Tag Archives: gelatine

Panna cotta met een coulis van kaki

De kakiboom komt van nature voor in de Himalaya en in de bergen van Myanmar, Thailand, Indochina, Korea en Japan. Wereldwijd wordt de vrucht gekweekt in de subtropen en in de tropen hoger dan duizend meter. De kaki is de nationale vrucht van Japan, maar het is mogelijk dat de oorsprong ervan in China ligt, waar men hem ‘Chinese pruim’ noemt, vandaar soms ook de naam ‘kakipruim’. De bekendste soorten zijn de sharonvrucht (de in Sjaron in Israël geteelde kaki) en de persimmon.

Deze kleurrijke vrucht, afkomstig uit Azië, is alomtegenwoordig in de winter. We combineren deze oorsterse vrucht met een klassieker uit de de Italiaanse keuken, de panna cotta. Het moet dus niet altijd een coulis van rood fruit zijn.

Wat heb je nodig?

  • 2 kaki’s
  • 50 cl vloeibare room
  • 1 vanillestokje
  • 100 gram suiker
  • 3 EL vloeibare honing
  • sap van 1 citroen
  • 2 blaadjes gelatine

Hoe maak je het?

Laat de gelatine weken in een kom met koud water.

Breng de room aan de kook met de (poeder)suiker. Leg het vanillestokje op een snijplank en snij het stokje overlangs door. Schraap vervolgens de zwarte vanille zaadjes, ook wel merg genoemd, met het mesje uit het stokje en voeg dit bij de room.

Giet de gelatine af en roer deze door de hete vloeistof. Meng goed en verwijder het vanillestokje. Laat afkoelen.

Schil de kaki’s en snij ze in stukjes. Doe ze in de blender met de honing en 3 EL citroensap.

Giet een beetje persimmoncoulis op de bodem van 4 glazen en zet deze 10 minuten in de vriezer. Vul aan met de afgekoelde room. Zet de glazen minimaal 4 uur in de koelkast voordat je opdient.

Serveer met de rest van de kaki coulis ernaast.

NM.

Op het vel gebakken Zeebrasem en gemarineerde kokkels, mousseline van bloemkool, gel van citroen

Een recept met heerlijke vis en seizoensgebonden garnering

Dit gerecht is redelijk eenvoudig te maken en toch is het heel elegant. De gemarineerde kokkels met de op het vel gebakken zeebrasem met de fluweelzachte bloemkool mousseline is een combinatie om je vingers bij af te likken. De gemarineerde kokkels en de gel van citroen zorgen voor wat friszure toetsen. Ik heb de kokkels gemarineerd in rijstazijn, omdat die wat milder is, maar je kan de marinade aanpassen aan je eigen smaak door een ander type azijn te kiezen. En ook de zeebrasem – dorade – heb ik kort gepekeld vooraleer deze op het vel te bakken.

Bloemkool

Om het recept licht te houden koos ik voor een mousseline van bloemkool in plaats van aardappelen. De wetenschappelijke naam van bloemkool is Brassica oleracea convar. botrytis var. botrytis en ze behoort tot de kruisbloemenfamilie  die wereldwijd voorkomen. Tot deze plantenfamilie behoren veel van de wintergroenten zoals bloemkool, boerenkool, broccoli, chinese kool, koolrabi, paksoi, radijs, spruitjes, waterkers en wittekool.

Geniet ervan.

Wat heb je nodig?

  • 2 zeebrasem (dorade) – gefileerd
  • 500 gram kokkels of venusschelpen
  • 1 bloemkool
  • 190 gram suiker
  • 1 liter melk
  • 40 cl vers citroensap
  • 100 gram grof zout
  • 30 gram boter
  • 6 gram agar agar
  • rijstazijn
  • zout en peper

Hoe maak je het?

Op voorhand: marinade van kokkels

Doe de kokkels of venusschelpen in een hete pan en kook ze tot ze allemaal open zijn, 3 tot 4 minuten. Haal de kokkels met een schuimspaan uit de pan en zet even weg. Haal de kokkels uit de schelp en doe ze in een kom met 40 gram suiker, 10 cl rijstazijn en 10 cl water. Laat 1 dag of nacht in de koelkast marineren.

De dag zelf: mousseline van bloemkool

Breng de melk aan de kook. Kuis de bloemkool en kook de bloemkoolroosjes in de melk. Giet af maar bewaar het kookvocht. Pureer de bloemkool met 3 EL eetlepels olijfolie en een klontje boter. Voeg indien nodig wat meer kookvocht bij. Controleer de kruiding en voeg peper en zout toe.

Gel van citroen

Breng in een pan het citroensap, 100 gram suiker en de agar-agar aan de kook. Laat 1 minuut sudderen. Giet in een spuitzak en laat opstijven in de koelkast.

Pekel van zeebrasem (saumure)

Giet 1 liter water in een kom of schaal en los er het grove zout en 50 gram suiker in op. Laat de zeebrasemfilets 10 minuten in de pekel weken.

Laat ze dan even uitlekken en dep ze droog. Ze niet afspoelen. Gaar de zeebrasemfilets in een hete pan met een beetje boter, met de velzijde naar beneden. Draai ze na 3 min om en laat nog 3 minuten garen.

Dresseren

Lepel de bloemkoolmousseline op je borden. Schik de filets op de borden. Lepel wat gemarineerde kokkels op en rond de vis. Werk af met wat dotjes gel van citroen en wat blaadjes waterkers.

NM.

De perfecte panna cotta

0019

Panna cotta behoort samen met tiramisu tot de populairste Italiaanse desserts. Desserts gemaakt van melk en room vind je in veel keukens terug en de verschillen zijn soms zeer klein: posset (zie recept), manjar blanco, de Engelse blanc-manger (koemelk en gebonden met maïzena) enzoverder, terwijl de echte panna cotta uit Piemonte gemaakt is met room en gelatine.

