Tag Archives: ricotta

Ricotta Gnudi met saus van geroosterde aubergines

Vandaag staat één van mijn favoriete gerechten op het menu, namelijk zelfgemaakte gnudi met een ragù van gegrilde aubergines. De chilipepervlokken geven de saus een kick. Je kan de gekookte gnudi nog even snel doorwarmen in de saus (spadellata). Dien warm op, afgewerkt met een blaadje basilicum. Of je schikt ze mooi op het bord en je lepelt de ragù van aubergines er over.

Ricotta Gnudi

Gnudi – Italiaans voor naakt – zijn gnocchi gemaakt op basis van ricotta. De traditionele gnocchi op basis van aardappel komen uit Firenze, maar deze lichtere versie wordt vooral gemaakt in het zuiden, in de wondermooie streek rond Amalfi. Daar worden ze ndundari genoemd. Deze streek was veel armer dan het rijke Firenze, dus gebruikten ze wat ze in huis hadden. Gebruik bij voorkeur doppio zerobloem, een type bloem die erg fijn gemalen is. We geven jullie nog twee tips mee. Laat het deeg even rusten vooraleer je begint, omdat het gemakkelijker te verwerken is. En zorg dat je saus klaar is, want de gekookte gnocchi gaan onmiddellijk in de saus.

Wat heb je nodig?

  • 450 gram ricotta
  • 400 gram”00″ of doppio zerobloem
  • 6 eigelen
  • 60 gram Parmezaan, vers gemalen
  • Een snuifje nootmuskaat
  • Peper en zout

Hoe maak je het?

Laat de ricotta uitlekken in koffiefilters of in een neteldoek (ongeveer een uur).

Doe de doppio zerobloem met de ricotta, de eigelen en de Parmezaanse kaas in een grote kom en meng tot je een zachte, vochtige deeg hebt. Daar mag een snuifje nootmuskaat bij. Controleer de consistentie van je deeg door een beetje deeg in je hand te nemen. Als het nog aan je hand plakt (zoals kauwgom) moet er nog bloem bij gedaan worden. Begin met één eetlepel per keer, tot je een goede niet klevende consistentie hebt. Dek af en zet 30 minuten weg in de koelkast

Bestrooi je werkblad en je handen met bloem. Ook op de bakplaat waarop de afgewerkte gnocchi komen mag je wat bloem strooien.

Verdeel het deeg in 4 stukken en rol het uit tot een lange rol of cilinder van ongeveer 2 cm dik. Neem een scherp mes en snij er in een vloeiende beweging stukjes van ongeveer een 1 cm van. Herhaal dit voor de overige stukken deeg.

Je kan de stukjes deeg zo laten, en dan heb je kussentjes. Ofwel wrijf je ze zachtjes tegen een speciaal geribbeld houten plankje voor gnocchi (of tegen de achterkant van een vork).

Giet de helft van de gnocchi – om geen overbevolking in je kookpot te krijgen – in het kokende water. Roer zachtjes rond zodat ze niet aan elkaar kleven. De gnocchi zullen zeer snel aan de oppervlakte komen. Laat ze dan nog twee minuutjes verder garen. Haal ze uit de pan met een uitleklepel. Herhaal met de rest van de gnocchi.

Ragù van geroosterde aubergines

Wanneer je de aubergines op de BBQ grilt krijgt je een gerookte smaak, maar je kan ze ook in de oven roosteren.

Wat heb je nodig?

  • 4 aubergines
  • 1 ajuin
  • 250 ml rode wijn
  • 1 teentje look, fijn gesnipperd
  • 1 1/2 EL honing
  • 1 blik Mutti tomatenblokjes (800 gram)
  • rode chilipepervlokken
  • laurierblad
  • zout
  • plantaardige olie

Hoe maak je het?

Bak de aubergines in de oven of rooster ze op de grill. Verwarm de oven voor op 175° C. Besprenkel met wat olie en zet ze in de oven tot ze gaar zijn. Laat afkoelen. Lepel het vruchtvlees uit de schil. De schil mag je weggooien. Doe alle ingrediënten in een blender en pureer. Doe er eventueel nog een beetje olijfolie bij tijdens het blenden.

