Tag Archives: mergpijp

Risotto con funghi misti

Risotto is culinair genot

Risotto met funghi porcini behoort voor velen tot het hoogste culinaire genot, misschien enkel geklopt door door risotto met truffels. Vandaag gaan we de perfecte risotto klaarmaken, met gemengde paddenstoelen.

Alhoewel rijst in zowat de halve wereld op het menu staat, is risotto onmiskenbaar Noord-Italiaans, vooral in de regio’s Piemonte en Veneto, waar je trouwens heel uitgestrekte rijstvelden kan zien en waar ze de goede boter hebben. Risotto is strikt genomen een primo (een voorgerecht), maar wordt evenveel als hoofdgerecht geserveerd.

Risotto maken is kunst

Het maken van risotto is voor mij een kunst, waarbij je alle zintuigen moet gebruiken om tot een perfect gerecht te komen: zien, ruiken, voelen maar ook luisteren. Eigenlijk een heel therapeutische bezigheid na een dagje stress. Schenk je zelf een glas wijn, zet wat muziek op en neem je favoriete pan en houten lepel en geniet.

Risotto lijkt heel eenvoudig om te maken, maar het is een gerecht dat je onverdeelde aandacht van start tot einde nodig heeft. Die 20 tot 25 minuten ben je bezig met je risotto en niets anders.

Welke rijst voor risotto?

Laten we beginnen bij de keuze van de rijst. Voor risotto heb je korte korrelrijst nodig, zoals Arborio, Carnaroli of Vialone Nano (zie ook link onderaan). Dit zijn de ideale soorten rijst om risotto te maken. De kunst is om een rist te gebruiken die de vloeistof voldoende gaat absorberen zonder extreem te gaan kleven of te desintegreren. We hebben textuur en consistentie nodig.

Carnaroli is de ideale rijst voor beginnende risotto makers, omdat het eigenlijk heel moeilijk is om deze te overkoken. Carnaroli behoudt tijdens het kookproces heel lang zijn vorm en textuur, dit dankzij de twee lagen. De zeer resistente binnenlaag beschermt de korrel, zodat je deze rijst zonder al te veel problemen al dente kan koken. Arborio rijst is eigenlijk de meest temperamentvolle rijst en vergt toch al enige ervaring: hij overkookt gemakkelijk en doet de rijstkorrels desintegreren. Carnaroli is eigenlijk een uitvinding van net na de tweede wereldoorlog en is een kruising van arborio en Japanse rijst. Vialone nano zijn hele korte rijstkorrels die veel minder zetmeel bevatten, ideaal voor een visrisotto. Doordat deze rijst minder zetmeel bevat, lijkt hij ook lichter verteerbaar.

De twee geheime wapens

Wat je in jouw risotto verwerkt, is volledig jouw keuze. Persoonlijk hou ik het zo eenvoudig mogelijk. Wel geef ik je nog dit mee, namelijk mijn twee geheime risotto wapens. Ik heb jaren geleden leren risotto maken van een echte Italiaanse mamma, de moeder van een Italiaanse collega, die een trattoria uitbaatte. Ik heb daar twee weken lang elke avond in de keuken mogen kijken en leren, en heb daar de kunst van risotto maken geleerd. Het eerste geheim wapen is Brodo ai Funghi Porcini. Naast de klassieke bouillon meng ik er ook wat brodo bij, voor een meer intense en diepere smaak. En het tweede wapen gebruik je tijdens de afwerking: gebruik ietsje minder boter maar voeg er een stuk meegekookt beenmerg bij. De kaloriedokter zal waarschijnlijk protesteren, maar dit maakt je risotto oh zo lekker!

Risotto con funghi misti foodpairing met Amontillado Sherry 

Amontillado sherry is unieke complexe sherry omwille van het gecombineerde verouderingsproces. De sherry is subtiel en delicaat met zijn toetsen van hazelnoot. Zacht in de mond met een juiste zuurtegraad, droge afwerking en lange afdronk met hints van gedroogd fruit en met wijn doordrenkt hout. 