Panna cotta of gekookte room  is een elegant dessert met een fluwelen textuur, gemaakt door melk, room en suiker te laten opkomen, er dan gelatine bij te doen, in vormpjes gieten en in de ijskast te laten opstijven. Het wordt veelal geserveerd met één of andere coulis en vers fruit. Gemakkelijk te maken dus.

Maar niet alles is wat het lijkt, zoals met vele eenvoudige recepten. De smaak en de textuur moet echt zeer goed zijn, want je kan je niet verstoppen. Je kan dus snel en zonder al te veel moeite een goede panna cotta maken, maar wil je nog een stapje verder gaan dan zal je moeten experimenteren met de verhoudingen en de soorten room omdat dit de textuur gaat veranderen (rijker, romiger, lichter, …).

Aroma’s

Nog een woordje over aroma’s. De regel is dat als je er een aroma aan toevoegt, het delicaat en subtiel moet zijn. Het meest gebruikte aroma in panna cotta is een vanillestokje, maar je kan ook rozenwater, saffraan, karamel of de zeste van een citroen toevoegen. Laat de vanillestok een tiental minuten trekken in je mengsel, maar snij natuurlijk eerst de vanillestok open en schraap het vanillemerg er uit omdat dit er ook in moet.

Ook een vleugje alcohol kan, zoals bijvoorbeeld amaretto of cognac. Voeg dit echter toe op het einde wanneer het mengsel al iets afgekoeld is en begint op te stijven (geleren), of de smaak zal verdampen.

0029

Wat heb je nodig? Voor 6 personen

  • 4 blaadjes gelatine (zie artikel)
  • 350 ml dubbele room (zie hier voor tip)
  • 100 gram suiker
  • 350 ml volle melk
  • 1 vanille stok

Hoe maak je het?

Week de gelatineblaadjes in een kom met wat koud water.

Giet de room en de melk in een pan, voeg er de suiker bij verwarm op een zacht vuurtje al roerend tot de suiker is opgelost, tot net aan de kook. Neem de pan van het vuur en laat afkoelen.

Knijp de gelatine uit en roer deze in het lauwe roommengsel tot het opgelost is. Roer af en toe eens om.

Giet door een fijne zeef in de vormpjes. De gelatine zal nu zijn werk doen. Laat de vormpjes ongeveer 4 uur of een nacht in de koelkast rusten.

Tot zover ging alles zeer goed: maximum 15 minuten voorbereiding en een nachtje rusten, dus een dessert dat je gemakkelijk op voorhand kan maken.

Nu komt voor velen echter het moeilijkste deel: de panna cotta’s omdraaien op een bord. Je recept zal waarschijnlijk zeggen dat je potjes eerst een korte duik in kokend water moeten maken en dat je de inhoud met een mes moet losmaken. Spijtig genoeg en zeker in momenten van stress werkt dit niet, met als resultaat, verbrande vingers.

Een paar tips om dit te vermijden. Gebruik geen vormpjes met al te dikke randen. Vooraleer je de potjes vult, wrijf ze even in met een neutrale en smaakloze olie, dat helpt bij het losmaken. Ten tweede, vul de potjes tot bovenaan, dat helpt ook bij het losmaken, maar vooral bij het plaatsen op het bord. Om dit te vermijden kan je de panna cotta ook in mooie vormpjes maken en ze er helemaal niet uithalen.

Serveer de panna cotta bijvoorbeeld met wat vers rood fruit, dit zorgt voor een scherp contrast. Ik heb de panna cotta met lemon curd (zie recept) en met honing en pistachio noten geserveerd.

NM.

Zabaglione freddo al moscato d’asti

3031

Vandaag maken we zowat mijn favoriete dessert, sabayon, zabaione of zabaglione. Ik weet niet hoeveel liters sabayon ik al heb klaargemaakt in al die jaren, maar ik vermoed dat ik ongeveer een Fiat Cinquecento zou kunnen vullen. Ik eet het graag, maar ik maak het ook graag klaar. Een schitterende dolci (dessert) waarvoor je enkel een drietal ingrediënten nodig hebt, wat spierkracht en een beetje oefening. Sabayon is ideaal als je last minute nog een dessert moet maken.

De verhoudingen

De basis voor 4 personen is 4 eigelen, 2 eierdopjes suiker en 2 eierdopjes vloeistof. Probeer niet te ver van deze verhoudingen af te dwalen want een sabayon is een emulsie, dat betekent dat de verhouding vetstof versus vloeistof belangrijk is.

Ik maak mijn sabayon met Vin Santo, Marsala, Moscato D’Asti of zelfs Brachetto D’Acqui (een zoete, mousserende, rode wijn) gebruiken. Belangrijk is te weten wat je gebruikt, met andere woorden hoe zoet is mijn vloeistof, zodat je eventueel de ingrediënten wat kan aanpassen, of er wat vers geperst citroensap bijdoen om een beter evenwicht te hebben.

Voor deze sabayon gebruik ik een sprankelende wijn uit Piemonte gemaakt van de moscato bianco druif. Moscato verwijst naar het aroma van muskus van de druiven (Apiano genoemd door de Romeinen). Asti heeft DOCG kwaliteitsstatus (Denominazione di origine controllata e garantita) en hieronder vallen wijnen, de Asti spumante en de Moscato D’Asti. De Moscato is iets zoeter terwijl de Asti iets meer sprankelt en iets meer alcohol bevat.