Doe de uien, knoflook, tijm, laurier, chili, zout, peper en olie in een pan met dikke bodem en laat 15 minuten op laag vuur zweten. Draai het vuur hoger en blus met de rode wijn. Laat tot ongeveer 3/4 inkoken en voeg er dan de tomatenblokjes bij en de puree van aubergines. Laat nu 45 minuten sudderen op een heel laag vuur. Controleer de kruiding.

NM.

Home Made Malfatti

Zelfgemaakte malfatti

Zelf pasta maken is niet zo moeilijk maar vergt een beetje techniek. Een mooi alternatief zijn deze malfatti, die je met je twee ogen dicht kan maken. Je hebt echt geen technische kennis nodig, noch ingewikkeld materiaal.

Malfatti is Italiaans voor slecht gevormd. Het zijn gnocchi-achtige knoedels gemaakt van ricottakaas, spinazie en Parmigiano-Reggiano, afgwerkt met een boter en saliesaus.

Venice Four Seasons of Home Cooking

Dit is een boek dat ik vorig jaar bijna in één ruk heb uitgelezen. De auteur – Russell Norman – reist naar Venetië om zich onder te dompelen in de authentieke smaken van Veneto en de culinaire tradities van de stad. Zijn rustieke keuken vormt de perfecte achtergrond voor dit avontuur en voor de 130 smakelijke, gemakkelijke Italiaanse familierecepten. de eenvoudige maar voortreffelijke smaken van Venetië. En één van die eenvoudige, seizoensgebonden Italiaanse recepten is deze Malfatti ricotta e spinaci.

Ik kan je zowel het boek als het recept aanraden.

Wat heb je nodig?

  • 500 g spinazieblaadjes – gewassen en gedroogd
  • 250 g verse ricotta
  • 1 ei
  • nootmuskaat, vers geraspt
  • 125 g Parmezaanse kaas, plus extra voor serveren
  • Zout en peper
  • 40 gram “00” bloem
  • 200 gram semolina bloem
  • 100 gram boter
  • Verse salie (ongeveer 20 blaadjes)
  • Een halve citroen.

Hoe maak je het?

Je kan de spinazie verwerken in de malfatti. Blancheer de spinazie in kokend water en giet af. Laat goed uitlekken. Hoe minder water in de spinazie, hoe beter.

Meng in een grote kom de ricotta en “00” bloem. Roer de spinazie, het losgeklopte ei, de geraspte kaas, de nootmuskaat en de kruiden erdoor. Roer goed tot alles gemengd is.

Rol op een met semolina bestoven werkvlak de Malfatti uit tot ongeveer 25 – 30 balletjes ter grootte van een walnoot.

Leg de balletjes op een met bloem bestoven werkblad met de rest van de semolina.

Breng een pan met water aan de kook, doe er de Malfatti in. Na ongeveer 2 tot 3 minuten komen ze bovendrijven en zijn ze gaar. Giet af en houd warm.

Laat in een kleine pan de boter smelten met de salieblaadjes. Doe er een scheutje citroensap bij.

Leg de Malfatti op borden, giet er de warme botersaus over en bestrooi met de extra Parmezaanse kaas.

Serveer met gesauteerde spinazie.

NM.

Migliaccio Napoletano

Migliaccio, een carnavalskraker uit Napels

Migliaccio is een eenvoudige maar lekkere zoeternij uit Napels. De naam is afgeleid van millet (gierst), een oude graansoort die mettertijd vervangen werd door tarwe. In lang vervlogen tijden werd gierst enkel gebruikt in La cucina povera, de keuken van arme mensen.

De ingrediënten voor de migliaccio zijn dezelfde als die voor de vulling van de Napolitaanse sfogliatella (of sfogliata). Het traditionele recept van de Napolitaanse Migliaccio met zijn eenvoudige ingrediënten zoals griesmeel en ricotta, is in feite gekoppeld aan de boerentraditie en en respecteert getrouw de Napolitaanse traditie van het Carnaval (carne levare: het opheffen of wegnemen van het vlees). Naast carnaval wordt migliaccio ook nog gemaakt op vastenavond en ter gelegenheid van Pasen.

Ik heb dit dessert in individuele vormen gemaakt, maar je kan dezelfde hoeveelheden gebruiken voor een grote taartvorm met een diameter van 24 centimeter.

