Tag Archives: San Marzano

Slaatje van quinoa, snel geroosterde tomaten en gegrilde halloumi

2831

Voor vandaag een gezond slaatje dat niet gebonden is aan de seizoenen. De basis is quinoa, het gezonde en voedzame superfood. Ik vind het nog altijd raar om in 2016 te moeten lezen dat dit het nieuwe superfood is, terwijl quinoa al eeuwen bestaat. Trouwens, 2013, was het door de VN uitgeroepen Internationale Jaar van de Quinoa. We gaan dit slaatje wat bijwerken met een aantal ingrediënten uit het Middellandse Zeegebied en het Midden Oosten. De vinaigrette maken we heel kruidig door het komijnpoeder en het paprikapoeder. Wens je nog pittiger, vervang dan de paprika door chilipeper. De rode ajuin, platte peterselie en munt vervolledigen de frisse elementen. We geven er wat geroosterde tomaten bij en gegrilde halloumi uit Cyprus. En het pittabrood grillen we met za’atar, het geheime wapen uit de Midden-Oosterse keuken. Dit zou iedereen in huis moeten hebben.

Wat heb je nodig?

  • 4 tomaten (San Marzano, trostomaten)
  • ½  rode ajuin, in fijne ringen gesneden
  • Halloumi
  • 150 gram quinoa
  • 1 EL rode wijnazijn
  • 1 theelepel komijnpoeder
  • 1 theelepel gerookt paprikapoeder
  • olijfolie
  • 1 theelepel komijnpoeder
  • Platte peterselie
  • Verse muntblaadjes
  • pitabrood
  • za’atar

6966

Hoe maak ik het?

We beginnen met de (kort) geroosterde tomaten, want die kan je al voorhand klaarmaken. Verwarm de oven op 200 graden. Leg de tomaten in een ovenschaal, besprenkel met een lepel olijfolie en wat zout. Rooster de tomaten gedurende 25 minuten, tot dat ze gerimpeld zijn. Laat afkoelen.

Maak een vinaigrette met de rode wijnazijn, olijfolie, komijnpoeder en paprika. Snij de rode ajuin in fijne lamellen.

Kook de quinoa beetgaar en giet af. Kruiden met wat zout. Meng met de rode ajuin en giet er de vinaigrette over. Werk af met de fijn gesnipperde peterselie, een beetje munt, de geroosterde tomaten en de gegrilde halloumi.

Wrijf het pitabrood in met olijfolie en za’atar en grill tot de broodjes krokant zijn. Serveer met wat yoghurt.

NM.

Merluzzo alla ghiotta

7898

Dit is een stoofpotje voor alle seizoenen. Dat het niet altijd vlees hoeft te zijn of en lange gaartijd nodig heeft, bewijst deze merluzzo (zwaardvis) alla ghiotta, een typische familieschotel uit Sicilië, meer bepaald uit Messina. Naast Vincenzo Nibali, de Haai van Messina, is Messina ook bekend voor de wondermooie Riviera dei Ciclopi, met de pittoreske vissersdorpjes Catania en Acireale.

Geen ingewikkelde ingredïenten, gewoon eenvoudige producten uit de streek en altijd voorhanden: lekkere rijke tomaten van San Marzano, groene olijven, kappertjes uit Salina of Pantelleria (ook Dochter van de Wind genoemd, hét eiland van de kappertjes en op een boogscheut van Sicilië) en vis. Als je zwaardvis kan vinden, gebruik deze dan, anders kan je gelijk welke stevige witte vis gebruiken.

En voor de rest laat je de temperatuur en je stoofpot zijn werk doen : zachtjes laten garen en de smaak van de verschillende ingrediënten tot een harmonieus geheel laten samenkomen.

Assolutamente da provare!!!

Wat heb je nodig?

  • 750 gram stevige witte vis (ik gebruikte kabeljauwhaasje)
  • 2 San Marzano of roma tomaten
  • 1 rode ajuin
  • 2 stengels groene selder
  • 50 gram kappertjes
  • 250 gram groene olijven
  • 1 teentje look
  • Rode chilipepervlokken
  • 600 gram aardappelen, vastkokend
  • Platte peterselie, voor de afwerking
  • Olijfolie
  • Peper en zout

Hoe maak je het ?

Dep de vis droog, snij in kleinere stukken en kruid met peper en zout.

Snij de tomaten in grove stukken. Snij ook de stengels groene selder fijn. Neem een grote pan die in de oven mag of een braadslede en doe er de stukken tomaat, de selder, fijn gesneden ajuin, look, olijven, kappertjes en rode chilipepervlokken in. Meng even dooreen en bedek met schijfjes aardappel tot de groenten volledig bedekt zijn.

Zet een deksel op de pan en zet op een middelmatig vuur. Laat dit gedurende ongeveer 20 minuten rustig sudderen. Schud af en toe eens zachtjes op. Na twintig minuten zouden de aardappelschijfjes zacht en bijna gaar moeten zijn.