Ik gebruikte deze keer een Asti Riccadonna DOCG verkrijgbaar bij Delhaize. Deze Asti is fruitig, natuurlijk zoet en vormt met zijn lage alcoholgehalte de ideale afsluiter van elke maaltijd. Inderdaad, een deel gaat in de sabayon en de rest wordt bij het dessert geserveerd. Riccadonna is in 1921 ontstaan in Canelli – Asti toen Ottavio Riccadonna er de productie van Piemonte-wijnen en vermouth startte. Sindsdien is de geschiedenis van het bedrijf sterk verweven met het gebied die zich in het hart bevindt van waar de Moscato d’Asti wordt geproduceerd. Gruppo Campari verwierf Riccadonna in 2003 en het volgende jaar werd de productie overgebracht naar de moderne structuur van Barbero 1891.

de truuk van grootmoeder copy

Nog een paar tips: eens je de suiker bij de eierdooiers hebt gedaan, moet je onmiddellijk beginnen kloppen. Anders gaat de suiker de eierdooiers verbranden. En eens je begint te kloppen, moet je doorgaan tot het einde. Geen tijd meer om een toiletbezoek te doen of nog even naar schoonmoeder te bellen.

Veel plezier met dit lekkere dessert. Au bain-marie doet er me net aan denken dat het Moederdag is in Antwerpen.

3015

Wat heb je nodig? Voor 4 personen

  • 4 grote eigelen
  • 2 EL suiker
  • 120 ml Asti spumante of Moscato d’Asti Riccadonna DOCG
  • 220 ml room
  • 2 gelatineblaadjes
  • spierkracht

Hoe maak je het?

Doe de eigelen, de Moscato en de suiker in het bovenste gedeelte van de bain-mariepan (bagnomaria), en hou deze voorlopig weg van het vuur. Klop onmiddellijk met een garde gedurende ongeveer 5 minuten tot het mengsel licht geel wordt en schuimig.

Laat de gelatineblaadjes zacht worden in wat koud water.

Breng ondertussen wat water in het onderste gedeelte de au bain-marie pan tot bijna aan het kookpunt. Zet het topgedeelte met het mengsel er bovenop. Nu moet je constant blijven roeren. Het mengsel zal eerst beginnen schuimen en dan na ongeveer 5 minuten opzwellen en indikken tot een zachte massa. Hoe zie je of je sabayon klaar is. Eerst zal je zin dat je garde sporen begint te laten in de sabayon. Gebruik de 8 seconden regel: lepel met je garde wat sabayon omhoog en laat het terug vallen. Dit hoopje sabayon zal langzaam terug vlak worden. Als je tot 8 kan tellen is je sabayon klaar. Haal de bovenste pan van het vuur en zet op een keukenhanddoek op het aanrecht.

Knijp het overtollige vocht uit de gelatineblaadjes en roer deze onder de sabayon. Laat verder afkoelen. Blijf roeren – ik weet het, je arm is moe – want helpt het verder indikken van de zabaglione.

Klop de room op en voeg deze bij de afgekoelde zabaglione. Verdeel de massa over de glazen en zet een paar uur weg in de koelkast.

Werk af met wat seizoensfruit.

NM.

3024

Madeleines met een frisse citroen posset

0354

Lang geleden behoorde de kleine Nullam nog tot de schoolgaande jeugd. Eén van de opgelegde boeken voor de lessen Frans in de humaniora tijdens was ‘A la recherche du temps perdu’ van Marcel Proust. We kunnen er lang over debatteren of je op die leeftijd al klaar bent voor dergelijke literatuur, maar het feit is wel dat dit boek van Proust de madeleines onsterfelijk en internationaal bekend heeft gemaakt.

Ik heb al altijd al een voorliefde gehad voor die kleine cakejes en ik mag gerust ervaringsdeskundige – in het eten dan wel – genoemd worden. Ik heb lang gewacht tot ik ze zelf beginnen maken ben. Het heeft eigenlijk geduurd tot ik een paar van die grote metalen bakvormen kunnen kopen heb. Ondertussen heb ik ook nog een paar extra silicone vormen aangeschaft voor de mini-versie zodat ik ze in grote hoeveelheden kon maken.

Deze kleine lekkernijen zijn eigenlijk helemaal niet moeilijk te maken. Er zijn genoeg goede recepten te vinden en na een beetje experimenteren met de techniek en het aanpassen van de benodigde ingrediënten, ben je vertrokken.

0413

Zoals iedere zich zelf respecterende blog kon ik niet achterblijven, vandaar madeleines in deze aflevering van ‘Nullam bakt het bruin’.

Maar ik wil nog een stap verder gaan. De perfecte manier om madeleines te eten is volgens mijn bescheiden mening, met een ‘lemon posset’. De smaken zijn heel complementair. Mijn proefkonijnen weten waarover ik het heb. Madeleines zullen nooit meer hetzelfde zijn nadat je ze samen met een posset hebt verslonden.

Posset was een warme drank, gemaakt van wijn of bier, warme melk en kruiden en was zeer populair in het Verenigd Koninkrijk van de Middeleeuwen tot de 19e eeuw. Het was oorspronkelijk een remedie tegen verkoudheden en je viel er makkelijker van in slaap. Al van in de zestiende eeuw werden possets gemaakt van citroensap, room en suiker.

Tijdens de tweede akte van “Macbeth” van William Shakespeare vraagt Macbeth hem een posset te brengen vooraleer hij naar bed ging. Lady Macbeth gebruikte de vergiftigde possets echter om de bewakers voor de slaapkamer van koning Duncan uit te schakelen:

The doors are open, and the surfeited grooms

Do mock their charge with snores. I have drugg’d their possets

That death and nature do contend about them,

Whether they live or die.

