Tag Archives: pancetta

Slaatje van radicchio rosso en pancetta

Elk jaar, en dit al sedert 1900,  wordt op 4 november in Treviso en omstreken de radicchio rosso in de kijker gezet, één van mijn favoriete groenten. Deze kleurrijke groente die er uit ziet als een kool is krokant en knapperig en heeft een wat bittere smaak.

Er zijn een paar verschillende soorten op de markt, in verschillende vormen. De radicchio di Castelfranco heeft lossere bladeren en deze zijn iets meer gemarbreerd. Deze radicchio wordt meestal rauw in salades verwerkt, maar zij die van deze bitterheid houden maken er ook soep van of voegen ze toe aan een stoofpotje.

Ik hou vooral van de radicchio rosso van Treviso, die er uitziet als een Romeinse sla, met losse bladeren, langwerpig en met de typische rode kleurschakeringen. Deze radicchio is minder bitter en is pas te verkrijgen in november. Ook deze radicchio is te verwerken in slaatjes, maar ook in pastasausen, risotto, of op de grill.

De radicchio rosso di Treviso bestaat in twee soorten, de precoce – de vroege – en mijn favoriet, de tardivo di Treviso. De tardivo is de late versie omdat die te verkrijgen is va november tot januari. Deze radicchio heeft iets langere en lossere bladeren met scherpe omgekrulde uiteinden. De nerven zijn uitzonderlijk wit en de bladeren zijn zeer diep paars van kleur. Niet alleen lekker maar het is ook een uitzonderlijk mooie groente.

De radicchio krijgt zijn prachtige kleuren door de manier waarop ze geteeld worden. Indien ze op natuurlijke wijze zouden groeien zouden ze waarschijnlijk gewoon groen zijn en zeer bitter. Maar ze worden halfweg hun groei afgedekt met aarde of stro en gedroogde bladeren, waardoor ze geen licht meer krijgen. Ze blijven dus verder groeien in het donker en krijgen zo die prachtige kleuren.

De radicchio rosso di Treviso zijn de meest gekende en voor mij ook de beste (alhoewel die van Verona en de radicchio di Chioggia ook lekker zijn – en trouwens veel gemakkelijker te vinden bij ons). Het moet te maken hebben met de samenstelling van de bodem en vooral het water. Treviso, is één en al water, wegens al de kanalen en rivieren, het wordt niet voor niets ‘città d’acqua’ genoemd. En dat water speelt een grote rol bij de techniek van het telen van de radicchio, die natuurlijk in de loop der tijden geëvolueerd is.

Wat weinigen weten is het een Belg was, die de techniek rond 1860 heeft op punt gezet, namelijk Francesco Van Den Borre. Deze techniek wordt imbianchimento genoemd.

De planten worden geoogst, de buitenste bladeren worden verwijderd en dan in manden gezet. Deze worden dan een paar dagen in donkere hangars geplaatst met de wortels constant onder stromend water van rond de 15 graden. Daardoor krijgen de bladeren die dieprode kleur. De radicchio is nu bijna klaar, de buitenste bladeren gaan er terug af en ook de wortel wordt nu verwijderd.

Omdat het vandaag de Festa del Radicchio rosso di Treviso is maken we dit slaatje met pancetta en radicchio.

Wat heb je nodig?

  • 1 krop radicchio rosso
  • Pijnboompitten
  • Rucola
  • pancetta

Hoe maak je het?

Rooster de pijnboompitten in een droge pan tot ze mooi goudbruin zijn. Bak de pancetta tot hij helemaal krokant is. Haal uit de pan en laat afrduipen op keukenpapier.

Snij de radicchio in twee en grill deze met de snijkant naar beneden in een grillpan. Het is gemakkelijker om de radicchio zo te grillen, want zo valt hij niet uit mekaar. Wanneer je grillstrepen hebt op de radicchio draai je hem nog eens snel om. Haal uit de pan en snij in kleinere, beetgare stukken.

De vinaigrette

Maak een vinaigrette op basis van olijfolie en balsamico. Mocht je radicchio heel bitter zijn kan je er ook nog een beetje honing bij doen.