Leg de stukken vis op de aardappelschijfjes en dek terug af met het deksel. Kook dit gerecht verder tot de vis gaar is. Wanneer je vis kook verliest hij zijn doorschijnendheid en wordt de vis opaak. Vis is gaar wanneer hij volledig opaak is en gemakkelijk uiteen valt wanneer je er met een vork in prikt. Dit duurt ongeveer 10 tot 12 minuten, maar de gaartijd is natuurlijk afhankelijk van de grootte van de stukken.

Dien onmiddellijk op. Werk af met fijn gesneden platte peterselie en wat meer kappertjes.

NM.

Ricotta gnocchi

3438

Vandaag doen we iets met een tomaat, maar niet zomaar een tomaat, maar de Pomodoro San Marzano dell’Agro Sarnese-Nocerino, de keizerin der tomaten. San Marzano tomaten hebben in vergelijking met andere tomaten veel dikker vruchtvlees, minder zaden en is veel intenser van smaak. Geliefd bij chefs over de ganse wereld is dit de ideale tomaat voor een echte tomatensaus.

San Marzano sul Sarno

De San Marzano tomaat dankt zijn naam aan het stadje San Marzano sul Sarno in de Italiaanse provincie Salerno, waar het de eerste keer gezaaid werd. San Marzano ligt dichtbij Pompei in de schaduw van de Vesuvius. En dat Mediterraan klimaat, de vlakke en vulkanische bodem met hoge hoeveelheden fosfor en potassium én de gunstige invloed van de zee dragen ongetwijfeld bij tot de uitzonderlijke kwaliteit. De San Marzano ziet er dus ook anders uit dan een gewone tomaat en dat zou te wijten aan de kruising van 3 soorten zaadjes, namelijk de Fiascona, de Fiaschella en de Koning Umberto. Deze tomaat is ideaal om er een heerlijke tomatensaus van te maken. De kenmerkende zoete smaak komt pas echt tot zijn recht bij het inkoken. Het veel dikkere vruchtvlees en de hoge hoeveelheid pectine zorgt voor een dikke saus en je zal er ook weinig zaadjes in vinden. Ik geef je geen recept voor tomatensaus mee, eerst en vooral omdat er genoeg te vinden zijn in ons archief. Mijn tomatensaus is heel eenvoudig en wordt gemaakt met San Marzanotomaten (rood), look (wit) en verse basilicumblaadjes (groen), een echte saus van la mamma.

Ricotta gnocchi

Bij deze lekkere tomatensaus geven gnocchi, maar deze keer maken we een lichtere versie van gnocchi, dus niet op basis van aardappelen, maar met ricotta. De traditionele gnocchi op basis van aardappel komen uit Firenze, maar deze lichtere versie wordt vooral gemaakt in het zuiden, in de wondermooie streek rond Amalfi. Daar worden ze ndundari genoemd. Deze streek was veel armer dan het rijke Firenze, dus gebruikten ze wat ze in huis hadden. Gebruik bij voorkeur doppio zerobloem, een type bloem die erg fijn gemalen is. We geven jullie nog twee tips mee. Laat het deeg even rusten vooraleer je begint, omdat het gemakkelijker te verwerken is. En zorg dat je saus klaar is, want de gekookte gnocchi gaan onmiddellijk in de saus.

Wat heb je nodig? Voor 8 personen

  • 450 gram ricotta
  • 400 gram”00″ of doppio zerobloem
  • 6 eigelen
  • 60 gram Parmezaan, vers gemalen
  • Een snuifje nootmuskaat
  • Peper en zout
  • Basilicum voor de afwerking

Hoe maak je het?

Laat de ricotta uitlekken in koffiefilters of in een neteldoek (ongeveer een uur).

Doe de doppio zerobloem met de ricotta, de eigelen en de Parmezaanse kaas in een grote kom en meng tot je een zachte, vochtige deeg hebt. Daar mag een snuifje nootmuskaat bij. Controleer de consistentie van je deeg door een beetje deeg in je hand te nemen. Als het nog aan je hand plakt (zoals kauwgom) moet er nog bloem bij gedaan worden. Begin met één eetlepel per keer, tot je een goede niet klevende consistentie hebt. Dek af en zet 30 minuten weg in de koelkast

Bestrooi je werkblad en je handen met bloem. Ook op de bakplaat waarop de afgewerkte gnocchi komen mag je wat bloem strooien.

Verdeel het deeg in 4 stukken en rol het uit tot een lange rol of cilinder van ongeveer 2 cm dik. Neem een scherp mes en snij er in een vloeiende beweging stukjes van ongeveer een ½ cm van. Herhaal dit voor de overige stukken deeg.

Je kan de stukjes deeg zo laten, en dan heb je kussentjes. Ofwel wrijf je ze zachtjes tegen een speciaal geribbeld houten plankje voor gnocchi (of tegen de achterkant van een vork)

Breng het gezouten water aan de kook. Zorg dat de saus warm is want we gaan de gnocchi verder afwerken in de pan met de saus (spadellata).

