Tag Archives: saffraan

Persische kip met Kweepeer en saffraan

De kweepeer

Net zoals vergeten groenten is er ook vergeten fruit, zoals de kweepeer. De kweepeer of kweeappel (Cydonia oblonga) is een boomsoort uit de rozenfamilie (Rosaceae). De plant is nauw verwant aan de appel, de peer en de lijsterbes. De soort komt oorspronkelijk uit het gebied rondom de Kaspische Zee, de Kaukasus en Transkaukasië. Dankzij de Romeinen is de kweepeer in onze regio aanbeland.

Kweeperen zijn rijk aan vezels, kalium, foliumzuur en vitamine C en A. Een kweepeer bevat meer vitamine C dan een appel. Mensen hebben geneeskrachtige eigenschappen aan kweeperen toegeschreven (als middel tegen koorts en hoest en bij maag-darmproblemen). Trouwens, ons woord “marmelade” is afgeleid van het Portugese woord “marmelo”, wat staat voor kweepeer.

Ook in de Griekse oudheid kwam de kweepeer al voor. Zo was het toen het symbool voor schoonheid, liefde en vruchtbaarheid (de vrucht van Aphrodite). 

De Persische keuken

Kweeperen zijn rauw oneetbaar. De hoge concentratie aan tannine geeft de vrucht een harde, bittere, houtachtige smaak. Wanneer gekookt, smaakt de kweepeer echter als appels of peren.

Met dit gerecht gaan we naar de oorsprong van de kweepeer, namelijk de Persische keuken. We maken een khoresh, een stoofpotje met kip en kweepeer en serveren er een authentieke gestoomde rijst – chelow – bij.

Van binnen is de kweepeer wit, maar wanneer je de kweepeer kookt, verkleurt deze tot prachtig roze of zelfs diep rood. 

Wat heb je nodig?

  • 1 kip
  • sap van 1 citroen
  • olijfolie
  • platte peterselie

Voor de rijst

  • 300 gram basmati rijst
  • 75 gram boter
  • 50 gram pistachio’s
  • zeste van 1 mandarijn
  • sap van 2 mandarijnen
  • 100 gram granaatappelpitten
  • 1 rode ajuin
  • saffraandraadjes
  • 1 kaneelstok
  • 500 ml kippenbouillon
  • 2 kweeperen, in stukken gesneden
  • platte peterselie
  • chilipepervlokken

Hoe maak je het?

Marineren van de kip

We gaan de kip één dag op voorhand marineren door de stukken kip een plastiek zak of keramische/glazen kom te doen. Daar doen we flink wat olijfolie bij, citroensap, peterselie en peper en zout. Laat dit een nacht marineren.

De gestoomde rijst (chelow)

Doe de basmatirijst in een pan met kokend water en laat 10 minuten sudderen. Giet de rijst in een zeef en spoel met koud water. Neem een pan met zware bodem en leg er een stuk bakpapier in. Smelt een lepel boter op een zacht vuur. Wanneer de boter gesmolten is giet je de rijst vooorzichtig in de pan. Niet aanstampen! Zet het deksel op de pan en zorg dat de pan goed afgesloten is (steek desnoods wat keukenpapier tussen pan en deksel). Laat nu de rijst gedurende 1 uur stomen (afhankelijk van je vuur). Pas op als je gaat kijken want de stoom is heel warm. Mocht de onderkant van de rijst wat bruin zien, geen probleem, die mag je in de pan laten. De rijst van de rijst werken we zo meteen af.

De kip

Zet een pan met zware bodem (en deksel) op een hoog vuur en bak de stukken kip tot ze mooi goudbruin zijn. Voeg er de marinade bij. Bak ook de fijngehakte ajuin, In de volgende stap mag je er de kaneelstok bijdoen, samen met de saffraandraadjes, wat chilipepervlokken, de stukken kweepeer en tenslotte de kippenbouillon en het sap van 2 mandarijnen. Meng even dooreen, zet het deksel op de pan en laat rustig verder garen in de oven.