De hazelnoottoetsen van de sherry versterken de karakteristieke nootachtige smaak van de paddestoelen. Beiden hebben iets romigs, maar de scherpe en frissen Amontillado komt in evenwicht met de romige textuur van de risotto.

Wat heb je nodig? Voor 4 personen

  • 400 gram risotto rijst ( zie hierboven)
  • 400 gram gemengde paddenstoelen (funghi porcini, shiitake, bospaddenstoelen, …)
  • 1 sjalot, fijn gesnipperd
  • olijfolie
  • 1 ½ warme bouillon
  • 100 gram boter
  • 1 mergpijp
  • 75 gram parmezaan
  • Peper en zout

Hoe maak je het?

Zorg dat alles klaar is wanneer je begint. Je mise en place is dus heel belangrijk.

Zet de pan met de bouillon op een laag vuurtje en hou een pollepel klaar.

Kuis de paddenstoelen en versnij in plakjes indien nodig. Hou een paar mooie exemplaren voor de afwerking.

Neem een pan met dikke bodem en warm een lepel olijfolie en een lepel boter op. Fruit de fijn gesnipperde sjalot op een laag vuurtje. Wanneer de sjalot begint te kleuren mag je er de stukken paddenstoel bij doen. Roer regelmatig om. Na een paar minuutjes mag de rijst erbij. Goed omroeren want het is belangrijk dat alle rijstkorrels de vetstof opnemen. Je moet ze zien glinsteren.

Nu begint het echt werk, en in deze fase is geduld nodig. Giet een pollepel bouillon op de rijst: hete stoom zal uit de pan komen en de rijst kan het vocht beginnen absorberen. De bouillon moet echt volledig geabsorbeerd zijn vooraleer je er de volgende bij doet. Het proces versnellen heeft echt geen zin.

Mocht je gedroogde funghi porcini gebruikt hebben, mag je het water waarin je ze gehydrateerd er nu bijdoen. Of voeg een beetje Brodo ai Funghi Porcini bij, voor een diepere smaak.

Blijf in de volgende minuten bouillon toevoegen. Roer regelmatig om. Wanneer de rijst al dente – beetgaar – is haal je de pan van het vuur. We werken van met de rest van boter en de parmezaanse kaas. Deze maken je risotto smeuïg. Maar het geheim wapen in mijn risotto is beenmerg, dat ik meegekookt heb in de warme bouillon.

Versier de risotto met een paar mooie paddenstoelen en dien warm op.

NM.

Ossobuco Alla Milanese

9109

Vooraleer we het recept geven, eerst een klein beetje geschiedenis van dit historisch gerecht. Ossobuco of osso buco is een klassiek Milanees gerecht en betekent zoveel als ‘been met een opening’, verwijzend naar de mergpijp in het midden van de kalfsschenkel. De kalfsschenkel wordt horizontaal in stukken gesneden en heeft in het midden een been met beenmerg. Dat stukje beenmerg draagt bij tot de smaak van de ossobuco en werd vroeger uitgelepeld met een ‘essatore’. Een essatore of scavino is klein rond lepeltje en dateert uit vervlogen tijden, toen er nog ontelbare stukken bestek op tafel lagen. Ik heb er ooit eens één gezien in een antiekwinkel in Milaan. De originele ossobuco is een witte ossobuco, zonder tomaten.

Ossobuco zijn in witte wijn gebraiseerde kalfsschenkels op smaak gebracht door een traditionele soffritto van fijn gesneden wortel, ajuin en selder. Geen tomaten want die kwamen pas later uit de Nieuwe Wereld. In de moderne versie worden er wel stukjes tomaat aan toegevoegd. De andere onmisbare smaakmaker van ossobuco is de gremolata, een mengeling van peterselie, look en de zeste van citroen. Daar mee hebben we de belangrijkste bestanddelen van een ossobucco.