Giet de helft van de gnocchi – om geen overbevolking in je kookpot te krijgen – in het kokende water. Roer zachtjes rond zodat ze niet aan elkaar kleven. De gnocchi zullen zeer snel aan de oppervlakte komen. Laat ze dan nog twee minuutjes verder garen. Haal ze uit de pan met een uitleklepel en laat de gnocchi nog even snel doorwarmen in de saus. Dien warm op, afgewerkt met een blaadje basilicum.

Herhaal met de rest van de gnocchi.

NM.

Panzanella

6675

Panzanella is een klassiek voorgerecht uit Toscane en Umbrië en komt eigenlijk uit de armemensenkeuken, want het slaatje bestaat uit oud brood en nog wat restjes uit de keuken. Het wordt ook soms panmolle genoemd. Er bestaan natuurlijk weer eindeloze variaties van dit gerecht, maar waar niet over gedebatteerd wordt is het belangrijkste ingrediënt, namelijk het rustieke zoutloze brood – pan sciocco – genaamd. Dus geen fluffy wit brood zoals wij ze hier kennen, want het brood moet zijn vorm houden.

Liefst is het brood voor panzanella al een dag of twee oud. De kunst is natuurlijk om te zorgen dat je brood niet oud smaakt, en daarvoor heb je iets vochtig nodig. In de oude tijd werd daarom het brood met water besprenkeld, of het werd in water geweekt en dan uitgewrongen. Met als resultaat twee verschillende texturen. De toenmalige Toscaanse boeren hadden toen misschien enkel water, maar nu hebben we meer oplossingen voorhanden, zoals het sap van de tomaten die je zal gebruiken, of azijn of je laat gewoon de vinaigrette zijn werk doen. Het is wat zoeken naar de gulden middenweg tussen droog en geweekt brood. Ik persoonlijk kies voor de azijn vanwege de zing die je aan het brood geeft.

Naast brood zijn tomaten een belangrijke factor. Mijn voorkeur gaat naar rijpe San Marzanotomaten, die ik op voorhand in twee snij en met zout besprenkel. De sappen die zo vrijkomen gebruik ik in de vinaigrette.

Het volgende ingrediënt is ajuin. Terug zeer persoonlijk maar in dit type slaatje heb ik liefst ajuin van het zachtere, eerder zoete type. Lente-uitjes zijn iets te sterk van smaak.

Vervolgens zijn we bij de pepers aanbeland. Liefst rode en gele pepers, liefst rauw voor het crunchy element. In Italië is dit geen probleem maar onze overal te vinden rode en groene paprika’s hebben niet zoveel zon gezien als hun Italiaanse tegenhangers, vandaar dat ik voor de geroosterde versie kies.

En dan zijn we bij de afwerking gekomen. We beginnen met wat blaadjes basilicum, een perfecte combinatie met de tomaten en de olijfolie. Nu nog wat smaakmakers die de sla in evenwicht brengen, want we hebben nog geen zout en vooral zoete smaken. Ik kies voor het zuur van kappertjes, wat fijn gesnipperde look om in de dressing te verwerken en ik durf er wel eens een stukje gezouten ansjovis in pletten. Je ziet het niet maar de subtiele smaak is wel aanwezig. Nog een vleugje goede balsamico en mijn panzanella is klaar.

6668

Wat heb je nodig?

  • San Marzanotomaten (of andere rijpe tomaten)
  • Basilicumblaadjes
  • Ajuin
  • Rode en gele paprika
  • Oud brood
  • Olijfolie
  • Balsamico azijn
  • Kappertjes
  • Ansjovis
  • Vers gemalen peper en zout

Hoe maak je het?

Laten we beginnen met het roosteren van paprika’s. Verwarm de oven tot 200 graden Celsius. Snij de rode en gele paprika’s in twee, verwijder de zaadlijsten en de zaadjes, en leg ze met de snijkant naar beneden in een ovenschotel. Zet in de oven gedurende 10 tot 15 minuten tot het vel zwartgeblakerd is. Haal uit de oven en doe de paprika’s in een plastiekzak die je sluit. Laat afkoelen. Wanneer de paprika’s afgekoeld zijn, haal je ze uit de zak. Je kan nu heel gemakkelijk het vel verwijderen. Snij of breek de paprika’s in grote stukken en besprenkel met wat olijfolie.

In plaats van de paprika’s in de oven te roosteren, kan je ze ook direct over een vlam roosteren. Snij de stukken rode paprika in beetgare stukjes.

Nu de oven toch op staat kunnen we in dezelfde beweging ook te tomaten roosteren. Snij ze in de lengte in twee, strooi er wat peper en zout over en besprenkel met olijfolie en laat ze traag roosteren tot ze mooi zacht zijn en lichtjes gekarameliseerd. Het laatste halfuur mag je de grove stukken brood in de oven doen. Zoals reeds hierboven vermeld, breek ik het brood in stukken en laat die even in het sap van de gesneden tomaten liggen, vooraleer ik ze ga roosteren. Haal de stukken brood er uit en laat ook de tomaten afkoelen.

Neem een grote serveerschotel en schik er de tomaten, de stukje paprika en de stukken brood op. Breek de mozzarella in stukken en verdeel ook deze over de schotel, samen met de basilicumblaadjes en de kappertjes. Kruid met peper en zout.