De rijst afwerken

Smelt de rest van de boter in een grote pan en doe er de fijngehakte pistachio’s bij. Laat deze een paar minuten bakken en doe dan de rijst in de pan. Doe er wat zeste van mandarijn over. En meng goed. Giet in een serveerkom, meng er de granaatappelpitten bij en de peterselie.

Haal de kip uit de oven, check de smaak en de kruiding, en werk af met platte peterselie.

Dien onmiddellijk op met de gestoomde rijst.

NM.

Kheer, Indiaas rijstdessert

Kheer is de Indiase versie van onze rijstpudding, maar persoonlijk vind ik deze versie door de kardemom en saffraan iets verfijnder smaken. Je maakt kheer klaar in een pan op je fornuis met basmati rijst. Maar door te spelen met andere types rijst en door de kheer in de oven te bakken gaan de rijstkorrels trager de kruidige melk absorberen. En daardoor krijg je een rijk, dik en romig rijstdessert.

Kheer en payasam

Chawal ki kheer of rijst kheer is een traditionele rijstpudding gemaakt
voor de meeste gelegenheden in Indiase gezinnen. Kheer en payasam zijn termen die door elkaar worden gebruikt. Beide zijn afgeleid van het Sanskriet en beteken melk.

Voor een traditionele kheer hebben we melk, rijst, zoetmakers en aromatische specerijen nodig. We gebruiken volle melk en die gaan we kruidig en ‘zoet’ maken met kardemom en saffraan. De rijst moet dus langzaam garen in de warme, gekruide melk.

Specerijen

Kheer is een bijzonder voedend gerecht. Door de kardemom, die zeer verwarmend werkt, wordt het spijsverteringsvuur aangewakkerd en zijn alle voedingsstoffen, waaronder de zuivel, goed te verteren. Kardemom opent de inwendige kanalen en zorgt voor een betere circulatie. En de saffraan is stimulerend, werkt als een afrodisiacum en verhoogt de bloedcirculatie.

Als garnering kun je van alles gebruiken. Vaak worden er grofgehakte amandelen of pistachenoten gebruikt. Of een beetje fruit.

Zoek je een lekker en vooral makkelijk nagerecht om je maaltijd mee af te sluiten? Dan kan ik je deze kheer zeker aanraden! Je maakt hem redelijk snel en is zowel koud als warm lekker. Zelf vind ik hem lauwwarm het allerlekkerste. 

Wat heb je nodig?

  • 220 gram carnaroli of arborio rijst
  • 750 ml volle melk
  • 600 ml room
  • 1 vanillestokje
  • saffraan
  • 75 gram suiker
  • 10 kardemom peulen

Hoe maak je het?

Laat de rijst 20 minuten weken in koud water. Spoel en giet af.

Doe alle ingrediënten in een pan op een zacht vuurtje en breng aan de kook. Haal van het vuur en laat een goed 20 minuten infuseren. Verwijder de kardemom peulen en het vanillestokje en zet terug op het vuur. Laat zachtjes sudderen.

Verwarm ondertussen de oven op 150 graden. Doe de rijst bij de warme vloeistof en laat even doorwarmen. Giet in 1 grote vorm of individuele vormen. Bak af in de oven gedurende ongeveer 45 minuten (afhankelijk van je oven) of tot de rijst gaar is.

Serveer met pistachenoten, gebakken amandelschilfers, gepocheerde peren of gewoon stukjes verse peer.

NM.

Bourride met aïoli

Nullam Microwaveum-0354

Bourride is een visgerecht uit de Languedoc, gelijkaardig aan de bouillabaisse uit de Provence. Het is een kruising tussen een vissoep en een stoofpotje. En met dit gerecht zitten we nog even in de vakantiesfeer.