Serveer deze lekkernij met een glaasje gekoelde limoncello (zie receptuur).

Wat heb je hiervoor nodig?

  • 200 gram griesmeel (semolino)
  • 500 ml melk
  • 500 ml water
  • 300 gram ricotta
  • zeste van appelsien
  • zeste van limoen
  • 40 gram boter
  • 1 theelepel Vanille extract
  • 4 eieren
  • 250 gram suiker

Hoe maak je het ?

Neem een pan en verwarm de melk en het water met de stukjes zeste van citroen en appelsien, zonder het kookpunt te bereiken. Voeg vervolgens de boter toe en roer verder om. Verwijder vervolgens de stukjes zeste. We gaan nu geleidelijk aan het griesmeel toevoegen. Roer met een garde op een middelmatig vuur tot de vloeistof gaat indikken.

Haal van het vuur en laat afkoelen.

Klop in een kom de eieren en de suiker tot je een schuimig mengsel hebt dat in volume is verdubbeld.

Voeg hierbij de gezeefde ricotta en het vanille extract en blijf roeren met de garde tot je een mooi homogeen beslag hebt. Nu mag je er ook de afgekoelde griesmeelcrème voorzichtig aan toevoegen.

Vet de individuele vormen of een taartvorm van 24 cm in met boter en bedek deze met bakpapier. Giet het mengsel in de vormen en nivelleer het oppervlak met een spatel.

Bak in een voorverwarmde oven op 200 ° gedurende 1 uur. Verwijder de migliaccio als het oppervlak goud gekleurd is en laat ze minstens een paar uur afkoelen vooraleer je gaat snijden. Versier met fijn of poedersuiker.

NM.

Pasta alla Norma

Ma questo e Norma!

Vincenzo Bellini (1801–1835) was één van de meest succesvolle Italiaanse componisten. Hij was geboren in Catania, maar leefde vooral in Milaan. Tijdens één van zijn vakanties aan het mooie Lago di Como, waar hij te gast was bij diva Giuditta Pasta, schreef hij de opera Norma, en creëerde hij voor haar de rol van Norma. Norma is zijn meest gekende opera en het stuk ‘Casta Diva‘, één van de meest dramatische episodes in de opera, werd onsterfelijk gemaakt door Maria Callas (beluister hier). Deze opera werd voor het eerst opgevoerd op 26 december 1831 in het Teatro alla Scala in Milan.

“Un opéra doit faire couler les larmes, causer l’horreur et amener la mort grâce au chant” en dat is Norma zeker. Maar ook eten brengt dezelfde emoties teweeg. Het verhaal van deze Pasta alla Norma, een typisch Siciliaans gerecht is ook doorspekt met emoties. Toen de auteur Nino Martaglio dit gerecht voor de eerste keer proefde was hij zo ontroerd door de uitzonderlijke smaak  en zei toen het volgende: “Ma questo e Norma!“.

Una vera Norma werd het synoniem voor alles was uitzonderlijk van schoonheid of smaak was. En Pasta alla Norma was geboren. De gezouten ricotta is een belangrijke smaakmaker voor de gerecht waarvoor je niet veel ingrediënten nodig hebt. Kan je de ricotta salata echter niet vinden, dan kan je die vervangen door Parmigiano Reggiano of Pecorino.

Wat heb je nodig? voor 4 personen

  • 350 gram dikke lange pasta of korte (zoals penne)
  • 2 aubergines
  • 700 gram roma tomaten
  • 100 gram ricotta salata (een gezouten harde ricotta)
  • 3 teentjes look
  • een handvol verse basilicumblaadjes
  • 1 verse chilipeper

Hoe maak je het?

Verwijder de uiteinden van de aubergines. Snij ze in de lengterichting in strips van een goede cm dikte . Bestrooi ze met grof zout. Leg er een gewicht op en laat 1 uur intrekken.

Indien je tomaten uit blik gebruikt, plet deze dan even met een vork. Indien geen tomaten uit blik maak je een verse tomatensaus. Was de tomaten goed af. Snijd ze in stukken. Doe ze in een pan met een fijngesnipperde sjalot en een teentje look, wat basilicumblaadjes, en wat grof zout en peper. (geen water toevoegen). Laat 5 minuten inkoken, want de tomaten mogen niet uiteenvallen. Laat uitlekken in een vergiet, maar houd het overtollige vocht bij.