We maken een dressing van olijfolie en wat goede balsamico. Plet er een stukje ansjovis in, roer even goed om zodat alles gemengd is en giet over de panzanella. Smakelijk eten.

NM.

6671

Heerlijk lekkere geroosterde kip op baskische wijze

0909

Vandaag en morgen zondag 30 oktober heeft het feest van het chilipoeder van Espelette plaats. Espelette chilipoeder (of piment d’Espelette of Ezpeletako biperra) is een typisch product van het Baskenland en het sleutelingrediënt voor een geslaagde pipérade. Het feest wordt ieder jaar georganiseerd aan het einde van de oogst van dit chilipepertje en alle huizen in de regio worden versierd met lange slingers rode pepers die hangen te drogen. Daarnaast vinden er talrijke culinaire activiteiten en gastronomische markten plaats, georganiseerd door de producenten.

Dus één groot volksfeest ter ere van dit lekkere granaatrode pepertje. Piment d’Espelette komt oorspronkelijk uit Mexico en kwam door Christoffel Columbus bij ons terecht in de 16e eeuw. Al in 17e eeuw werd het door de chocolatiers uit Bayonne gebruikt en later ook door de charcutiers om de jambon de Bayonne te kruiden.

Piment d’Espelette vind je meestal in verse, gedroogde en gemalen vorm. Het is pittig maar het brandt niet. Het poeder heeft ongeveer 1500 tot 2500 eenheden op de Scoville schaal, dus is het zeker niet pikant. Heb je geen piment d’Espelette in huis en je wil dit recept toch maken, gebruik dan een combinatie van ½ theelepel zoet paprikapoeder, ½ theelepel gerookt paprikapoeder en ¼ theelepel cayennepeper en je hebt een goede vervanger naar smaak toe.

Piment d’Espelette is sedert 2000 beloond met het label ‘AOC’ en met ‘AOP’ sedert 2002.

AOC of Appellation d’Origine Contrôlée is een Europese kwaliteitscontrole op landbouwproducten die moeten voldoen aan bepaalde productievoorwaarden en die moeten worden geproduceerd binnen een welbepaald geografisch gebied (in dit geval de volgende stadjes: Ainhoa, Cambo-les-Bains, Espelette, Halsou, Itxassou, Jatxou, Larressore, Saint-Pée-sur-Nivelle, Souraïde en Ustaritz). AOP of Appellation d’origine protégée is de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) en beschermt streekproducten zoals piment d’Espelette tegen namaak (enkel binnen de EU).

Voor deze gelegenheid maken we een overheerlijke geroosterde kip op baskische wijze, dus met piment d’espelette, met groene olijven, stukken chorizo en in de oven geroosterde paprika’s. Gegarandeerd een succes, neem het van mij aan.

2330

Wat heb je nodig?

  • 3 rode paprika’s, gehalveerd en ontdaan van klokhuis
  • 1 ajuin, in dikke stukken gesneden
  • 1 blik San Marzano tomaten van ongeveer 750 ml, uitgelekt
  • 150 gram chorizo ​​worst, diagonaal in stukjes gesneden
  • 5 teentjes knoflook
  • 8 stukken kip, naar keuze
  • 2 EL olijfolie
  • Een handjevol groene olijven, ontpit
  • 2 theelepels gehakte verse tijm
  • ½  theelepel zout
  • 2 theelepels piment d’Espelette

Hoe maak je het?

We gaan beginnen met de rode paprika’s te roosteren. Snij ze in twee, verwijder de zaadlijsten en de zaadjes en leg ze op een ovenplaat onder de grill van je oven met de snijzijde naar beneden. Wanneer ze zwart worden en het vel begint los te komen zijn ze klaar (ongeveer 12 minuten). Doe ze in een plastiek bewaarzak en laat ze afkoelen, zodat je het vel gemakkelijker kan verwijderen.

Kruid de stukken kip met verse tijm, zout en piment d’Espelette, overgiet met wat olijfolie, en leg ze in een ovenschotel samen met de ajuin en de teentjes look. Zet dit alles in de oven op een temperatuur van 220 graden (gedurende ongeveer 40 minuten of tot de kip gaar is). Doe er halverwege de baktijd de stukken geroosterde paprika, de chorizo en de tomaten bij. Doe er op het einde nog wat fijn gesneden groene olijven bij.

Je kan hier eigenlijk alles bij serveren: van rijst tot quinoa tot couscous … Smakelijk eten.

NM.

Bistecca alla Pizzaiola

3668

Er zijn zo van die dagen dat je moe thuis komt, zelfs te moe om eten klaar te maken, maar dat je toch zo snel mogelijk wil eten. Dat is het verhaal dit recept. Steak Pizzaiola is een klassieker uit de Italiaanse keuken, is snel klaar en heel lekker.

Che cosa questo?