Om dan toch op een vrolijker noot verder te gaan, het was ook de drank bij uitstek voor de toost op huwelijksfeesten. Een posset set voor het drinken en serveren van posset was een populair geschenk tussen de koningshuizen in die tijd

Ik weet niet wie het recept van onder het stof gehaald heeft maar de NM tip van de dagmoderne versie van de posset maakt zijn comeback. Gelukkig maar want deze frisse lekkernij is perfect op warme zomerdagen.

Technisch gezien leunt de posset dicht aan bij panna cotta, alhoewel er geen gelatine gebruikt wordt voor de binding. Het is het zuur van het citroensap dat zich bindt met de proteïne in de room, dat voor de stolling zorgt.

Een paar tips

Als het beslag voor de madeleines klaar is, leg dan wat vershoudfolie op het oppervlak. Laat het deeg een paar uur rusten in de koelkast, liefst zelfs een hele nacht. Je kan zelfs het deeg al onmiddellijk in de vormpjes doen en zo laten rusten in de koelkast.Verwarm de oven tot de juiste temperatuur en zet er dan (rechtstreeks uit de koelkast) de bakvormen in.

  1. De Madeleines

Wat heb je nodig?

  • 125 gram boter
  • Zeste van 1 citroen
  • 3 eieren
  • 125 suiker
  • 125 gram bloem
  • ½ theelepel bakpoeder
  • Een snuifje zout
  • ½ theelepel vanilla-extract (optioneel)
  • Poedersuiker voor de afwerking

Hoe maak je het?

 

Smelt langzaam de boter en doe er de zeste van 1 citroen bij (en het vanilla-extract).

Klop de eieren met de suiker tot dit mengsel zeer dik en bleek is geworden en ongeveer drie keer in volume is vergroot.

Doe de overblijvende droge ingrediënten in een kom. Voeg hier eerst het ei-suikermengsel bij en vouw voorzichtig in mekaar tot dit goed gemengd is. Giet voorzichtig de gesmolten boter aan de buitenkant rond het mengsel, en meng ondereen.

Wanneer alles goed gemengd is leg je een stuk plastiekfolie over het deeg en laat deze minstens een paar uur rusten in de koelkast.

Verwarm de oven op 200 graden. Vet je madeleinevormen in met boter en doe er een genereuze lepel deeg in. Maak je geen zorgen over het mooi verspreiden van het deeg, de oven en de hitte zullen dit voor jou doen. Bak de grote madeleines ongeveer 11 tot 13 minuten en de kleintjes ongeveer 8 tot 10 minuten. Deze baktijden zijn natuurlijk afhankelijk van je oven. De madeleines moeten mooi goudbruin zijn en een beetje elastisch bij aanraking.

Haal de madeleinevorm uit de oven en haal de cakejes er voorzichtig uit. Laat ze op een rooster op kamertemperatuur afkoelen.

0361

  1. Lemon Posset

Wat heb je nodig?

  • 500 ml dubbele room (room met een hoog vetgehalte 48%)
  • 150 gram zeer fijne suiker
  • 75 ml vers geperst citroensap

Tip van de dag : Dubbele room heeft een vetgehalte van 48 %, terwijl de meeste room in onze winkels pas rond de 35 % ligt. Als je geen dubbele room kan vinden, kan je een mengeling van room (35 %) en mascarpone (80 %) maken (verhouding 2 op 1) en je zal dicht in de buurt zitten.

Hoe maak je het?

Opgelet: de posset mag op geen enkel ogenblik koken omdat anders het mengsel gaat schiften.

We beginnen door de room, de citroenrasp en het citroensap in een sauspan te doen en langzaam tot het kookpunt te laten komen. Haal dan van het vuur en laat gedurende 30 minuten trekken.

Giet deze crème door een zeef en dan terug in de pan en breng weer aan de kook. Laat gedurende 5 minuten zachtjes borrelen tot de crème begint in te dikken.

Vul nu de glaasjes of potjes en laat deze gedurende een paar uur afkoelen in de koelkast, tot de posset gezet is.

Serveer de citroen posset met de madeleines en geniet

NM.

Zwarte Woudtaart

2303

Zwarte Woudtaart (of Forêt noire) herbekeken

Dit is een dessert dat ik jullie niet wou onthouden. Wat doe je als niemand van je gasten gelijklopende smaken heeft ? De één eet dit niet, de ander dat niet en ga zo maar door. Ik ga hier niet uitweiden over de redenen want dat zou ons veel te ver leiden. Hoofdpijn krijg je er van. Toch wilden ze allemaal een heel lekker dessert. Na veel zoeken ben ik op een klassieke Zwarte Woudtaart gevallen. Maar we hebben die toch wat moeten aanpassen naar ingrediënten toe en ook naar uitzicht.

Een zwarte Woudtaart – forêt noire of Schwarzwälder Kirschtorte – is een génoise op basis van cacao, met kersen, slagroom, bedekt met chocolade en veelal geparfumeerd met kirsch. Génoise is een luchtige biscuit genoemd naar Genua in Italië maar de Zwarte Woudtaart zelf dateert uit 1915 en is ontworpen door Josef Keller, een pâtissier uit Bad Godesberg.

Mijn alternatieve versie

We hebben dus een alternatieve versie gemaakt : geen grote taart maar individuele porties. Ik heb de slagroom vervangen door witte chocolademousse, wat aan dit dessert een verrassende dimensie toevoegt. En we hebben er ook iets krokant aan toe gevoegd, namelijk een krokant chocoladekoekje dat we als bodem gebruikt hebben.

En ik moet zeggen, onze kieskeurige gasten waren tevreden. Als je het recept voor de eerste keer leest, ga je misschien denken dat het veel werk is, maar het valt enorm goed mee. Je kan alles op voorhand maken en het is eens leuk om wat te experimenteren.