Verdeel de rucola over de borden, en doe er dan de pancetta en gegrilde radicchio rosso boven op. Werk af met de geroosterde pijnboompitten, peper en zout en wat verse parmezaanse kaas. Giet er pas op het laatste de vinaigrette over.

Je zou dit slaatje natuurlijk ook kunnen maken in de zomer bij de barbecue. Radicchio rosso is eigenlijkmaar op zijn best laat op het jaar. De kleine kropjes die je soms in de zomer ziet zijn eigenlijk warmweer radicchio en redelijk bitter. Hoe later op het jaar, hoe zoeter van smaak dus. Toch is radicchio ook lekker op de grill, afgewerkt met wat goede olijfolie en peper en zout.

Een tip: volledige rauwe bladeren radicchio verwerken in een salade is mooi voor het oog, maar radicchio is soms bitter. Je kan die bitterheid vermijden door de krop radicchio eerst middendoor te snijden en dan DIAGONAAL in kleinere stukken te versnijden.

NM.

Slaatje van asperges met pancetta en bloedworst

5261

Je had nog één receptje met asperges tegoed. Deze keer maken we een nogal ongewoon maar heel lekker slaatje van gebakken of gewoone gekookte asperges en die combineren we met wat gemengde sla en een lichte vinaigrette. We voegen er wat stukjes rokerig smakende pancetta en gebakken bloedworst bij. Eventueel kan je er nog een gepocheerd ei aan toe voegen.

Keuze van de wijn

Asperges zijn niet de gemakkelijkste groenten om een passende wijn bij te kiezen. Ik sukkel daar al lang mee en ik weet uit gesprekken met vrienden en kennissen dat ik zeker niet de enige ben. Nullam is dan maar bij de specialisten te rade gegaan en een ontmoeting inclusief degustatie door de wijnaankoper van Delhaize heeft. Voor dit slaatje met pancetta, bloedworst en groene asperges stelt hij een Saumur-Champigny uit de Loirevallei voor: een cuvée Thierry Germain 2010. Het is een betaalbare rode wijn gemaakt van de Cabernet Franc druif met een fruitig aroma en met de smaak van rode en zwarte bessen. En ik moet het toegeven, de wijn past wonderwel bij dit voorgerecht. Bedankt Delhaize. Ik hoop hiermee ook een aantal anderen verder geholpen hebben.

1185
Wat heb je nodig?

  • 100 gram pancetta
  • bloedworst, in schijfjes van 1-2 cm dik gesneden
  • 4 grote eieren
  • Gemengde sla
  • een bundel groene asperges
  • Olie
  • zout en peper

voor de lichte vinaigrette

  • 1 EL sherryazijn (of frambozenazijn)
  • 3 EL olijfolie
  • ½ theelepel mosterd
  • 1 theelepel honing

Hoe maak je het?

Je kan de asperges gewoon koken, maar ik verkies voor dit gerecht om ze in de oven te bakken. Of je kookt ze in water en legt ze daarna kort even op de grill.

Plaats de asperges in een ovenschaal, besprenkel met olijfolie en bak in een op 200 graden voorverwarmde oven. Bak ze gedurende 6 tot 8 minuten en draai ze dan om.

Meng de olijfolie, sherryazijn, mosterd en honing in een kom en breng op smaak met een snuifje zout en wat vers gemalen peper.

Bak ondertussen de gerookte pancetta in een klein beetje olie goudbruin en laat uitlekken op wat keukenpapier. Bak de schijfjes bloedworst in dezelfde pan tot de buitenkant een krokant korstje heeft.

Wil je hierbij nog een gepocheerd ei serveren, dan is het nu het moment om het klaar te maken.

Plaats een klein handvol blaadjes sla op een bord  samen met de asperges en besprenkel met de dressing. Schik de bloedworst en de pancetta errond en werd eventueel af met een gepocheerd ei.

NM.