Dit verhaal begint in Napels, de stad van de pizza’s en pizzamakers. Een pizzaiolo (pizzamaker) kwam heel moe thuis na een zware dag pizza’s maken. Hij wou daarom zo snel mogelijk eten. Zijn vrouw ging aan de slag met de luttele ingrediënten die ze in huis had, namelijk een paar steaks en wat tomatensaus. De man vroeg zijn vrouw wat het onbekende gerecht was . Ze antwoordde enkel dat hij het graag zou eten en de Bistecca alla Pizzaiola was geboren.

De pizzaiolo was zo in de wolken met dit gerecht dat hij het opdroeg aan zijn vrouw en Bistecca alla Pizzaiola noemde. Het is een gerecht uit Napels waar ze graag werken met oregano. Dus die gebruiken we om de saus op smaak te brengen.

Wat heb je nodig?

  • 1 biefstuk per persoon
  • Tomatensaus of een blik San Marzano tomaten
  • Een paar teentjes look
  • Gedroogde oregano

Hoe maak je het?

We maken een tomatensaus met de tomaten van San Marzano (zie recept).  Aangezien Bistecca alla Pizzaiola een Napolitaans recept is brengen we de tomatensaus op smaak met gedroogde oregano. Het is eenpansgerecht waarvoor we een braadpan met dikke bodem nodig hebben – die goed de warmte bewaart – om snel de steaks aan te bakken en de tomatensaus te reduceren.

Neem een braadpan met dikke bodem en verwarm wat olijfolie op een middelhoog vuur. Kruid de steaks, wrijf ze in met gedroogde (of verse oregano) en bak ze aan beide kanten. Liefst niet volledig bakken want we moeten ze aan het einde nog even in de saus laten doorwarmen.

Haal de steaks uit de pan en hou ze warm terwijl je de saus maakt.

Giet nog een klein beetje olijfolie in de pan en doe er de geplette look in. Bak de look tot die lichtbruin is (niet laten verbranden). Nu mogen de rode chilipepervlokken er bij en de rest van de oregano.

Als laatste mag de tomatensaus er bij (of een blik San Marzanotomaten). Schraap de aanbaksel van de steak los, laat de smaken mengen en de saus wat reduceren.

Nu mogen de steaks in de pan, zodat ze terug kunnen opwarmen, zonder terug te koken. Controleer de kruiding, haal de pan van het vuur en werk af met fijn gesneden platte peterselie. Dien op met wat geroosterd brood of tagliatelle. Bellissimo!

Dit is een zeer snel recept dat je (zelfs zonder voorafgemaakte tomatensaus) klaar maakt in 10 tot 15 minuten.

NM.

Spaghetti alle vongole in rosso

2613

Vandaag in « vangst van de dag » maken we terug zomer op je bord klaar, namelijk Linguine con le Vongole. Dit heerlijke voor- of hoofdgerecht betekent voor mij vakantie: zon en zee. Vongole veraci is Italiaans voor de gemarmerde tapijtschelp. Kan je die niet vinden, kies dan voor kokkels of de iets duurdere venusschelpen.

In Italië maken ze dit gerecht op twee verschillende manieren klaar, namelijk in bianco (zie recept), met witte wijn, look, peterselie en olijfolie, en in het zuiden vooral in rosso, met tomaten en basilicum.

Deze keer maken we de in rosso versie met mooi rijpe San Marzano tomaten. Kokkels, venusschelpen of andere schelpdieren leven op een zanderige zeebodem en kunnen dus wat zand bevatten. Laat ze liefst een aantal uren in koud water weken om het meeste zand te verwijderen. Je zal zien dat ik dit gerecht in twee etappen klaar maak en dat ik na het koken van de schelpdieren de saus ook even laat bezinken zodat het eventuele zand niet in je pasta terechtkomt.

Kies voor een dunne pasta zoals cappellini of linguine en kook deze iets minder dan de aanbevolen kooktijd, want we gaan de pasta verder afwerken in de pan met de saus (spadellata). Dat is zowat het geheim van dit recept. Op deze manier neemt de linguine – in plaats van het gezouten kookwater – alle smaken en wat van het vocht van je saus op. Bewaar altijd wat kookvocht voor het geval je te weinig vocht hebt voor je pasta.

2615

Wat heb je nodig?

  • Linguine
  • Venusschelpen of kokkels (ongeveer 15 per persoon)
  • San Marzanotomaten (vers of in blik)
  • 2 teentjes look
  • Olijfolie
  • Boter
  • 250 ml witte wijn
  • 125 ml water
  • Rode chilipepervlokken
  • Platte peterselie
  • Oregano
  • zout

Hoe maak je het?

Warm olijfolie op in een pan op een middelmatig vuur. Doe er 1 fijn gesnipperd teentje look bij en laat deze rustig goudbruin worden. Verwijder de look uit de pan, want hij heeft zijn diensten bewezen, namelijk de looksmaak aan de olijfolie geven. Neem ¾ van de kokkels of venusschelpen. Deze mogen nu in de pan, samen met de witte wijn en het water. Zet er een deksel op en laat de schelpen rustig garen tot ze open zijn (een goed 5 minuten). Overkook ze niet. Verwijder de schelpen en de zeevruchten uit de pan en laat de saus indikken. Giet de gereduceerde vloeistof in een kommetje en zet opzij. De zeevruchten mogen in een aparte kom. Verwijder zoveel mogelijk de schelpen en verwijder de schelpen die niet zijn opengegaan.