4037

Wat heb je nodig?

Voor het deeg

  • 125 ml melk
  • 1/3 cup cacaopoeder
  • 50 gram donkere chocolade, fijn gehakt
  • 3 EL sterke koffie
  • 1/3 cup ongezouten boter, zacht
  • 3/4 cup suiker
  • 2 eieren
  • 1 theelepel vanille extract (zie recept)
  • 1 cup bloem
  • 1/2 theelepel natriumbicarbonaat (baking soda)
  • 1/2 theelepel bakpoeder
  • 1 snufje zout

Voor het krokantje

  • 130 gram donkere chocolade
  • 50 gram amandel- of hazelnootpoeder
  • 50 gram koekjes Crêpes dentelles gavottes

Voor de witte chocolademousse

  • 200 gram witte chocolade
  • 150 ml room
  • 2 eieren
  • 25 gram suiker voor bij de eierdooiers
  • 25 gram suiker voor bij de eiwitten
  • 1 blad gelatine

Hoe maak je het?

Het krokantje

Voor het maken van dit krokant koekje op basis van chocolade hebben we een specialiteit uit Bretagne gebruikt – uit de streek van Quimper, namelijk die flinterdunne koekjedes of crêpes dentelles. Laat de chocolade smelten au bain marie en zet opzij. Verkruimel de koekjes met een deegrol en doe ze bij de gesmolten chocolade. Er mogen zeker nog wat grove stukken in zitten. Ik vond dat er nog een smaakmaker bij mocht en heb er de helft met amandelpoeder en de andere helft met hazelnootpoeder gemaakt. Meng goed dooreen. Leg een vel bakpapier op je werkblad en giet het chocolademengsel er op uit. Leg er een tweede vel bovenop. Neem een deegrol en rol het krokantje uit tot een dikte van ongeveer 0.5 centimeter. Laat verder afkoelen en opstijven.

2782

Het deeg

Meng de melk met het cacaopoeder in een kom en zet opzij.

Meng de chocolade met de koffie au bain marie en roer tot je een gladde massa hebt.

Klop de boter met de suiker op tot je een lichte, smeuïge massa hebt. Zorg ervoor dat je ingrediënten op kamertemperatuur zijn en klop lang genoeg, zeker 10 minuten, tot de suiker volledig is opgenomen door de boter. De lucht die je in de massa klopt zorgt voor het cremig en smeuïg effect van je taart.

Nu gaan we er één voor één de eieren bij doen tot ze geheel zijn opgenomen. Als laatste voegen we het vanilla extract en het chocolade mengsel er bij.

In een andere komen doen we de droge  bestanddelen zoals de bloem, het zout, baking soda en het bakpoeder. Meng deze eens goed dooreen. We gaan nu vouwen: met een spatel droog onder nat mengen. We gaan het droog nu in drie keer met een spatel bij het natte mengsel doen, afwisselend met de chocolademelk. Spatel voorzichtig en roer zo weinig mogelijk, tot de droge ingrediënten zijn opgenomen.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Neem een vierkant cakevorm en giet het mengsel er in. Bak ongeveer 30 minuten. Je deeg moet nog vochtig zijn, dus doe eventueel de test met de tandenstoker. Haal uit de oven en laaf afkoelen in de vorm.

2295

De witte chocolademousse

Nu rest ons nog de witte chocolademousse te maken, de nachtmerrie van vele koks. Witte chocolade is geen donkere chocolade met een andere kleurtje. Neen, het bevat veel meer vet en veel minder cacao en gaat daarom gemakkelijker shiften. Je hebt ook veel meer witte chocolade nodig voor eenzelfde hoeveelheid in vergelijking met donkere chocolade. Kies voor goede witte chocolade om te beginnen en zorg ervoor dat je de mousse niet op het laatste moment maakt want er is toch wat kunst mee gemoeid en veel opkloppen (en veel kommen, volgens diegenen die de afwas moeten doen J).

Neem een sauspan met dikke bodem en zet dit op het allerkleinste vuurtje. Laat hierin de witte chocolade zachtjes smelten. Laat ook de gelatine smelten in wat lauw water.

Ondertussen nemen we twee propere kommen en gaan we de eieren scheiden. Doe de eierdooiers samen met de suiker in kom 1, en het eiwit met de suiker in kom 2.

Klop het eiwit tot het mooi stijf is. Klop ook de eierdooiers met de suiker op. In nog een andere kom gaa we nu de room opkloppen tot hij goed half stijf is.

In deze fase gaan we beginnen mengen: de opgeklopte eierdooiers mogen met een spatel bij de witte chocolade gevouwen worden.  Dit gaan we nu bij de opgeklopte room doen en met een garde even opkloppen. Meng er voorzichtig de gelatine onder en als laatste de stijgeklopte eiwitten. Nog een paar keer met de garde opkloppen. De witte chocolademousse zou nu toch de juiste consistentie moeten hebben. Laat gedurende een tweetal uur in de ijskast opstijven.

Het moeilijkste is nu echt voorbij.

Haal het juiste aantal kersen uit de bokaal en laat deze uitlekken. Neem wat van de siroop of het sap van de krieken en laat dit inkoken met wat suiker en een paar eetlepels kirsch of brandy. Laat afkoelen.

Niet iedereen is gek van deze krieken maar je kan eventueel wat van de kersen in stukjes snijden en onder de opgesteven witte chocolademousse mengen.

De Afwerking

Neem de opgesteven krokant en snijd er kleine cirkels of vierkanten uit. Neem je taartdeeg en snij ook hier cirkels of vierkanten van dezelfde afmetingen.

Voor de opbouw van de inviduele taartjes leggen we eerst een laagje krokant op een bord met daarop een stukje genoise.