Risotto alla milanese

Vermits de ossobuco uit Milaan komt wordt hij opgediend met een al even traditionele bondgenoot, de risotto alla milanese, een romige goudkleurige risotto. De risotto is goudkleurig omdat er wat saffraan wordt bijgedaan. Deze risotto dateert uit 1574. Milaan is de stad met die heel mooie kathedraal, de Duomo. Een Vlaamse glaskunstenaar uit Leuven, Valerio di Fiandra, was aan het werk aan de getinte vensters van de kathedraal, en om een gouden tint aan het glas te geven mengde hij er saffraan bij. De saffraan werd en beetje zijn handelsmerk en op het huwelijk van zijn dochter werd er als eerbetoon saffraan bij de risotto gedaan.

12291773_1199438240072017_7508364753690248785_o

Als je ooit eens op doortocht bent in Umbrië, stop dan eens in het stadje Città della Pieve, in de buurt van het Lago Trasimeno, heel bekend voor zijn saffraan (Zafferano di Città della Pieve Umbria)

Wat heb je nodig ? voor zes personen

  • 6 stukken kalfschenkel
  • 2 medium ajuinen
  • 200 gram wortelen, in fijne blokjes gesneden
  • 200 gram fijn gesneden selder
  • 1 teentje look, fijn gesneden
  • 5 EL olijfolie
  • bloem
  • 375 ml droge witte wijn
  • 1 blik romatomaten, in stukken gesneden
  • 350 ml kalfsfond
  • Gedroogde tijm
  • Zout en vers gemalen zwarte peper

Voor de gremolata

  • 1 teentje look, zeer fijn gesneden
  • Zeste van een citroen
  • 1 handjevol fijn gesneden platte peterselie

Hoe maak je het?

Verwarm de olie op een middelmatig vuur in een grote pan met zware bodem. Je pan moet groot genoeg zijn om de kalfsschenkels in één laag te kunnen leggen. Strooi wat bloem op de schenkels en bruin ze aan alle kanten. Bak de schenkels desnoods in twee keer als dat gemakkelijker is.

Haal de kalfsschenkels uit de pan en verminder het vuur.

Verwarm ondertussen de oven tot 175 graden.

Ossobuco is een Italiaans gerecht dus is de basis een soffritto: we stoven de gelijke hoeveelheden wortel, selder en ajuin aan tot ze zacht zijn. Doe er op het laatste ook het fijn gesnipperde teentje look bij.  Deglaceer met de wijn en schraap alle bruine aanbaksels los. Nu mogen de blokjes tomaten erbij en wat takjes tijm.

Leg de aangebakken schenkels op de soffritto en giet er wat van de saus over. Kruid met peper en zout, zet het deksel op de pan en zet gedurende 1 uur en 30 minuten in de oven. Het vlees moet echt zacht zijn en bijna van het been vallen. Overgiet een paar keer met de saus.

9101

De Gremolata

We maken ondertussen de gremolata. Combineer de platte peterselie, de fijn gesnipperde  look en de zeste van citroen in een kommetje.

Haal de schenkels uit de pan en schik ze op een serveerschaal. Hou ze warm. Proef de saus en kruid bij indien nodig. Indien ze saus te dun is laat ze dan nog een paar minuutjes indikken op een zeer hoog vuur.

Giet de saus over de kalfsschenkels en werk af met een paar lepeltjes gremolata.

Mangia! Mangia!

NM.

In de oven geroosterde mergpijpen

0173

Eten is voor een groot deel bepaald door de herinneringen en familiegeschiedenis. Als men mij ooit vraagt hoe mijn laatste avondmaal er zou uitzien, dan waren in de oven geroosterde mergpijpen er zeker bij. Dit is echt één van mijn lievelingsgerechten, al van toen ik een klein nullammetje was. Ik herinner mij nog de heroïsche ‘gevechten’ thuis, toen mijn moeder mergpijpen klaarmaakte en er allerlei listen gebruikt werden om toch als eerste er te mogen van snoepen. Dit is trouwens ook het favoriete recept van de grote Anthony Bourdain.