Een tip: vervang het water door kippenbouillon, voor een iets boterige saus

Warm opnieuw wat olijfolie in dezelfde pan en doe er het andere fijn gesnipperde teentje look bij, samen met de rode chilipepervlokken. Na een paar minuutjes mogen de overblijvende nog rauwe schelpen er bij. Schud goed op en giet er zachtjes de gereduceerde vloeistof bij. Zorg dat het bezinksel niet mee in de pan gaat, want je wil geen zand in je pasta. Ook de tomaten en wat fijn gesnipperde platte peterselie mogen er bij. Laat verder koken tot de schelpen zijn opengegaan.

Kook ondertussen de linguine al dente en giet af. In ieder geval een beetje minder lang koken dan de gebruiksaanwijzingen, want de pasta gaat zo dadelijk mee in de pan (deze techniek noemt spadellata).

Doe een klontje boter in de pan bij de schelpen, verhoog het vuur. Je mag er nu ook nog de reeds gekookte schelpen bijdoen, de kruiden en de pasta. Laat alles nog een minuutje doorwarmen en meng goed dooreen zodat de pasta een deel van de saus en de smaak kan absorberen.

Werk af met nog wat gesnipperde platte peterselie, wat Parmigiano-Reggiano, een draai van de pepermolen en een streepje goede olijfolie. Geef er ook wat (geroosterd) brood bij waarmee je de rest van die heerlijke saus kan verorberen.

NM.

2612

Bucatini All’Amatriciana

8729

Eén van de oudste pastagerechten is pasta alla gricia, oorspronkelijk komende uit het dorpje Grisciano, niet ver van Amatrice. De hoofdingrediënten zijn guanciale en pecorino.  Deze typische lokale producten werden door de schaapherders gebruikt om een snelle lucht te maken tijdens hun tochten door de Monti Sibillini en de Monti della Laga. We zijn in de buurt van Rome dus geen Parmezaanse kaas meer, maar pecorino romano. Guanciale is spek van gedurende 3 tot 4 weken gepekelde varkenswangen, een delicatesse vooral uit Lazio en Umbrië, waar de beenhouwerijen vol hangen met lekker ruikende guanciale. De smaak van guanciale is veel sterker dan die van bijvoorbeeld pancetta en het heeft ook een veel delikatere textuur. Guanciale eet je niet rauw maar laat je traag smelten in een pan zodat je het vet kan gebruiken om smaak te geven aan je andere ingrediënten.

klassiekers

All’Amatriciana

Later toen de eerste tomatensausen verschenen werd deze aan pasta alla gricia toegevoegd en kregen we de hele beroemde All’Amatriciana. De eerste tomatensausen verschenen in de kookboeken op het einde van de 18de eeuw, kijk maar in de werken van Alexandre Balthasar Laurent Grimod de La Reynière en L’apicio Moderno van Francesco Leonardi, een standaardwerk in 6 volumes over de Romeinse keuken uit 1790.

All’amatriciana is echt een ikoon van de Romeinse keuken, ook al ontstond het gerecht er ver vandaan. Het dorpje Amatrice waar deze pasta ontstond, viert in de maand augustus feest, het Sagra degli Spaghetti all’Amatriciana,  en deze staat volledig in het teken van deze pasta. Ook in de herfst – eind oktober, begin november – doen ze het nog eens over voor het Festa dell’autunno. Guanciale, tomatensaus en pecorino hebben we al als ingrediënten, nu nog de spaghetti. De tomatensaus in dit heerlijke pastagerecht  is zoals Romeo en Julia, onlosmakelijk verbonden met bucatini, dikke holle spaghetti.
8190

Wat heb je nodig?

  • Guanciale, in strips of blokjes gesneden
  • 1 ajuin
  • 1 theelepel chilipepervlokken
  • 1 blik San Marzano tomaten
  • Bucatini (of perciatelli)
  • Pecorino romano kaas

Hoe maak je het?

Doe de guanciale in een grote sauspan met dikke bodem en laat zachtjes smelten. Wil je er eerst een klein beetje olijfolie in opwarmen vooraleer je er de guanciale in doet, dat kan maar het hoeft niet.

Wanneer de guanciale zijn vet heeft losgelaten, mag je het vuur lichtjes verhogen en mag je de fijn gesneden ajuin bijdoen en de vlokken rode chilipeper. Laat de stukjes ui opwarmen tot ze transparant worden en lichtjes beginnen te bruinen en doe er dan de tomaten bij. Laat de saus even verder sudderen. Proef even en doe er desnoods wat zout bij.

Zet een grote pot water op en kook de bucatini volgens de gebruiksaanwijzingen, maar 1 minuut minder dan voorzien. Haal op het einde 3 tot 4 pollepels water uit de pan, net voor je de pasta afgiet.