Fruit de fijngesnipperde teentjes  look. Voeg de tomatenpuree toe en de basilicum blaadjes. Laat 15 – 20 minuten op een zacht vuurtje inkoken.

Spoel de aubergines af en droog ze goed af. Wentel ze even door de bloem, zodat ze minder olie opnemen. Snij de chilipeper in kleine stukjes. Verwarm de olijfolie in een pan en bak de strips aubergine met de chilipeper en fijn gesnipperde look (ongeveer 2 minuten per kant). Haal uit de pan en laat ze uitlekken op keukenpapier. Leg de grootste stukken apart voor de versiering.

Kook ondertussen de pasta al dente – beetgaar. Giet af. Deze pasta moet je afwerken in de pan – al padella. Neem een grote pan en doe er wat lepels van de tomatensaus bij, de pasta en de strips aubergine, chili en look. Schud eens goed op zodat alle smaken mengen en laat een minuutje doorwarmen. Serveer afgewerkt met wat grote strips aubergine, de verkruimelde ricotta en een blaadje basilicum.

NM.

 

Ricotta chocolade en appelsientaart

Vier Valentijn met deze topper

Valentijn is op komst, dus posten we wat meer gerechten waar de romantiek van afdruipt. Zo ook deze Siciliaanse love cake. Twee dingen zijn voor ons belangrijk: ten eerste dat iedereen deze taart voor zijn/haar geliefde kan maken, zonder dat je uren keukenstress moet hebben. We zetten de drempel dus niet te hoog. Ten tweede moet je met een minimale inspanning  toch een wow effect hebben, zodat je beloond wordt voor je inspanningen. En dat heb je zeker met de smaken van deze taart : chocolade en Valentijn is een winnende combinatie, dus daarmee zit je al goed. Dan hebben we nog het romige smeuïge element van de ricotta, waaraan we de zeste van appelsien hebben toegevoegd. Mocht je bloedappelsienen vinden, die maken de smaak van deze taart nog intenser.

Ook de textuur van de taart is een mengeling van krokant en smeuïg.

Ik gebruikte de chocoladechips (Callets) Power 80 van Callebaut omwille van de intense cacaosmaak en het zeer hoge cacoagehalte. Geen nood als je die niet kan vinden, om het even welke chocoladechips zijn goed, maar ga toch liefst voor donkere chocolade, want je hebt die bittere toets nodig.

Ik gebruikte een mengeling van gewone patisseriebloem en fijne maisbloem, om een extra fijne en luchtige textuur aan het deeg te geven. Maisbloem rijst echter minder dan gewone bloem, vandaar de combinatie met de gewone bloem en een ietsje meer bakpoeder. Maisbloem kan je in de supermarkt vinden (Let op: maisbloem is GEEN maizena) bij de bakproducten (fijne maisbloem voor bvb tortilla’s en de iets grovere voor polenta).

Wat heb je nodig?

Voor de ricottavulling

  • 225 gram donkere chocoladechips
  • 500 gram ricotta
  • 250 gram suiker
  • De zeste van een grote appelsien

Voor de taartdeeg

  • 300 gram bloem
  • 100 gram fijn maismeel of maisbloem
  • 200 gram suiker
  • 1 ½ EL bakpoeder
  • 200 gram boter
  • 250 ml room
  • 2 eieren
  • Cacaopoeder voor de afwerking

Hoe maak je het ?

Je mag de oven voorverwarmen op 180 graden. Je hebt een ronde bakvorm nodig van 23 centimeter, die je moet beboteren en eventueel ook aflijnen met bakpapier.

De ricotta vulling

Neem een grote mengkomen en zet er een fijn zeef over. We gaan de ricotta er doordrukken met behulp van een spatel. Voeg de zeste van de appelsien en suiker erbij en dan de chocoladechips. Meng even met de spatel en laat rusten.

Het deeg

Neem een andere mengkom en doe er de droge ingrediënten in: de bloem, maisbloen en bakpoeder.

Ondertussen gaan we de natte ingrediënten verwerken. Smelt de boter met de suiker en de helft van de room op een laag vuurtje tot de boter is gesmolten en de suiker is opgelost. Doe er de rest van de room bij en laat afkoelen.

