat ik heb leren zweten. En dat gevoel had ik nu terug. De ramen zijn gewoon heel lekker!

Golden Gai 

Golden Gai is een voormalige prostitutiewijk in Tokio die omgetoverd werd tot een bruisende wijk (Shinjuku Golden Gai) vol kleine bars en restaurantjes. Het is nu een ontmoetingsplaats voor schrijvers, artiesten enz. De Gentse Golden Gai focust vooral op ramen (Japanse noedelsoep), maar serveert ook enkele andere hapjes. Alle hapjes zijn Japans geïnspireerd, maar gemaakt met lokale producten: ceviche, gepekelde komkommer, zeewier, enz. Probeer zeker eens de teriyaki chicken wings.

Wat zijn ramen noedels? 

Ramen is de naam voor het Japanse noedelgerecht en niet de noedels zelf. heel belangrijk is de bouillon en daar bestaan vele varianten, afhankelijk van de regio en de signature flavour. Meestal is de basis een dashi waaraan varkensvlees of kippenvlees (en/of -botten) worden toegevoegd. Deze wordt dan uren gekookt voor een hele intense smaak. 

Ook de noedels zijn niet zomaar gewone noedels. Ze wordne gemaakt van bloem, water en kansui. Kansui is een mineraalrijk water dat ervoor zorgt dat de noedels chewy blijven. Ik mocht van de Golden Boys even mee achter de schermen kijken. Ramen maken – zowel de noedels als de broths – is een heel arbeidsintensief proces!!! Maar ook in het maken van de zachtgekookte eitjes en het maken van de toppings is geen sinecure.

Een andere belangrijke smaakbepalende factor zijn de tares (of basissen). De tare is een zouterige substantie die eerst in de ramen bowl gaat. In Golden Gai kan je kiezen uit shoyu (soya), shio (een zoutbasis) of miso (gefermenteerde bonen).

Golden Gai: “Onze ramen zijn Japans geinspireerd maar lokaal gecreëerd. Volgens de principes van de Japanse keuken gebruiken we zoveel mogelijk ingrediënten uit onze directe omgeving. Alles is zelfgemaakt, van noedel tot soda.

Verder serveert Golden Gai ook huisgemaakte cocktails, natuurlijke wijnen en ambachtelijke bieren. Robin en Jesse hebben een verleden in Jigger’s en die passie voor cocktails is er nog steeds. De Golden Boys serveren lekkere klassiekers met een Golden Gai twist: Mizuwari, Whisky Sour, en een super Mushy Manhattan (Rye geinfuseerd met gedroogd eekhoorntjesbrood, sake en biersiroop).  

Ramenbar Golden Gai Praktische Info

Dampoortstraat 11, 9000 Gent                                                                info@goldengai.be
http://www.goldengai.be

Beef Bulgogi

8598

Beef bulgogi is een bewijs dat je met weinig ingrediënten een heel lekkere maaltijd kan maken. Bulgogi betekent vuurvlees en is één van de nationale gerechten van Korea. Ik maakte  de beef bulgogi maar je kan dit ook met kip maken (dak bulgogi) of met varkensvlees (dweji bulgogi).

De Koreanen zijn gek van barbecue en deze bulgogi maak je normaal zelf klaar op restaurant. Je krijgt dus alle ingrediënten en grilt zelf je vlees op een hete plaat of boven een open vuur. De banchan of bijgerechten (zoals kimchi, gepickelde groenten, enz…) en rijst vergezellen dit gerecht.

Traditioneel wordt bulgogi, een duizend jaar oud recept, gegrild maar je kan het ook in de pan maken. We marineren op voorhand het vlees, niet alleen om het malser te maken maar vooral om de smaak nog te verbeteren. Het recept voor de marinade of yakiniku staat helemaal onderaan dit artikel.

Wat heb je nodig? Voor 4 personen

  • 500 gram rundsvlees
  • 1/3 cup sojasaus
  • 2 EL suiker
  • 2 teentjes look
  • 1 EL sesamolie
  • 1 theelepel geroosterde sesamzaadjes
  • Romeinse sla
  • Lente-uitjes
  • 1 aziatische peer (nashipeer)
  • 2 wortelen, dun gesneden
  • 1 bosje radijzen, dun gesneden
  • ¼ cup rijstazijn
  • 1 ½ EL suiker
  • 1 rode chili

8604

Hoe maak je het?