Doe de pasta onmiddellijk bij de saus en meng goed dooreen. Dit is hoe we pasta afwerken, door de pasta te laten verder koken in de saus. We trachten ook een juiste balans te vinden tussen pasta en saus, vandaar dat we wat water achter de hand houden om eventueel de saus aan te passen. Dus indien nodig, doe er wat van het kookwater bij.

We doen er nu ook een beetje van de pecorino bij en een straaltje olijfolie voor een perfecte consistentie. Meng nog eens dooreen en verdeel over de borden. Werk af met de overige kaas.

NM.

Zelfgemaakte Meatballs

Polpette alla Casalinga

6746

Deze keer een typisch Italiaans en zeer populair familiegerecht. Op het eerste zicht een fluitje van een cent, maar er is een wereld van verschil tussen gewone balletjes in de tomatensaus en echt goede meatballs en authentieke tomatensaus. Meatballs of polpette komen origineel uit Zuid-Italië waar het een secondo piatto is. De Italianen die in de 19e eeuw migreerden naar de VS namen hun familiegerecht mee op deze tocht. Het zijn deze Italiaanse immigranten in de VS die de polpette gaan combineren zijn met pasta, wegens de andere eetgewoonten aldaar. Wie de schitterende reeks ‘The Sopranos’ gevolgd heeft, moet de polpette zeker een aantal keren op tafel gezien hebben.

Pellegrino Artusi (1820–1911) was de auteur van een zeer bekend Italiaans kookboek: “La scienza in cucina e l’arte di mangiare bene”. Dit kookboek was een unicum omdat het geschreven is in 1891, dus kort na de unificatie van Italië, en hij als allereerste een kookboek maakte met recepten uit alle regio’s van Italië. Hij was ook verantwoordelijk voor deze gevleugelde uitspraak: “Do not think for a moment that I would be so pretentious as to tell you how to make meatballs. This is a dish that everyone knows how to make, including absolute donkeys.

Het is één van mijn favoriete familiegerechten en ik heb er dus al veel geproefd in mijn leven, met wisselend succes echter. Belangrijk is een goede balans te vinden tussen de verschillende bestanddelen want sommige meatballs zijn te pikant en andere smaken teveel naar brood en broodkruimels. Ook de textuur laat soms veel te wensen over. Het recept hieronder is mijn versie en is tot stand gekomen na veel experimenteren. Ik kon het jullie dus niet onthouden.

We gaan achtereenvolgens de basis versie van de tomatensaus maken, de verse gekruide broodkruimels en meatballs. Laten we dus beginnen.

Onze Basis Tomaten Saus

Wat heb je nodig?

  • 2 EL olijfolie
  • 1 grote ajuin, fijn gesnipperd
  • 4 teentjes look, gepeld en zeer fijn gesneden
  • 3 EL verse tijm (of 1EL gedroogde tijm)
  • ½ wortel, fijn gesneden
  • 1 blik San Marzano tomaten (ongeveer 1 kilo)
  • Peper en zout

Hoe maak je het?

Verwarm de olijfolie in een kookpot met dikke bodem. Voeg er de gesnipperde ajuin en look bij en laat zachtjes garen gedurende 8 tot 10 minuten, tot de ajuin zacht is en lichtjes goudbruin. Doe er nu de tijm en de wortel bij en laat verder garen, tot ook de wortel zacht is geworden (ongeveer 5 minuten).

Doe er het volledige blik tomaten bij en breng tot aan het kookpunt onder veelvuldig roeren. Verlaag nu je vuur tot het minimum en laat rustig verder sudderen tot je saus dik genoeg is. De saus mag gerust een paar uur op het laagste vuur staan sudderen. Even proeven en kruiden met peper en zout, indien nodig.

Verse gekruide broodkruimels

Wat heb je nodig?

  • 2 EL olijfolie
  • Zeste van 1 citroen
  • 4 teentjes look (geplet en zeer fijn gesneden)
  • 6 sneden wit brood
  • Een handvol zeer fijn gesneden platte peterselie

Hoe maak je het?

Je brood mag gerust een paar dagen oud zijn. Haal de korsten van de sneden brood en doe het wit even in de keukenrobot tot je enkel nog kruimels over hebt.

Neem een grote braadpan, warm op een laag vuurtje de olijfolie op en doe er dan de zeste van de citroen en de look bij. Laat garen tot de look bijna doorzichtig is.

Voeg er nu de broodkruimels en de zeer fijn gesnipperde peterselie bij en laat nog een paar minuutjes verder bakken tot alles mooi goudbruin is. Haal van het vuur en laat de broodkruimels op wat keukenpapier afkoelen.

6748

De Meatballs

Wat heb je nodig?

  • 1 kilogram gemengd gehakt
  • 10 teentjes look, fijngesnipperd
  • 20 blaadjes basilicum (of salie), in chiffonade gesneden
  • Een handvol platte peterselie, fijngesnipperd
  • 50 gram pecorino romano kaas, gemalen
  • Zout en peper
  • Verse oregano blaadjes
  • 2 eieren
  • 6 sneden wit brood
  • 250 ml melk
  • 50 g verse broodkruimels
  • Olijfolie voor het bakken

Hoe maak je het?