Doe de witte chocolademousse in een sifon en spuit mooie vormpjes op het deeg. Indien je geen sifon hebt kan je dit ook doen met behulp van twee lepels. Het voordeel van een sifon is dat de mousse een luchtiger consistentie.

Werk af met een kers of een kriek en sprenkel er wat van de kersensiroop over en rond. Je kan er ook nog wat geschaafde chocolade over strooien.

Dit is een dessert waar je mee gaat scoren, maar er is zoals je ziet wat werk aan. Maar je kan echter alles op voorhand maken, zodat je kan wachten tot het laatste moment om de assemblage te doen.

NM.

Coda alla vaccinara: ragout van ossenstaart

1340

Vandaag staat ossenstaart op het programma. Velen zullen hiervoor hun neus op halen, maar dit is één van die dingen waar ik gewoon verzot op ben: die diepe en rijke smaak van de saus, het malse vlees, ja daarom.

Het gebruik voor culinaire doeleinden van ossenstaart gaat al eeuwen terug, toen niets verloren ging, alles van kop tot staart werd gekookt. Nu behoort de staart voor de meesten bij het slachtafval. Maar voor de liefhebbers is er goed nieuws, want je ziet de ossenstaart terug opduiken op de menu’s van chefs die durven. Vele beenhouwers hebben spijtig genoeg geen ossenstaart meer in de aanbieding, maar ik heb geluk, want de mijne heeft er altijd mooie verse. Vroeger werd enkel ossenstaart gebruikt, de staart van een gecastreerde stier, maar nu kan je gemakkelijk de staart van alle geslachten van het rund vinden. Een volledige staart weegt normaal tussen de 1 à 2 kilo en is tussen de gewrichten in stukken gesneden. De grotere stukken zullen natuurlijk het meeste vlees opleveren en die gebruik ik voor de ragout. De kleinere stukken gebruik ik dan meer voor bouillon of ossenstaartsoep.

Ossenstaart voor een stoofpotje of ragout wordt zeer traag gekookt of gebraiseerd. Het duurt dus even maar je wordt beloond met een diepe en rijke smaak van de bouillon of van het malse vlees zelf. Mijn grootvader zei altijd dat het beste vlees van dicht bij het been kwam. Het vlees van de staart bevat veel gelatine en is ideaal als basis voor een hartige soep of voor een rijke ragout. En deze beide gerechten gaan we deze week klaarmaken. Puur comfort food voor koude dagen. Omdat de benen van een ossenstaart veel gelatine bevatten en dus collageen loslaten, kan je de ossenstaart beter al een dag op voorhand maken, zodat je het gestolde vet er veel gemakkelijker kan afhalen.

Voor onze ragout van ossenstaart gaan we naar het oude Rome, waar zovele gerechten met slachtafval ontstonden: coda alla vaccinara – ossenstaart op de wijze van de beenhouwer.

1315

Wat heb je nodig?

  • 1/4 cup olijfolie
  • 1/4 cup platte peterselie
  • 1/2 teentje look
  • 1 grote ajuin, fijn gesneden
  • wortelen, dezelfde hoeveelheid als de ajuin
  • Selder, dezelfde hoeveelheid als de wortel en de ajuin
  • 1 grote ossenstaart (tussen de 1 en 1 ½ kg)
  • 350 ml witte wijn
  • 300 gram in stukken gesneden romatomaten
  • Zout en vers gemalen zwarte peper

Hoe maak je het?

We beginnen met een klassieke soffritto: we sauteren in een grote zware pan, in olijfolie op een middelmatig vuur, de ajuin, de wortelen en de selder. Dit onder voortdurend roeren tot de ajuinen bijna doorzichtig geworden zijn (ze mogen niet verbranden). De look mag er pas op het laatste moment bij omdat deze niet zoveel nodig heeft, in vergelijking met de andere ingrediënten. Wanneer de look een lichte gouden kleur heeft is het genoeg geweest.

Nu zijn we klaar voor de ossenstaart maar indien je pan niet groot genoeg is om de stukken ossenstaart te bakken, haal je de soffritto uit de pan en zet deze even opzij. Is de pan groot genoeg, schuif deze dan gewoon met een spatel langs de kant. Verhoog het vuur en bak de stukken ossenstaart aan alle kanten mooi bruin (ongeveer 5 tot 6 minuten)

Voeg er nu de wijn bij en de stukken tomaat en kruid met peper en zout. De ossenstaart zou zeker de helft moeten onderstaan, indien dit niet het geval is doe er dan wat water bij.

Verlaag het vuur tot het geheel rustig staat te pruttelen. Zet een deksel op de pan en laat nog zeker twee uur verder pruttelen.

Na twee uur controleer je de gaarheid: het vlees moet mals zijn en vlot van het been vallen. Laat anders nog een halfuurtje sudderen.

Wanneer het vlees mals genoeg is ben je klaar om te serveren. Maar, zoals reeds gezegd, zal er vet en collageen moeten verwijderd worden. Hou je pan wat scheef en verwijder het meeste vet. Als laatste mag de fijn gesneden platte peterselie er onder geroerd worden.

Als je de ossenstaart op voorhand gemaakt hebt, laat je de pan gewoon lang genoeg afkoelen tot het vet begint te stolen op de oppervlakte. Je kan het er dan gemakkelijk afhalen. Verwijder ook zoveel mogelijk de benen zonder vlees.

Wanneer je dan wil serveren, gewoon zachtjes opwarmen.