Het zijn vijgen na Pasen

NullamMicrowaveum vijg LSG 2011

Vijgen na Pasen

In de middeleeuwen was de winterperiode traditioneel de tijd van grote feesten. In het begin van de lente zat men stilaan door de vleesvoorraden heen en moest er afgeremd worden. De katholieke kerk zorgde dus voor afremming door talrijke vastendagen te organiseren, zoals de vrijdag en de veertigdaagse vasten in de aanloop naar Pasen. Er mocht op die dagen geen vlees gegeten worden, wel vis, groenten en kaas. De rijken in die tijd aten meer exotische zaken die uit Turkije werden aangevoerd, zoals rozijnen, dadels, gedroogd fruit en ook vijgen. Als de vijgen te laat aankwamen uit het verre Turkije – dus na de vasten – sprak men van vijgen na Pasen. Ze waren dus overbodig geworden, want na de vasten mocht men terug vlees gaan eten. Vandaar de oorsprong van het gezegde ‘vijgen na Pasen’. Palmzondag had toen trouwens in die tijd de bijnaam ‘vijgenzondag’ omdat op die dag enkel vijgen werden gegeten.

Salade met steak, verse vijgen, radicchio, rucola en mozzarella

We gaan voor deze gelegenheid een slaatje maken dat zowel als voorgerecht als hoofdgerecht kan dienen. En laat de steak weg en je hebt een vegetarisch gerecht. Deze salade ziet er niet alleen heel mooi uit wegens de verschillende kleuren van de ingrediënten, maar is een ware smaakbom. Radicchio, lid van de witlooffamilie, is een klein rond kropje met wijnrode bladeren en witte nerven. Radicchio zorgt niet alleen voor de kleur, maar ook voor een licht bittere toets. Zo krijg je een frisse sla waarin alle smaaksensaties vertegenwoordigd zijn. Succes verzekerd.

sal_7492

Wat heb je nodig?

  • Steak (tussenrib, …)
  • Olijfolie
  • Grof zout
  • Versgemalen peper

Voor de salade:

  • 6 verse vijgen in vier gesneden
  • Raketsla (Rucola)
  • 1 radicchio
  • 1 tot 2 bollen mozzarella
  • 8 reepjes pancetta of spek (gebakken tot ze krokant zijn)

Voor de dressing:

  • Een handvol basilicumblaadjes
  • 1 EL kappertjes
  • 1 theelepel dijon mosterd
  • De zeste van 1 citroen
  • Het sap van 1 citroen
  • 1 teentje look, zeer fijn versnipperd
  • Olijfolie
  • 50 g parmezaan

Hoe maak je het?

De steak met peper en zout kruiden en bakken in de pan of op de grill. Laten afkoelen (op een omgekeerd soepbord zodat de sappen er kunnen uitlopen). Snij in zeer fijne reepjes.

De dressing: doe de look, kappertjes, mosterd en zeste en sap van de citroen in de foodprocessor of blender, tot alles goed vermengd is. Doe er dan de olijfolie en de parmezaan bij en meng nog een beetje verder tot je een smeuïge saus hebt. Kruiden met peper en zout.

We gaan nu je gerecht dresseren op een grote serveerschotel. Begin met de wijnrode blaadjes radicchio en groene raketsla te verspreiden over de schotel. Snij de paarse vijgen in twee of in vier delen en dresseer op je schotel. Snij de bollen witte mozzarella in fijne schijfjes en leg op de sla. Brokkel de reepjes krokante spek in stukjes en verspreid over de sla, evenals de fijngesneden steak. Kruiden met peper en zout en afwerken met de dressing.

NM.

Arista alla Fiorentina

6191

We maken even een overstapje naar Firenze voor een succulent stuk varkensvlees. Vlees eten in Toscane in bijna een ritueel, denk maar aan de lokale trots, de Bistecca alla Fiorentina, een T-bone steak van runderen uit Val di Chiana (zie ons artikel en recept)

Maar ook deze Arista alla Fiorentina is een topper in de Toscaanse keuken. Het gerecht is een beetje een curiositeit, omwille van de naam. Arista komt van het Griekse woord aristos (ἀγαθὸς – agathos) en betekent zeer goed of excellent. Deze Arista alla Fiorentina werd geserveerd tijdens een banket aan een delegatie Griekse bischoppen die in 1430 in Firenze op bezoek waren voor een Oecumenische Raad, vandaar de Griekse benaming. De bischoppen waren zo onder de indruk van dit gebraad dat de Griekse naam gebleven is.