Snij het rundsvlees in fijne plakjes. Doe het vlees in een keramieken of glazen schaal en giet er de marinade over. Laat een paar uur marineren op een koele plaats.

Combineer de azijn, suiker en chili in een sauspan en warm op, net genoeg om de suiker te laten oplossen. Giet over de groenten en laat afkoelen.

Maak de fijne sneetjes rundsvlees klaar op de grill of bak snel in een pan op hoge temperatuur. Haal uit de pan of van de grill en besprenkel met de geroosterde sesamzaadjes en lente-uitjes. Serveer op een blaadje sla en dampende rijst of glassnoedels.

Bulgogi marinade (yakiniku)

Wat heb je nodig ?

  • 1/4 cup sojasaus
  • 3 EL mirin
  • 1/2 EL sesamolie
  • 3 EL bruine suiker
  • 2 geraspte aziatische peer
  • 2 EL fijn gesneden lente-uitjes
  • 1 EL geraspte ginger
  • 1 theelepel fijn gesneden look
  • Chilipoeder
  • Zout en peper

Hoe maak je het ?

Doe alle ingrediënten in een sauspan, breng aan de kook en laat dan een paar minuten sudderen. Haal van het vuur en laat afkoelen.

NM.

Nullam goes Boedapest deel 2

salami winkel 1

Vandaag deel 2 over de gastronomie in Hongarije. De vorige keer hebben we het vooral gehad over zoetigheden, nu gaan we kijken wat de Hongaarse keuken zo apart maakt. Eén ding is zeker, de Hongaarse keuken is rijk en spannend, maar ook soms verrassend en onweerstaanbaar. Hongaren houden van goede kwaliteit eten en vaak in zeer grote hoeveelheden. Hun populaire gerechten maken gebruik van verse ingrediënten die bereid zijn op een eenvoudige en eerlijke manier. De heerlijke smaken zijn dus niet altijd het resultaat van technische hoogstandjes in de keuken maar van producten die genoten hebben van goede klimatologische omstandigheden en de seizoenen.

East meets West

Zoals ik de vorige keer heb geschreven is de Hongaarse keuken is slimme mix van East meets West, beïnvloed door het feit dat de oorspronkelijke ‘magyars’ de nomaden van de steppen waren en door de overheersing van de Turken.  Magyar betekent letterlijk “man” en dateert uit de periode dat deze gevaarlijk uitziende nomadische ruiters door de grassteppen trokken tijdens hun migratie naar het zuiden en het westen.

Paprika

Het meest karakteristieke ingrediënt van de Hongaarse keuken is paprika, verkregen door gedroogde rode pepers fijn te malen. Het geeft aan gerechten een dieprode tot bruine kleur, een onmiskenbaar aroma en draagt bij tot de rijke tekstuur.

Paprika was al aanwezig tijdens de Turkse overheersing in de 16de eeuw maar werd pas twee eeuwen later een essentieel en integraal deel van de Hongaarse keuken. De plant die eerst maar een versiering was deed dus pas later zijn intrede in de keuken en verving op een bepaald moment zelfs de zwarte peper, omdat deze tijdens de Napoleontische oorlogen te duur en te schaars werd. Vandaar de overschakeling naar paprika, dat toen ook Turkse of heidense peper werd genoemd.

Paprika wordt door de meesten geassocieerd met zeer pikant terwijl de meeste paprika eerder mild van smaak is, tot zelfs zoet. De ronde pepers (groen, geel of rood – bell peppers) zijn eerder zoet en niet pikant terwijl de langwerpige puntige pepers pikant kunnen zijn (ongeveer 500-1500 Scoville eenheden).  De paprika – de peper zelf – wordt door de Hongaren zo ongeveer bij alle maaltijden gegeten.

De mooiste Hongaarse paprika is afkomstig van Szeged (een stad dicht bij de grens met Servië en Roemenië) en van Kalocsa, waar het paprika museum gevestigd is en waar jaarlijks de nationale paprikadag plaats vind.

Wist je dat…

De Hongaarse professor Albert von Szent-Györgyi de Nagyrápolt won in 1937 de Nobelprijs Geneeskunde, met de ontdekking (onder andere) dat paprika (Capsicum annuum) een zeer rijke bron aan vitamine C was.