Klop de twee eieren op met een mixer tot ze bleek en luchtig zijn. We gaan nu afwisselend de droge en natte elementen bij het eimengsel doen. Begin met een derde droog en wissel af met een derde nat, en ga zo door tot alles gemengd is.

We beginnen nu aan de afwerking. De helft van het deeg mag in de bakvorm. Doe de ricotta vulling in een spuitzak en spuit de vulling bovenop het deeg, beginnend vanuit het middelpunt van de taart. Probeer ongeveer twee tot drie centimeter van de rand te blijven.Nu mag de rest van het deeg er voorzichtig bovenop. Werk eventuele oneffenheden weg met een spatel.

De taart mag nu voor ongeveer 45 minuten in de oven. Steek er een tandenstoker in om te checken of je taart klaar is. Haal uit de oven en laat in de bakvorm afkoelen. Draai de bakvorm om op een serveerschaal en werk de taart af met cacaopoeder. En wat Valentijndecoratie.

NM.

Ricotta gnocchi

3438

Vandaag doen we iets met een tomaat, maar niet zomaar een tomaat, maar de Pomodoro San Marzano dell’Agro Sarnese-Nocerino, de keizerin der tomaten. San Marzano tomaten hebben in vergelijking met andere tomaten veel dikker vruchtvlees, minder zaden en is veel intenser van smaak. Geliefd bij chefs over de ganse wereld is dit de ideale tomaat voor een echte tomatensaus.

San Marzano sul Sarno

De San Marzano tomaat dankt zijn naam aan het stadje San Marzano sul Sarno in de Italiaanse provincie Salerno, waar het de eerste keer gezaaid werd. San Marzano ligt dichtbij Pompei in de schaduw van de Vesuvius. En dat Mediterraan klimaat, de vlakke en vulkanische bodem met hoge hoeveelheden fosfor en potassium én de gunstige invloed van de zee dragen ongetwijfeld bij tot de uitzonderlijke kwaliteit. De San Marzano ziet er dus ook anders uit dan een gewone tomaat en dat zou te wijten aan de kruising van 3 soorten zaadjes, namelijk de Fiascona, de Fiaschella en de Koning Umberto. Deze tomaat is ideaal om er een heerlijke tomatensaus van te maken. De kenmerkende zoete smaak komt pas echt tot zijn recht bij het inkoken. Het veel dikkere vruchtvlees en de hoge hoeveelheid pectine zorgt voor een dikke saus en je zal er ook weinig zaadjes in vinden. Ik geef je geen recept voor tomatensaus mee, eerst en vooral omdat er genoeg te vinden zijn in ons archief. Mijn tomatensaus is heel eenvoudig en wordt gemaakt met San Marzanotomaten (rood), look (wit) en verse basilicumblaadjes (groen), een echte saus van la mamma.

Ricotta gnocchi

Bij deze lekkere tomatensaus geven gnocchi, maar deze keer maken we een lichtere versie van gnocchi, dus niet op basis van aardappelen, maar met ricotta. De traditionele gnocchi op basis van aardappel komen uit Firenze, maar deze lichtere versie wordt vooral gemaakt in het zuiden, in de wondermooie streek rond Amalfi. Daar worden ze ndundari genoemd. Deze streek was veel armer dan het rijke Firenze, dus gebruikten ze wat ze in huis hadden. Gebruik bij voorkeur doppio zerobloem, een type bloem die erg fijn gemalen is. We geven jullie nog twee tips mee. Laat het deeg even rusten vooraleer je begint, omdat het gemakkelijker te verwerken is. En zorg dat je saus klaar is, want de gekookte gnocchi gaan onmiddellijk in de saus.

Wat heb je nodig? Voor 8 personen

  • 450 gram ricotta
  • 400 gram”00″ of doppio zerobloem
  • 6 eigelen
  • 60 gram Parmezaan, vers gemalen
  • Een snuifje nootmuskaat
  • Peper en zout
  • Basilicum voor de afwerking

Hoe maak je het?

Laat de ricotta uitlekken in koffiefilters of in een neteldoek (ongeveer een uur).