Klassiek bij de gerechten uit Toscane is dat men met weinig ingrediënten iets heel smaakvol kan maken.  Maar zoals altijd met deze gerechten die al eeuwen bestaan, zijn er evenveel verschillende versies als er Italiaanse Mamma’s zijn. Je kan een gewoon varkensgebraad nemen of een varkenskroon met benen. Deze arista alla Fiorentina maak je met een stuk varkensvlees van de Cinta Senese, de locale varkens uit Siena, maar mijn varkensgebraad komt zoals gewoonlijk uit Adegem, van bij mijn favoriete leverancier van topvarkensvlees, namelijk Vleeshalle Van Landschoot.

Bij deze secondi a base di carne serveer je bijvoorbeeld gesauteerde cime di rapa (raapstelen of bladmoes).

Ik koos voor een versie met de vereiste salie en pancetta en liet er wat in ringen gesneden ajuinen bij garen, wat de malsheid van het vlees ten goede komt. Vergeet niet het gebraad te laten rusten vooraleer je gaat versnijden.

8559 Firenze

Wat heb je nodig?

  • Varkensgebraad (met of zonder beentjes)
  • 200 ml droge witte wijn
  • 400 ml kalfsfond
  • Zout
  • Cayennepeper
  • 2 EL venkelzaadjes
  • 3 teentes look
  • 2 EL gehakte verse salie en wat blaadjes voor de versiering
  • Pancetta
  • 3 medium ajuinen

Hoe maak je het?

Verwarm de oven voor op 200 graden. Kruid je stuk varkensvlees met zout en een snuifje cayennepeper.

Meng de fijn gesnipperde teentjes look met de fijngehakte salie, de (al dan niet droog geroosterde) venkelzaadjes en 2 EL olijfolie.

Wrijf het stuk varkensvlees in met olijfolie en leg het in een braadslede of ovenschaal. Verdeel het kruidenmengsel over het vlees en bedek met de sneetjes pancetta. Schik de in ringen gesneden ajuinen rond het vlees.

Zet in de oven en laat gedurende 15 minuten op 200 graden braden. Giet er dan de witte wijn en de kalfsfond bij. Verminder de temperatuur van je oven naar 175 graden en laat gedurende 90 minuten verder garen. Overgiet regelmatig met het braadvocht.

Wanneer je varkensgebraad gaar is mag je het uit de ovenschaal nemen en onder aluminiumpapier laten rusten. Laat onder tussen de saus reduceren. Versnij het gebraad en serveer met de gekarameliseerde ajuinen, een lepeltje saus. Werk af met wat verse salie.

NM.

Pasta alla Gricia

De Moederpasta’s

klassiekers

Een tijdje geleden hadden we al bucatini all’amatriciana op het menu, vandaag maken we de laatste van de moederpasta’s klaar. Carbonara, Cacio e Pepe, Amatriciana en Gricia, dit zijn zowat de vier meest klassieke pastagerechten die de ruggengraat vormen van elke restaurantkeuken in Rome.

8559

Waarom Rome? Omdat daar een eigen toets gegeven wordt aan pastagerechten en dus de Parmigiano-Reggiano vervangen wordt door Pecorino Romano en pancetta vervangen wordt door guanciale. Andere smaken dus, in vergelijking met andere regio’s. De basisingrediënten zijn dus guanciale en Pecorino Romano en met nog 5 à 6 extra ingrediënten in je proviandkast kan je makkelijk alle moederpastagerechten klaarmaken.