1341

Pinçage

Wanneer je de smaak nog dieper wil maken dan voeg je een paar lepels geconcentreerde tomatenpurée bij de gesauteerde groenten. Tomatenconcentraat bevat een hoge dosis zout en suiker maar is ook wat zuur, wat het ideaal maakt voor karameliseren. Het maakt de smaak van je gerecht veel intenser, maar ook de kleur. Deze techniek noemt pinçage (van het Franse werkwoord pinçer: knijpen of opstijven). En dat is juist wat het concentraat doet: het verstijft na contact met een warmtebron en laat dan pas de smaken los. Wanneer je deze techniek toepast, voldoende roeren dat de suikers niet gaan verbranden, maar enkel karameliseren. En een paar minuutjes is genoeg.

NM.

Magisch duo van chocolademousse

0313

We kozen voor een duo van donkere, bittere chocolade en zoete, romige witte chocolade. Onderaan dit artikel geef ik je ook nog wat alternatieve versies mee. We geven jullie dit succesrecept nu al mee, zodat je dit dessert volledig onder de knie hebt tegen Valentijn.

We gaan niet voor de klassieke chocolademousse maar voor een rijkere versie op basis van custard. Velen houden niet zo van witte chocolade omdat het zogezegd geen echte chocolade en veel te zoet is. En daarnaast zijn er ook mensen die niet houden van de bittere en veel intensere donkere chocolade. Dit dessert is dus eigenlijk een perfect compromis. Er is ook nog een andere reden waarom witte chocolade niet zoveel gebruikt wordt in de keuken en dat is dat het niet zo makkelijk is om mee te werken. De witte chocolade is samengesteld uit twee vetten die smelten op twee verschillende temperaturen, wat soms schiften of verbranden veroorzaakt, als je niet goed oplet. Traag smelten au bain-Marie is aangewezen en veel roeren.  En vooral, gebruik goede witte chocolade, waarin genoeg cacaoboter zit en geen minderwaardige vervangers.

Grammen eigeel?

Je zal zien dat we werken met grammen eigeel, in dit geval 25 gram eigeel. De standaard in patisserie is dat een normaal ei bestaat uit 17 gram dooier en 33 gram eiwit, maar dit is natuurlijk afhankelijk van de grootte van je ei.

0318

Wat heb je nodig?

Voor de custard

  • 65 gram room
  • 65 gram volle melk
  • 25 gram eigeel
  • 15 gram fijne suiker

Voor de witte chocolatemousse

  • 170 gram custard
  • 2 blaadjes gelatine
  • 225 gram witte chocolade
  • 250 gram room

Voor donkere chocolademousse

  • 150 gram volle melk
  • 300 gram room
  • 180 gram donkere chocolade (minstens 66%)
  • 2 EL bruine rum (optie)

Hoe maak ik het?

De custard

Klop het eigeel en de suiker tot er lintvorming onstaan is (tot ruban kloppen). Zet een pan op het vuur en breng de melk en de room aan de kook. Verwijder dan van het vuur en giet de het vloeistof over het eigeel-suikermengsel. Zet terug op het vuur maar op een lager vuur en roer goed om met een garde tot het mengsel is ingedikt. Voor diegene die met een thermometer werken: tot ongeveer 80 graden). Haal van het vuur en laat afkoelen.

Witte chocolademousse

Breng de melk aan de kook, haal van het vuur en doe er de gelatineblaadjes bij, de in stukjes gebroken witte chocolade en de custard. Meng goed dooreen een blijf roeren tot je een mooie schijnende textuur hebt. Laat tot ongeveer 55 graden afkoelen en doe er dan de licht opgeklopte room bij. Niet roeren maar er gewoon voorzichtig onder doen. Zet gedurende een paar uur weg in de koelkast tot de massa is opgesteven.

Donkere chocolademousse

Als laatste maken we de mousse van donkere chocolade. Breng de melk aan de kook en doe er de chocolade bij. Meng goed dooreen. Neem een mengkom en sla de room lichtjes op. Meng deze bij de chocolade en laat nog even opkomen tot maximum 55 graden.  Haal van het vuur en laat ook een paar uur afkoelen in de koelkast.  Voor diegenen die een beetje met smaken willen spelen, doe er eventueel 2 EL bruine rum bij. 

Afwerking

Vul de glazen met een laag witte en een laag donkere chocolademousse, dit met behulp van een spuitzak.

Alternatieve versies

Ik heb dit duo van chocolademousse nogal sober gehouden en enkel versierd met een beetje advokaat. Kies je voor een decadenter versie, leg er dan een bol crunchy ijs op en lepel er wat karamelsaus over. En in de zomer is er niets beter dan wat verse rood fruit en een paar muntblaadjes.

NM.

Gebraiseerde varkenswangen en kruidige venkel met appelsiensmaak

5332

Varkenswangetjes zijn eigenlijk de kaakspieren van varkens, vandaar dat het vlees nogal dooraderd is, wat ze ideaal maakt om te stoven. De zenuwen en pezen bevatten collageen dat zich door langzaam te stoven omzet in gelatine. De wangetjes worden zeer zacht en bevatten veel smaak. Vroger keek niemand er naar om maar ze zijn de laatste jaren zeer populair geworden en je ziet ze bijna overal op de menu staan.

We maken ze klaar als stoofpotje, door ze te braiseren in rode wijn en serveren ze met een lekkere, smeuïge aardappelpuree. Daarbij gaan we venkel stoven in vermouth en vers appelsiensap en afwerken met geroosterde venkel- en korianderzaadjes.

De gebraiseerde varkenswangetjes

Wat heb je nodig ? voor 6 personen

  • 12 varkenswangen (ongeveer 100 gram per stuk)
  • 1 ajuin
  • 1 fles rode wijn naar keuze
  • 1 bouquet garni
  • Een scheutje cognac

Hoe maak je het?