Dit gerecht maak je zeer snel klaar. Hier volgen enkele tips. Kies voor een aantal soorten harde witte vis die ongeveer dezelfde gaartijd hebben. Zorg dat alle visgraten verwijderd zijn. Maak de visbouillon op voorhand en hou deze warm tot je deze gaat gebruiken. De aïoli maak je op voorhand. Zorg dat alle ingrediënten voor de aïoli op kamertemperatuur zijn. De visbouillon die geparfumeerd wordt met de (geroosterde) venkelzaadjes, saffraan en witte wijn wordt ingedikt en op smaak gebracht met de pittige aïoli. Aïoli is een emulsie op basis van eigeel, dus voeg die er pas op het laatste moment bij en laat niet meer inkoken op een hoog vuur. Gewoon op een laag vuurtje een paar minuten laten inwerken.

Wijnsuggestie

Om in de vakantiesfeer te blijven geef je er een lekkere rosé bij, of een lichte rode wijn uit de Rhônestreek of een witte wijn type Picpoul de Pinet.

Smakelijk!

Nullam Microwaveum-0346

Wat heb je nodig? (voor 6 tot 8 personen)

Voor de aïoli

  • 2 eigelen (op kamertemperatuur)
  • 250 ml olijfolie
  • 2 EL citroensap
  • 1 teentje look, geplet
  • Een snuifje zout

Voor de bourride

  • 1 kilo vis (en zeevruchten) naar keuze
  • 1 ajuin, fijn gesnipperd
  • 1 EL venkelzaadjes
  • 2 teentjes look
  • 1 laurierblad
  • een snuifje cayennepepr
  • 375 ml droge witte wijn
  • 1 liter visbouillon
  • Saffraan
  • Prei (1 steel prei, optioneel)
  • peper en zout
  • platte peterselie (voor de afwerking)
  • stokbrood

Nullam Microwaveum-0338

Hoe maak je het?

De aïoli

Neem een vijzel of een andere stevige kom. Doe er de eigelen in, samen met het citroensap en de geplette look. Meng goed – in draaiende bewegingen – met de stamper. Voeg er beetje bij beetje een fijn straaltje olijfolie bij, tot de aïoli begint in te dikken. Niet teveel olijfolie in één keer toevoegen, want je aïoli kan schiften. Je moet een dikke romige saus krijgen. Voeg er de rest van de olijfolie bij tot je een mooi geëmulsifieerde aïoli hebt. Controleer de smaak en kruid bij indien nodig (peper en zout)

De bourride

Verwarm een lepel olijfolie op een middelmatig vuur in een grote, zware pan. Voeg er de venkelzaadjes, ajuin en look bij laat deze deze gaar worden. Na ongeveer 15 minuten mag het laurierblad en de wijn erbij, laat deze wat reduceren en voeg er dan de visbouillon bij (je kan ook een combinatie van vis- en kippenbouillon gebruiken om minder die vissmaak te hebben). Giet er eventueel ook wat water bij. Verminder het vuur en laat zachtjes inkoken.

Filter de bouillon en giet deze terug in de pan. Voeg er nu je stukken vis en scampi bij. En een snuifje saffraan. Indien je verschillende soorten vis gebruikt, moet je rekening houden met verschillende gaartijden.

Na enkele minuten is je vis gaar. Haal deze uit de pan en verdeel over de borden. Neem een pollepel en giet een lepel bouillon bij de aïoli. Giet deze mengeling terug in de pan en laat nog 5 minuten binden op een middelmatig vuur. Lepel de warme gebonden bourride over de vis. Werk af met wat fijn gesnipperde peterselie en stukjes geroosterd brood en wat aïoli.

NM.

Auberginesalade met saffraan yoghurtsaus

3565

Dit is het eerste recept en artikel dat ik publiceer sedert de feesten en elk jaar heb ik hetzelfde probleem: met wat begin ik in het nieuwe jaar? En in feite is de keuze snel gemaakt, want rond om mij hoor ik veel mensen klagen dat ze tijdens de voorbije feesten – weeral – te veel hebben gegeten. Ik denk dat iedereen wel weer goede voornemens had, maar toch maar weer eens in de val van de overvloed gelopen zijn. Ik had zo in mijn omgeving al eens een Alone in the Kitchen with an Eggplantvoorzichtige peiling gedaan, wat ze graag zagen verschijnen. Maar het antwoord was redelijk kordaat: hoe kan jij nu aan eten denken?