Doe de doppio zerobloem met de ricotta, de eigelen en de Parmezaanse kaas in een grote kom en meng tot je een zachte, vochtige deeg hebt. Daar mag een snuifje nootmuskaat bij. Controleer de consistentie van je deeg door een beetje deeg in je hand te nemen. Als het nog aan je hand plakt (zoals kauwgom) moet er nog bloem bij gedaan worden. Begin met één eetlepel per keer, tot je een goede niet klevende consistentie hebt. Dek af en zet 30 minuten weg in de koelkast

Bestrooi je werkblad en je handen met bloem. Ook op de bakplaat waarop de afgewerkte gnocchi komen mag je wat bloem strooien.

Verdeel het deeg in 4 stukken en rol het uit tot een lange rol of cilinder van ongeveer 2 cm dik. Neem een scherp mes en snij er in een vloeiende beweging stukjes van ongeveer een ½ cm van. Herhaal dit voor de overige stukken deeg.

Je kan de stukjes deeg zo laten, en dan heb je kussentjes. Ofwel wrijf je ze zachtjes tegen een speciaal geribbeld houten plankje voor gnocchi (of tegen de achterkant van een vork)

Breng het gezouten water aan de kook. Zorg dat de saus warm is want we gaan de gnocchi verder afwerken in de pan met de saus (spadellata).

Giet de helft van de gnocchi – om geen overbevolking in je kookpot te krijgen – in het kokende water. Roer zachtjes rond zodat ze niet aan elkaar kleven. De gnocchi zullen zeer snel aan de oppervlakte komen. Laat ze dan nog twee minuutjes verder garen. Haal ze uit de pan met een uitleklepel en laat de gnocchi nog even snel doorwarmen in de saus. Dien warm op, afgewerkt met een blaadje basilicum.

Herhaal met de rest van de gnocchi.

NM.

Gegrilde abrikozen met Ice Crime, ricotta en pistachenoten

4494

Ice Crime

Wow, They killed the sugar’ staat er op de doos, en deze slogan samen met de hippe verpakking en de vermelding dat dit roomijs met Stevia was gemaakt, had mijn nieuwsgierigheid gewekt. Ice Crime, vanille-ijs met zoetstoffen uit Stevia, is een creatie van de Gentse bedenkers van Just Ice (zie artikel), en bevat ongeveer veertig procent minder kilocalorieën. Niet dat ik een grote fan ben van roomijs, maar nu was ook mijn schuldgevoel weggenomen.

Dit eenvoudig maar fris dessert is ideaal voor de zomermaanden, en zeker niet te zwaar. De abrikozen, zo ongeveer mijn lievelingsfruit, worden kort gegrild en geserveerd met ricotta en afgewerkt met stukjes pistachenoot. Daarnaast geef ik er ook een bolletje smeuïge Ice Crime bij. Je kan er eventueel nog een fijn lijntje honing overgieten, maar het hoeft niet.

Stevia

De algemene smaak van Ice Crime zit heel goed, de textuur is smeuïg en de smaak van vanille is prominent aanwezig. Slank zullen we er waarschijnlijk niet van worden, maar dat er door het gebruik van Stevia flink in het aantal kilocalorieën is gesnoeid is een grote meevaller. Deze hippe Ice Crime is een aanwinst en is verkrijgbaar bij onder andere Delhaize in flashy dozen van 1 liter of in een 4 x 120 ml multipack.

NullamMicrowaveum-7636

Wat heb je nodig ?

  • Abrikozen
  • Verse ricotta
  • Pistachio noten
  • Ice Crime

Hoe maak je het?

Halveer de abrikozen en verwijder de pitten. Om een betere karamelisering te krijgen kan je de abrikozen aan de snijkant inwrijven met suiker, honing of maple syrup.

Verwarm de grill of een grillpan en leg de abrikozen met de snijkant op de grill. Bak ze gedurende een drietal minuten tot ze beetgaar zijn en de suiker gekarameliseerd is.

Serveer de gegrilde abrikozen op een bord met een lepel verse ricotta en een schep roomijs. Werk af met wat verbrokkelde pistachenoten.

NM.