Pasta alla Gricia is de minst bekende van de vier, maar eigenlijk een beetje mijn favoriet omdat het een perfect smaakevenwicht is tussen pasta, kaas en het zoute van gepekelde varkenswangen, de guanciale. Dit gerecht komt oorspronkelijk uit het bergdorp Grisciano in de buurt van Rome. Het zou volgens de geschiedenisboeken het gerecht zijn dat de schaapherders maakten bij hun tochten door de bergen. Het ontbreken van tomaten wijst er op dat het gerecht al bestond voor de tomaten in Europa arriveerden en werden opgenomen in de eetgewoonten.

8192

Als je Pasta alla Gricia kan klaarmaken, ben je maar een stapje verwijderd van de echte Carbonara en de bucatini all’amatricana.

Wat heb je nodig?

  • Bucatini of een ander type pasta
  • Guanciale
  • Pecorino Romano

Hoe maak je het?

De saus met guanciale is zeer eenvoudig te maken en is eigenlijk nog in niets gewijzigd van de manier waarop de schaapherders in de bergen deze pasta klaarmaakten. Er wordt ook niets anders aan toegevoegd: geen ajuin, geen kruiden en geen wijn. En eigenlijk ook geen look.

Zet een grote pan gezouten water op het vuur. Snij de guanciale in zeer dunne reepjes. Doe de guanciale in een pan met één of twee lepels olijfolie en zet deze op een laag vuurtje. De guanciale moet smelten, niet bakken. De olijfolie helpt om de smaak van de gesmolten guanciale evenredig te verdelen over de pasta. De guanciale moet dus doorzichtig en zacht blijven. Indien de gianciale al gesmolten is voor je pasta genoeg gekookt is, kan je er wat van het kookvocht van de pasta bij doen, om uitdrogen te vermijden. Het zetmeel in het kookwater is trouwens belangrijk voor het afwerken van dit gerecht, want het moet binden met het vet om saus te worden.

Kook je pasta al dente, haal een grote lepel kookvocht uit de pan en hou deze bij. Giet de pasta af en doe deze bij de guanciale in de pan. Verhoog het vuur lichtjes en meng alles goed dooreen. Doe er eventueel de rest van het kookwater bij, indien je meer water nodig hebt om de saus te binden.

Haal van het vuur, kruid met vers gemalen zwarte peper en doe er de geraspte Pecorino Romano bij. De Pecorino Romano heeft een dubbele rol: binding en smaak. Niet teveel kaas bij doen, maar net genoeg om de pasta met de saus te binden en de ‘harde’ smaak van deze schapenkaas aan de pasta te geven. Ik doe er wat rode chilipepervlokken bij, dat is de enige afwijking.

Enkele variaties

Ziezo, dit was het. Als je het maken van deze Pasta alla Gricia onder de knie hebt, ben je op het juiste pad. Voeg er een ei aan toe en je hebt Carbonara. Laat de guanciale weg, maar doe er meer kaas, zwarte peper en kookvocht bij en je hebt Cacio e Pepe. Doe er wat fijn gesnipperde ui bij en wat tomaten en je hebt all’Amatriciana. Vier gerechten voor de prijs van één.

Buon Apetito!

NM.

Bucatini All’Amatriciana

8729

Eén van de oudste pastagerechten is pasta alla gricia, oorspronkelijk komende uit het dorpje Grisciano, niet ver van Amatrice. De hoofdingrediënten zijn guanciale en pecorino.  Deze typische lokale producten werden door de schaapherders gebruikt om een snelle lucht te maken tijdens hun tochten door de Monti Sibillini en de Monti della Laga. We zijn in de buurt van Rome dus geen Parmezaanse kaas meer, maar pecorino romano. Guanciale is spek van gedurende 3 tot 4 weken gepekelde varkenswangen, een delicatesse vooral uit Lazio en Umbrië, waar de beenhouwerijen vol hangen met lekker ruikende guanciale. De smaak van guanciale is veel sterker dan die van bijvoorbeeld pancetta en het heeft ook een veel delikatere textuur. Guanciale eet je niet rauw maar laat je traag smelten in een pan zodat je het vet kan gebruiken om smaak te geven aan je andere ingrediënten.

klassiekers

All’Amatriciana

Later toen de eerste tomatensausen verschenen werd deze aan pasta alla gricia toegevoegd en kregen we de hele beroemde All’Amatriciana. De eerste tomatensausen verschenen in de kookboeken op het einde van de 18de eeuw, kijk maar in de werken van Alexandre Balthasar Laurent Grimod de La Reynière en L’apicio Moderno van Francesco Leonardi, een standaardwerk in 6 volumes over de Romeinse keuken uit 1790.