Dus kozen we voor iets licht, gezond en vegetarisch. Dit slaatje van aubergineschijven en rode ajuin wordt een heus smaakbommetje omwille van de granaatappel en de dressing die we er bij geven.

Nog even uw aandacht voor dit boekje dat ik pas uitgelezen heb: Alone in the Kitchen with an Eggplant : Confessions of Cooking for One and Dining Alone door Jenni Ferrari-Adler. Zesentwintig schrijvers en foodies nodigden lezers uit in hun keuken om er te praten over bijvoorbeeld hun ‘guilty pleasures’, koken voor één persoon of het eten dat ze soms voor zichzelf koken in mindere tijden. Niet altijd de meest glamoureuze dingen, maar soms heel eenvoudig comfort food en hele rare combinaties. Zo komen we te weten dat spaghetti het favoriete eten van Haruki Murakami is. Leuke teksten en recepten. Mooi boekje dus.

Wat heb je nodig ?

  • Saffraan
  • Griekse yoghurt
  • 2 aubergines
  • Olijfolie
  • 2 rode ajuinen
  • 2 EL pijnboompitten
  • 1 teentje look
  • Verse muntblaadjes
  • Granaatappel molasse (of melasse)

Hoe maak je het ?

We beginnen met de saus. Combineer de saffraan met wat grof zeezout in een vijzel en plet tot je poeder hebt. Giet er een eetlepel kokend water over en laat 15 minuten trekken. Voeg dit bij de Griekse yoghurt en kruid af met peper en zout. Hoe langer je dit op voorhand maakt, hoe intenser de kleur zal worden.

Je kan de aubergine klaarmaken in de oven of op de grill. De oven is iets gezonder omdat je wat minder olijfolie zal nodig hebben.

Snij de aubergines dun met de mandoline (ongeveer een ½ cm dik). Leg deze in één laag op een ovenschaal en beborstel of besprenkel met olijfolie.  Bak af in de oven (ongeveer 30 minuten op ongeveer 200 graden en draai halverwege om).  Zelfde procedure op de grill: grill de schijfjes aubergine tot ze aan beide kanten mooi goudbruin en gaar zijn.

Neem de rode ajuin en snij deze in 4 delen. Leg ook deze in een ovenschaal. Besprenkel voorzichtig met de granaatappel molasse en een beetje olijfolie en rooster in dezelfde oven. Draai halverwege eens om. Ik had iets meer dan 25 minuten nodig om ze gaar te krijgen.

Dresseer de aubergine schijven op een serveerbord, evenals de stukjes rode ajuin. Werk af met de kappertjes, de geroosterde pijnboompitten en de muntblaadjes.

Combineer een eetlepel granaatappel molasse in een mengkom, samen met wat olijfolie en een fijn gesnipperd teentje look. Deze giet je over de salade. Werk af met wat lepels van de saffraanyoghurtsaus.

NM.

3555

Bigoli con le sarde

3002

Een paar jaar terug was ik in de Veneto wijnbouwers aan het bezoeken, op zoek naar één van mijn favoriete wijnen, de Amarone della Valpolicella. Het is het bergachtig gebied tussen Verona en Bardolino aan het Gardameer. Na een aantal bezoeken en tastings kreeg ik plots stevige honger en begon te zoeken naar een klein restaurantje, maar alles was gewoon dicht. Ik was gewoon uit het oog verloren dat het die dag 15 augustus was, Ferragosto, en dat zowat alles gesloten was. Na nog een uur door de bergen te hebben rondgedoold, bij een verschroeiende hitte en nog steeds dood van de honger, reed ik door het dorpje Santa Maria di Negrar en zag ik een paar grote families een restaurant verlaten. De redding was nabij. Ondanks het late uur hadden ze nog een tafel en ik was van de ‘hongersdood’ gered.