Die gekookte dampende mergpijp, beenmerg rijkelijk bestrooid met vers gemalen peper en zout, op een snede vers brood: de hemel op een bord, gewoon super lekker. Mergpijpen zijn helaas een beetje uit de keuken verdwenen, alhoewel je ze toch hier en daar nog op het menu van enkele moedige restaurants ziet staan. Aan U de keuze of U zich beperkt tot de mergpijpen van rund of een mengeling van rund, kalf en lam. Voor mij zit er in kalf meer smaak, maar dat is subjectief. De tijd nodig om dit alles klaar te maken is ongeveer 20 minuten.

Wat heb je nodig?

  • 12 stukken mergpijp (3 tot 5 cm lang) 3 per persoon
  • 1 kopje grof gesneden verse platte peterselie
  • 2 sjalotjes, gesnipperd
  • 2 theelepels kappertjes
  • 1 ½  EL extra vergine olijfolie
  • 2 theelepels vers geperst citroensap
  • Grof zeezout naar smaak

Hoe maak je het?

Verwarm de oven voor op 225 graden Celsius. Leg de mergpijpen in een vuurvaste ovenschotel. Kruiden met peper en zout en een klein beetje olijfolie. Rooster de mergpijpen ongeveer 15 minuten of tot het beenmerg zacht is en begint lost te komen van het bot.
Ondertussen maken we een salade van sjalotten, kappertjes en peterselie. Ik gebruik hiervoor platte Italiaanse peterselie omdat die een heel uitgesproken smaak heeft, veel meer dan de gewone. We combineren de fijn geneden platte peterselie met de gesnipperde sjalotten en kappertjes in een kleine kom. Net voor botten klaar zijn doe je er de goede olijfolie en het vers geperst citroensap bij. Meng goed door mekaar en kruid met peper en zout.

Serveer de mergpijpen op een bord met de peterselie-kappertjes mix. Geef er vers brood bij (al dan niet getoast).

5548

Krokantjes van parmezaan, ingemaakte citroen en tijm

Persoonlijk geef ik er ook nog wat krokante ‘schijfjes’ van gesmolten parmezaan kaas bij. Je legt gewoon een hoopje geraspte parmezaan op een ovenplaat die je enkele minuten in de oven zet. De kaas begint langzaam te smelten en op te borrelen. Wanneer de schijfjes vorm beginnen te krijgen en goudbruin worden haal je ze uit de oven. Laat verder uitdrogen en hard worden op keukenpapier.

Maar wil je nog een niveau hoger mikken dan maak je de krokante schijfjes met parmezaan, stukjes citron confit en tijm.

Wat heb je nodig?

  • 2 EL fijn gehakte ingemaakte citroen of citron confit
  • 1 cup Parmezaanse kaas
  • 1 theelepel fijngehakte verse tijmblaadjes

5537

Hoe maak je het?

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Spoel de ingemaakte citroen onder koud stromend water. Verwijder het vruchtvlees met een scherp mes en snij de schil in zeer kleine stukjes. Dep ze droog met keukenpapier.

Meng de parmezaan met de stukjes ingemaakte citroen en de fijn gehakte verse tijm.

Neem een silpat of een bakplaat en leg er hoopjes van het mengsel op. Laat er voldoende ruimte tussen. Zet de bakplaat in de oven gedurende 4 tot 5 minuten. Haal de krokantjes uit de oven wanneer ze mooi goudbruin zijn en laat ze volledig afkoelen.  Haal ze van de bakplaat of silpat met een paletmes en leg ze nog even op wat keukenpapier.

In vervlogen tijden werd een speciale lepel gebruikt om de mergpijp uit het been te lepelen: een esattore of scavino, een oud Milanees dialect woord voor belastingontvanger. De bedoeling was, naar analogie, er dus echt alles uit te halen. Smakelijk.

NM.

5562

Boelie of Bouillie?

7164

Toen Nullam heel klein was ging hij regelmatig eten bij grootmoeder en daar stond op geregelde tijdstippen een grote pot op het vuur. De dampen en heerlijke geuren vulden de keuken en toen ik groot genoeg was om in de pot te kijken dreef daar dikwijls een been in, groot genoeg om Fred Flintstone jaloers te maken. In die tijd was zelf soep maken nog een normale zaak en had iedere beenhouwer een voorraad soepbenen, waarvan dan een heel lekkere bouillon getrokken werd. En als je geluk had zat er ook een stuk mergpijp tussen.