Laat het brood weken in de melk. Giet de melk weg en doe het geweekte brood in een grote mengkom en doe er dan alle andere ingrediënten bij, uitgezonderd de olijfolie. Meng alles goed door elkaar.

Maak mooie egale ballen (van ongeveer 5 cm diameter) met je handen door het vlees tussen je handen te rollen. Maak je meatballs niet te klein want anders kunnen ze uiteenvallen in je saus.

Zet de afgewerkte meatballs gedurende een uur in de ijskast zodat ze steviger worden. Haal ze er pas uit als je klaar bent om te beginnen bakken. Je kan ze eventueel net voor het bakken nog even door een klein beetje bloem rollen.

Neem een grote braadpan en warm de olijfolie op. Bak de polpette mooi bruin. Bak ze desnoods in verschillende keren.

Voeg de meatballs gedurende 1 uur bij je sudderende tomatensaus en dien op. Schep wat verse dampende pasta op een bord, leg er een paar meatballs op en overgiet met je heerlijke tomatensaus. Werk af met wat basilicum blaadjes.

NM.

6896 2016

Braciole in tomatensaus

7923

Een keer per maand maak ik een grote hoeveelheid tomatensaus die ik dan uren op een zacht vuurtje laat sudderen. De gewone klassieke tomatensaus is zeer lekker en eenvoudig te maken. Je hebt enkel wat verse ingrediënten nodig: roma tomaten, look en basilicum. Deze saus gebruik ik dan als basis voor allerlei gerechten, zoals pasta, meatballs (polpette) en braciole al sugo. Het vele uren sudderen geeft een rijke, complexe smaak aan je saus. De kooktijd kan variëren tussen een tweetal uren tot bijna een ganse dag, afhankelijk van hoe dik en gekaramelizeerd je de saus wil hebben. Het heerlijke aroma van de tomatensaus, die op een klein vuurtje rustig verder suddert, vult de keuken en het is soms zeer moeilijk om er af te blijven. Gebruik verse tomaten, maar heb je er geen, gebruik dan gerust tomaten uit blik. De beste zijn de San Marzano tomaten en die kan je bijna overal vinden.

Vandaag maken we braciole. Braciole zijn dun gesneden lapjes vlees (of vis), die gevuld en opgerold worden en dan in olijfolie worden gebakken, geserveerd met een tomatensaus. De naam braciole zul je vooral op menu’s in de Verenigde Staten of in Sicilië zien, terwijl je in het noorden van Italië eerder naar involtini zal moeten zoeken. Er zijn zoveel variaties van dit gerecht als er grootmoeders bestaan. Je kan het zowel eten als voor- of hoofdgerecht. Heb je geen tomatensaus bij de hand, dan volgt hieronder het recept voor een snelle tomatensaus.

7896

Wat heb je nodig?

Voor de snelle tomatensaus

  • Ajuin
  • Look
  • Een blik roma tomaten

Voor de braciole

  • Varkensfilet
  • Prosciutto
  • Pijnboompitten
  • Zongedroogde tomaten
  • Wat verse kruiden zoals salie, rozemarijn, basilicum of tijm

Hoe maak ik het?

Laten we beginnen met de snelle tomatensaus. Een snelle, bijna niet gekookte tomatensaus heeft natuurlijk een veel lichtere smaak: de smaak van tomaten is prominent en ook de zoetigheid van tomaten komt meer naar voor. Snipper een ui en wat look en laat deze een paar minuten zweten in een pan. Voeg er dan de tomaten bij en laat gedurende 10 minuten sudderen. Kruiden met peper en zout. Voeg er wat verse kruiden bij naar wens.

Om gemakkelijk dunne lapjes van je stuk varkensgebraad te snijden leg je het gedurende 30 minuten in de diepvriezer. Leg vervolgens de dun gesneden lapjes vlees tussen vershoudfolie en bewerk ze met een vleeshamer tot ze heel dun geworden zijn en bijna verdubbeld zijn in oppervlakte.

Maak de vulling door de prosciutto zeer fijn te snijden en voeg er de fijngehakte pijnboompitten en zongedroogde tomaten bij. Snijd wat verse tuinkruiden fijn. Meng dit alles goed dooreen, kruiden met peper en zout en voeg er een beetje olijfolie bij. De liefhebbers van kaas kunnen er eventueel wat parmezaan bij doen.

Smeer wat van deze vulling op ieder lapje vlees, rol deze losjes op en sluit af met tandenstokers of keukenkoord.

Neem een grote braadpan en bak de braciole in olijfolie tot ze mooi bruin zijn. Doe er de tomatensaus bij en laat nog eventjes sudderen. Haal er de tandenstokers of koordjes uit vooraleer je de braciole op een bord serveert.

Serveer op een bord dampende pasta of met een smeuïge aardappelpuree, klaargemaakt met wat look, gesnipperde bieslook en fijngesneden platte peterselie. Strooi er als versiering wat platte peterselie en parmezaan over.

NM.

3896