Osteria del Bugiardo in Santa Maria di Negrar zal daarom altijd in mijn gedachten zijn. Maar wat bleek, Osteria del Bugiardo is niet zomaar een restaurantje, ze baatten ook de Azienda Agricola Buglioni uit, gekend voor zijn topwijnen (Amarone, Recioto en Valpolicella Ripasso).

Aangezien ik nog alleen overbleef in het restaurant heb ik de chef zijn zin laten doen met het menu en toen de eigenaar begrepen had dat ik zoek was naar Amarone, was het feest compleet en heb ik zowat alles mogen proeven wat ze in huis hadden. Na een fantastische en totaal toevallige wijntasting én een schitterende late lunch er bovenop, reed ik heel tevreden huiswaarts, als nieuwe eigenaar van een selectie wijnen van Buglioni.

7699

Deze lange inleiding om te zeggen dat je soms eens geluk moet hebben, want ik was echt ten einde raad die dag. Daarnaast had ik ook deze inleiding nodig om te komen tot het recept van vandaag, namelijk bigoli con le sarde, pasta met sardines, een typische schotel uit de Siciliaanse keuken.

Lekkere sardines met heerlijk geurende wilde venkel, echt “La Sicilia nel piatto” en gemakkelijk zelf te maken.

Wat heb je nodig? voor 4 personen

  • 300 gram verse sardienen
  • 300 gram (wilde) venkel  (finocchietto selvatico)
  • 400 gram bigoli
  • 4 ansjovisfilets
  • 1 kleine ui
  • 30 gram rozijnen
  • 30 gram pijnboompitten
  • 1/2 theelepel saffraan
  • Vers gemalen peper en grof zeezout

Hoe maak je het?

Was de sardienen en fileer ze.

Als je geen wilde venkel kan vinden, gebruik dan gewone venkel. Verwijder  de harde delen van de venkel, snij deze in fijne stukjes en spoel even af. We gaan de venkel ongeveer 10 minuten blancheren in gezouten water. Haal de venkel uit het water, laat uitlekken in een vergiet. Hou het kookwater.

Week ondertussen de rozijnen.

Neem een grote pan met zware bodem en verhit wat olijfolie. Bak de fijn gesnipperde ui of sjalot en de ansjovisfilets gedurende een vijftal minuten en voeg er de saffraan aan toe. Vervolgens mogen de rozijnen en pijnboompitten erbij. Laat een paar minuten verder bakken.

Nu mag je de sardienen en de geblancheerde venkel er bij doen. Kruiden met peper en zout. Laat nog een paar minuten verder bakken en je saus is klaar.

Kook de bigoli beetgaar in het water waarin je de venkel hebt geblancheerd. Giet af wanneer klaar en voeg deze bij de saus. Het geheim van dit recept is de pasta afwerken in de pan met de saus (spadellata). De bigoli neemt zo alle smaken van je saus op. Bewaar altijd wat kookvocht voor het geval je te weinig vocht hebt.

Dien warm op. Je kan eventueel de borden bestrooien met wat Parmezaanse kaas en deze een minuutje onder de grill zetten.

NM.

Osteria del Bugiardo – Via Casette di Santa Maria 19, 37024 Negrar VR, Italië

 

Ossobuco Alla Milanese

9109

Vooraleer we het recept geven, eerst een klein beetje geschiedenis van dit historisch gerecht. Ossobuco of osso buco is een klassiek Milanees gerecht en betekent zoveel als ‘been met een opening’, verwijzend naar de mergpijp in het midden van de kalfsschenkel. De kalfsschenkel wordt horizontaal in stukken gesneden en heeft in het midden een been met beenmerg. Dat stukje beenmerg draagt bij tot de smaak van de ossobuco en werd vroeger uitgelepeld met een ‘essatore’. Een essatore of scavino is klein rond lepeltje en dateert uit vervlogen tijden, toen er nog ontelbare stukken bestek op tafel lagen. Ik heb er ooit eens één gezien in een antiekwinkel in Milaan. De originele ossobuco is een witte ossobuco, zonder tomaten.