Zeppole di San Giuseppe

3876

La Festa di San Giuseppe

Traditioneel op 19 maart vieren de Italianen la Festa di San Giuseppe. Sint Jozef, de patroonheilige van de familie, wordt er gevierd met een overvloedige maaltijd, met als hoogtepunt het dessert, namelijk zeppole. Aangezien San Giuseppe de patroonheilige van de familie is wordt er ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om de vader in de familie te eren. Het is er vandaag dus ook vaderdag, net zoals in Antwerpen. We wensen hierbij aan alle vaders een gelukkige vaderdag.

Trouwe kijkers van de TV-serie de Soprano’s zullen zeppole wel kennen omdat ze er dikwijls genoeg aan bod kwamen. Het recept voor deze delicate – meestal – gefrituurde zoetigheden verschilt nog al van regio tot regio, evenals de naam: zeppole , frittelle, bignè di San Giuseppe of sfinci.

Zeppole worden gemaakt van soezendeeg en worden veelal opgevuld en versierd met banketbakkersroom (of ricotta) en afgewerkt met een amarenakers. Wij hebben gekozen voor de in de oven gebakken, niet gefrituurde versie.

Zeppole di San Giuseppe

Wat heb je nodig?
Voor het soezendeeg:

  • 125 gram bloem
  • 125 gram water
  • 100 gram boter
  • 4 eieren
  • 1 snuifje zout
  • 1 snuifje suiker

4611
Voor de banketbakkersroom (crème pâtissière)

  • 250 ml volle melk
  • 50 ml verse room
  • 2 eierdooiers
  • 60 gram suiker
  • 30 gram bloem
  • zeste van een citroen
  • wat amarena kersen om te versieren

4600

Hoe maak je het?
Bereiding van de banketbakkersroom

Doe de melk en de room in een pan en breng langzaam aan de kook op een middelhoog vuur. Doe hierbij de zeste van 1 citroen.

In een andere kom met een garde de eierdooiers met de suiker op een ruban kloppen tot je een lichtgele bleke smeuïge massa hebt. Doe er geleidelijk aan de gezeefde bloem bij.

Giet de helft van de melk en de room door dit mengsel, roer goed met een garde. Giet het terug in de pan bij de rest van de melk en room. Zet het vuur op middelmatig en blijf roeren met een garde tot het mengsel begint in te dikken. Verlaag het vuur en blijf goed verder roeren tot je een dikke banketbakkersroom hebt. Giet de crème door een zeef in een kom en leg er wat plastiekfolie over. Laat afkoelen.

Bereiding van de soezendeeg (pâte à choux)

Doe het water, zout en de boter – in kleine stukjes gesneden – in een pan en breng aan de kook. Wanneer  de boter gesmolten is en je vloeistof begint te koken, haal je de pan van het vuur en doe je er de bloem in één keer bij. Roer goed met een garde en zet de pan terug op het vuur. Blijven roeren tot je deeg goed gemengd is en loskomt van de pan en een bal begint te vormen. Dit duurt ongeveer 3 minuten.

Voeg er de eieren één voor één bij, maar meng telkens goed dooreen vooraleer je het volgende ei erbij doet.

Laat het deeg wat afkoelen en doe het in een spuitzak met een stervormige kop en spuit in de vorm van nestjes op een ingevette bakplaat. Zeppoles zijn groter dan onze soezen. Laat ongeveer 4 cm tussens de hoopjes deeg zodat ze niet aan elkaar kleven tijdens het bakken. Bak ze af in een op 220 graden voorverwarmde oven de truuk van grootmoeder copygedurende 10 tot 15 minuten.

Een paar tips: Hou je nieuwsgierigheid onder controle tijdens het bakken en doe de ovendeur niet open,  om inzakken van je zeppoles te voorkomen. De zeppoles zijn klaar als ze licht en luchtig aanvoelen en gemakkelijk loslaten van de bakplaat. Haal ze niet onmiddellijk uit de oven wanneer ze bruin beginnen te kleuren maar respecteer de baktijd, anders zakken ze tijdens het afkoelen in elkaar. Aan het einde van de baktijd schakel je de oven uit, zet de deur op een kier en laat de zeppoles nog ongeveer 10 minuten afkoelen.

De afwerking

Bestrooi de zeppoles licht met wat poedersuiker. Neem een spuitzak en spuit er de banketbakkersroom over en versier met een lekkere amarenakers of ander fruit.

NM.