Gulyás

Gulyás: de eerste instant soep

Het gerecht dat iedereen kent is gulyás, oorspronkelijk een soep (gulyásleves), gemaakt met stukjes gedroogd rundvlees en ajuin. Deze ‘minuut’ soep gaat terug naar de tijd van de nomaden, de ‘magyars’. Zij hadden voedsel nodig dat ze gemakkelijk konden meenemen tijdens hun omzwervingen te paard, vandaar het drogen van het vlees. Ze kookten het vlees tot het van het been viel, sneden het in kleine stukjes en droogden het in de zon of in een oven. In gedroogde versie paste dit perfect in hun zadeltassen en bleef ook gedurende lange tijd goed. Bij honger hoefden ze enkel maar water op te warmen, het gedroogde vlees toevoegen en ze hadden zeer snel een vullende soepmaaltijd klaar. Deze woeste krijgers te paard gebruikten dus geen paprika in de oorspronkelijke  goulash. De paprika – in gedroogde en gemalen vorm – werd pas eeuwen later ingevoerd en toegevoegd aan de goulash. Gulyás als gerecht werd later geperfectioneerd door de herders (Gulyás betekent namelijk herders). De herders kookten goulash in grote ketels (bogrács) die boven een vuur aan een driepoot hingen. Zij voegden er ook als eerste paprika aan toe. De authentieke bogrács zijn museumstukken geworden, maar af en toe worden ze nog eens gebruikt in een authentiek restaurant om je goulash in te serveren.

Zo werd de oorspronkelijke goulashsoep geboren. Ooit zeer populair is goulash nu toch sterk gecommercialiseerd en heeft het een beetje het etiket ‘stoofpotje’ waar van alles en nog wat wordt aan toegevoegd. Hetgeen je nu in de restaurants vind is soms ver verwijderd van de originele versie, en noemt eigenlijk ‘Pörkölt’. Goulash klinkt natuurlijk veel beter.

Hongaarse zwarte soep

De Hongaarse keuken kent vele soepen, maar één er van wil ik jullie toch niet onthouden, namelijk de zwarte soep. Een bekend Hongaars gezegde is ‘de zwarte soep moet nog komen’ (Hátravan még a feketeleves) en wil zeggen dat na een aangenaam intermezzo, er slechte tijden in het verschiet liggen. Het dateert uit de tijd van de Turkse bezetting toen, na een maaltijd met de nieuwe heersers,  er koffie werd geserveerd (een voorheen onbekende drank in Hongarije). De Turken hadden blijkbaar de gewoonte pas tijdens de koffie over belastingen en andere onaangename te praten.

tarhonya

Tarhonya

Je vind veel pasta en noedels terug in de Hongaarse keuken. Bij goulash wordt heel dikwijls ‘tarhonya’  geserveerd, nog een specialiteit die teruggaat tot de tijd van de Magyaren maar van Turkse origine is. Het is een pasta gemaakt van meel en eieren. Het deeg wordt vervolgens gedroogd en verkruimeld in kleine brokjes de grote van een erwt of een parel. Ook deze handige pasta kon gemakkelijk meegenomen worden op lange tochten, want hij bewaart jaren.

Hortobágy

Een pannenkoek voor lunch: Hortobágy (Hortobágyi Húsos Palacsinta)

Een voor ons niet alledaagse combinatie, maar héél lekker. Hortobágy is de naam van een 800 km² groot nationaal park in het oosten van Hongarije en is erkend door UNESCO als wereldmonument. Dit grote grasland is beter gekend onder de naam puszta of steppelandschap. In tegenstelling tot de betekenis van puszta – leegte – is de Hortobágy pannenkoek niet leeg, integendeel hij is gevuld met stukjes kipfilet die in ajuin en paprika gebakken zijn, en overgoten met een heerlijke saus op basis van paprika en zure room.

Als afsluiter nog twee aanraders als je in Boedapest bent:

De grote overdekte markt (Vámház körút 1–3) : een prachtig gerestaureerd gebouw (zeker als de zon schijnt) met twee verdiepingen vol kleine winkeltjes vol groenten, salami, paprika, tokaj, kaviaar, foie gras, palinka, kaas, patisserie, folklore artikelen en Hongaarse kitsch te koop zijn. Je kan er echt alles vinden. Niet alleen voor de toeristen maar ook de lokale bevolking doet er zijn boodschappen. Boven kan je ook allerlei lekkers eten.

grote overdekte markt binnen

Pick Márkaáruház (Kossuth Lajos tér 9): Hongarije is ook befaamd voor zijn salami. Je ziet ze trouwens overal hangen, van de milde tot de pikante versie. Pick is het meest bekende merk. Mooie winkel.

Egészségédre!

NM.