Ossobuco zijn in witte wijn gebraiseerde kalfsschenkels op smaak gebracht door een traditionele soffritto van fijn gesneden wortel, ajuin en selder. Geen tomaten want die kwamen pas later uit de Nieuwe Wereld. In de moderne versie worden er wel stukjes tomaat aan toegevoegd. De andere onmisbare smaakmaker van ossobuco is de gremolata, een mengeling van peterselie, look en de zeste van citroen. Daar mee hebben we de belangrijkste bestanddelen van een ossobucco.

Risotto alla milanese

Vermits de ossobuco uit Milaan komt wordt hij opgediend met een al even traditionele bondgenoot, de risotto alla milanese, een romige goudkleurige risotto. De risotto is goudkleurig omdat er wat saffraan wordt bijgedaan. Deze risotto dateert uit 1574. Milaan is de stad met die heel mooie kathedraal, de Duomo. Een Vlaamse glaskunstenaar uit Leuven, Valerio di Fiandra, was aan het werk aan de getinte vensters van de kathedraal, en om een gouden tint aan het glas te geven mengde hij er saffraan bij. De saffraan werd en beetje zijn handelsmerk en op het huwelijk van zijn dochter werd er als eerbetoon saffraan bij de risotto gedaan.

12291773_1199438240072017_7508364753690248785_o

Als je ooit eens op doortocht bent in Umbrië, stop dan eens in het stadje Città della Pieve, in de buurt van het Lago Trasimeno, heel bekend voor zijn saffraan (Zafferano di Città della Pieve Umbria)

Wat heb je nodig ? voor zes personen

  • 6 stukken kalfschenkel
  • 2 medium ajuinen
  • 200 gram wortelen, in fijne blokjes gesneden
  • 200 gram fijn gesneden selder
  • 1 teentje look, fijn gesneden
  • 5 EL olijfolie
  • bloem
  • 375 ml droge witte wijn
  • 1 blik romatomaten, in stukken gesneden
  • 350 ml kalfsfond
  • Gedroogde tijm
  • Zout en vers gemalen zwarte peper

Voor de gremolata

  • 1 teentje look, zeer fijn gesneden
  • Zeste van een citroen
  • 1 handjevol fijn gesneden platte peterselie

Hoe maak je het?

Verwarm de olie op een middelmatig vuur in een grote pan met zware bodem. Je pan moet groot genoeg zijn om de kalfsschenkels in één laag te kunnen leggen. Strooi wat bloem op de schenkels en bruin ze aan alle kanten. Bak de schenkels desnoods in twee keer als dat gemakkelijker is.

Haal de kalfsschenkels uit de pan en verminder het vuur.

Verwarm ondertussen de oven tot 175 graden.

Ossobuco is een Italiaans gerecht dus is de basis een soffritto: we stoven de gelijke hoeveelheden wortel, selder en ajuin aan tot ze zacht zijn. Doe er op het laatste ook het fijn gesnipperde teentje look bij.  Deglaceer met de wijn en schraap alle bruine aanbaksels los. Nu mogen de blokjes tomaten erbij en wat takjes tijm.

Leg de aangebakken schenkels op de soffritto en giet er wat van de saus over. Kruid met peper en zout, zet het deksel op de pan en zet gedurende 1 uur en 30 minuten in de oven. Het vlees moet echt zacht zijn en bijna van het been vallen. Overgiet een paar keer met de saus.

9101

De Gremolata

We maken ondertussen de gremolata. Combineer de platte peterselie, de fijn gesnipperde  look en de zeste van citroen in een kommetje.

Haal de schenkels uit de pan en schik ze op een serveerschaal. Hou ze warm. Proef de saus en kruid bij indien nodig. Indien ze saus te dun is laat ze dan nog een paar minuutjes indikken op een zeer hoog vuur.

Giet de saus over de kalfsschenkels en werk af met een paar lepeltjes gremolata.

Mangia! Mangia!

NM.