Snipper de ajuin fijn en smelt wat boter in een pan met dikke bodem. Voeg er de varkenswangen aan toe, kruid met peper en zout en laat langzaam braden. Wanneer ze een mooi kleurtje hebben mag de ajuin er bij. Laat even meebakken en strooi er dan wat bloem over en deglaceer met een scheut cognac. Vervolgens  mag de wijn er bij, en de bouquet garni.  Zet het deksel op de pan en laat rustig sudderen tot de varkenwangetjes gaar zijn. Reken op ongeveer twee uur.

5309

De aardappelpuree

Maak een smeuïge puree, ongeveer een 20 minuten voor het einde van de gaartijd van de varkenswangetjes.

De gebraiseerde venkel

Ondertussen maken we de venkel klaar. We gaan deze in de oven braiseren met appelsiensap en Noilly Prat, wat look en geroosterde venkel- en korianderzaadjes.

Wat heb je nodig?

  • 3 EL olijfolie
  • 3 venkelbollen
  • 2 teentjes look
  • 20 cl vermouth Noilly Prat
  • ½ liter bouillon  (kip of groenten)
  • 1 appelsien
  • ½  theelepel venkelzaadjes
  • ½ theelepel korianderzaadjes
  • zout en peper

Hoe maak je het?

Verwarm de oven voor op 170 graden. Venkel schoonmaken en in de lengte in stukken snijden. Doe 2 EL olijfolie in een braadpan met dikke bodem en bak de venkel tot de randen lichtjes bruin worden. Leg de stukken venkel in een ovenschaal. Doe hetzelfde met de resterende venkel. Doe er indien nodig nog de resterende lepel olijfolie bij.

Bak nu snel de fijn gesnipperde look in dezelfde pan, maximum 30 seconden. Deglaceer met de Noilly Prat en de bouillon en roer de bruine aanbaksels los. Laat gedurende 2 minuten reduceren.

Verwijder met een fijn mes of een zesteur een viertal fijne strips van de sinaasappel en pers hem dan uit. Leg de stukje zeste van de sinaasappel in de overnschotel op de venkel en gier er dan het appelsiensap over.

Neem een pan en rooster de geplette venkel- en korianderzaadjes tot ze hun geur beginnen los te laten. Giet deze ook over de venkelschotel, kruid met peper en zout en laat deze zachtjes in de oven braiseren, tot de venkel gaar is. Controlkeer de kruiding.

Assemblage

De puree gaat in het midden van het bord, gebruik eventueel een serveerring. Daarop leg je wat van de gebraiseerd venkel. Lepel er wat van het braiseervocht over. Bovenop leg je één of twee varkenswangetjes. Werk af met de jus van de varkenswangetjes.

NM.

Rose Markward Knox en de uitvinding van de gelatine

knox-gelatine

Op 18 november 1857 werd Rose Markward geboren. Ze trouwde in 1883 met Charles Knox in Johnstown (NY). U vraagt zich waarschijnlijk af met wat Nullam nu weer voor de dag komt. Lees nog een beetje verder want dit is het merkwaardige verhaal hoe één van de belangrijke ingrediënten uit de keuken ontstond.

De uitvinding van het gelatinepoeder

Rose hield van koken nog voor ze getrouwd was en speelde al vroeg met het idee om zelf een kookboek met recepten voor desserten te schrijven. Daarnaast hielp ze haar man met onderzoek voor het schrijven van zijn kookboeken. Op een dag zag hij Rose in de keuken bezig met het maken van gelatine, toen nog een zeer lang en arbeidsintensief proces. Beiden hadden een neus voor zaken en beslisten dan maar om op een andere manier gelatine te maken. En zo ontwikkelden ze in 1890, ‘s werelds eerste instant gelatinepoeder. Gedaan met het lange en moeilijke proces van beenderen af te koken om gelatine te maken.

Een schot in de roos!

Het Knox gelatinepoeder was geboren en veroverde als een bliksemschicht de Amerikaanse keukens. Ook haar kookboek “Dainty Desserts voor Dainty People” werd een bestseller waar miljoenen exemplaren van verkocht werden. Rose droeg van het ogenblik dat ze iets of wat bekend werd een hoed, maar dan ook overal, zelfs in haar keuken. Ze vond dat een zakenvrouw er als een dame moest uitzien, dus met een hoed, het statussymbool van een lady in die tijd.

Tot zover dit verhaal van twee creatieve mensen met een gouden neus voor zaken en marketing, want Knox gelatine werd zeer groot dankzij een uitgekiende – wegens gebrek aan grote budgetten – campagne. Lang voor Goodyear een zeppelin (luchtschip) gebruikte was er in 1906 al een Knox Gelatine luchtschip.

0085

Wat is gelatine?

Gelatine is een bindmiddel dat uit slachtafval (meestal huiden en beenderen van zoogdieren) wordt gehaald. In de huishoudkeuken kunnen twee soorten gelatine worden gebruikt: gelatineblaadjes en gelatine in poedervorm. Gelatine lost goed op in warm water en vormt bij afkoeling met dit water een gel. Het is wachten tot de massa begint te stijven. Je kan dit proces versnellen door de massa in ijswater te zetten. Gelatine zinkt naar beneden, dus roer de massa af en toe om, zodat de gelatine goed verdeeld wordt.

Vegetariërs mijden vaak van producten waar gelatine in voorkomt. Geen probleem, dan kan je Agar-Agar gebruiken, een Aziatisch vegetarisch alternatief voor gelatine.

Gelatine komt veel voor in snoepjes en zoetwaren maar ook in aspics, conserven en in zuivelproducten zoals mousses en bavarois. En zonder gelatine hadden we waarschijnlijk ook geen panna cotta (zie recept) gehad.

NM.