Een mens maakt soms zeer rare gedachtensprongen, want de reden waarom ik aan boelie/bouillie dacht was, doordat een vriend mij een link naar youtube doorstuurde met een zeer gekend liedje in Gent, van de hand van Walter De Buck. Het liedje noemt ‘Koevoet es beter dan boelie’ en het refrein gaat als volgt:  “Mee koevoet es beter dan boelie – Maar madam de predikant – Heeft liever nen eind saucie.

Het is een 19de eeuws stakingslied. Toen werd ook nog bijna alles van een dier gebruikt en ging er niets verloren.  Vroeger at men ook veel meer vlees dat gekookt werd, nu is dat nog bijna uitsluitend blanquette de veau. Toen verstond men de kunst om soepvlees klaar te maken, een (goedkoop) stuk uit de hals van het rund dat met afkookte om een krachtige bouillon van te trekken. Of het soepvlees werd niet volledig platgekookt en er werd gebruikt voor een maaltijd. Ik herinner me levendig warm soepvlees met wortelen – echt – op grootmoeders wijzen en purée.  Of een koude bouilliesalade, gewoon heerlijk!!! Dat zijn zo van die gerechten die je enkel nog in oude kookboeken zoals Cauderlier kan terugvinden. Drie gerechten uit de oude doos dus.

Bij het koken van soepvlees kies je voor een krachtige bouillon, en dan mag je echt het vlees platkoken. Ofwel gebruik je het stuk soepvlees voor een maaltijd, dus zorg je er best voor dat het draadjesvlees niet te taai is.

7166

De bouillie

Neem een grote kookpot en vul die met water en groenten zoals selder, wortelen, ui  enzoverder, alles wat je nodig hebt om een krachtige bouillon te maken. Doe daar de stukken soepvlees in en laat gedurende twee uren rustig sudderen.

Haal het vlees uit de pot wanneer het gaar is en serveer met smeuïge puree en wortelen. De bouillon gebruik je voor een soep.

Wortelen op grootmoeders wijze

Wat heb je nodig?

  • 10 wortelen
  • 1 medium ajuin
  • Verse tijm
  • Aardappelzetmeel (maïzena)
  • Een goede mosterd (bvb Gentse

Hoe maak je het klaar?

Schil de wortelen en snij ze in kleine stukken.  Smelt een klontje boter en fruit de fijn gesnipperde ajuin. De ajuin mag niet kleuren.  Voeg de stukken wortel erbij en laat deze een aantal minuten mee stoven. Roer af en toe eens om.

Overgiet de wortelen met water, voeg er de tijm bij en laat garen op een zacht vuurtje. Mijn grootmoeder deed er naast peper en zout ook een lepeltje suiker en mosterd bij.

Neem een pollepel van het kookvocht en doe er de maïzena bij. We gaan dit gebruiken om de saus te binden. Giet wat van het kookvocht af en doe er het kookvocht met de maïzena bij. Laat het vocht indikken en controleer de kruiding. Serveer met het soepvlees, de purée en geef er een goed mosterd bij.

Bouilliesalade

Wat heb je nodig?

  • Soepvlees
  • Platte peterselie
  • Zure zilveruitjes
  • Zure augurken
  • Mayonaise
  • mosterd

Hoe maak je het?

Bouilliesalade kan je gebruiken als beleg voor je boterhammen of als een echte salade. Kook een stukje soepvlees extra en laat afkoelen. Haal het vlees uit mekaar tot je slechts draadjes over hebt.

Snij wat platte peterselie fijn. Snij wat zilveruitjes en wat augurken fijn. Meng dit alles ondereen.

Neem wat zelfgemaakte mayonaise en meng er wat goede Gentse mosterd onder. Of maak een zure vinaigrette op basis van azijn, mosterd en olie.

NM.