All’amatriciana is echt een ikoon van de Romeinse keuken, ook al ontstond het gerecht er ver vandaan. Het dorpje Amatrice waar deze pasta ontstond, viert in de maand augustus feest, het Sagra degli Spaghetti all’Amatriciana,  en deze staat volledig in het teken van deze pasta. Ook in de herfst – eind oktober, begin november – doen ze het nog eens over voor het Festa dell’autunno. Guanciale, tomatensaus en pecorino hebben we al als ingrediënten, nu nog de spaghetti. De tomatensaus in dit heerlijke pastagerecht  is zoals Romeo en Julia, onlosmakelijk verbonden met bucatini, dikke holle spaghetti.
8190

Wat heb je nodig?

  • Guanciale, in strips of blokjes gesneden
  • 1 ajuin
  • 1 theelepel chilipepervlokken
  • 1 blik San Marzano tomaten
  • Bucatini (of perciatelli)
  • Pecorino romano kaas

Hoe maak je het?

Doe de guanciale in een grote sauspan met dikke bodem en laat zachtjes smelten. Wil je er eerst een klein beetje olijfolie in opwarmen vooraleer je er de guanciale in doet, dat kan maar het hoeft niet.

Wanneer de guanciale zijn vet heeft losgelaten, mag je het vuur lichtjes verhogen en mag je de fijn gesneden ajuin bijdoen en de vlokken rode chilipeper. Laat de stukjes ui opwarmen tot ze transparant worden en lichtjes beginnen te bruinen en doe er dan de tomaten bij. Laat de saus even verder sudderen. Proef even en doe er desnoods wat zout bij.

Zet een grote pot water op en kook de bucatini volgens de gebruiksaanwijzingen, maar 1 minuut minder dan voorzien. Haal op het einde 3 tot 4 pollepels water uit de pan, net voor je de pasta afgiet.

Doe de pasta onmiddellijk bij de saus en meng goed dooreen. Dit is hoe we pasta afwerken, door de pasta te laten verder koken in de saus. We trachten ook een juiste balans te vinden tussen pasta en saus, vandaar dat we wat water achter de hand houden om eventueel de saus aan te passen. Dus indien nodig, doe er wat van het kookwater bij.

We doen er nu ook een beetje van de pecorino bij en een straaltje olijfolie voor een perfecte consistentie. Meng nog eens dooreen en verdeel over de borden. Werk af met de overige kaas.

NM.

Toast Champignon

1567

Je hebt het waarschijnlijk al gemerkt maar ik hou van paddenstoelen: van de smaak, van de textuur en ook omdat je er zoveel kan mee doen in de keuken.  Paddenstoelen bevatten namelijk glutaminezuur, een natuurlijke smaakversterker. De paddenstoel is niet echt een groente maar eerder een fungus (zwammen of schimmels), namelijk iets zonder bladeren of wortels. Ze bevatten zowat alles dat goed is voor de mens zoals vele mineralen en vitamines en een goede hoeveelheid proteïne. En ze bevatten geen suikers, dus ook diabetici mogen ze eten.

Ik koos deze keer voor een snelle hap of voorgerecht op basis van paddenstoelen: een moderne versie van de klassieke toast champignon. We hebben een beetje met de smaken gespeeld en de eerste versie hebben we gemaakt met room, witte wijn en wat toetsen van citroen. Voor de tweede versie hebben we de champignons gebakken met wat look en tijm en hebben we er een krokantje van pancetta aan toegevoegd.

We verwerkten in beide gerechten een selectie van gewone witte champignon de Paris, shiitake (die goed zijn voor de preventie van hartproblemen en kanker, het immuunsysteem versterken, enzovoort), wilde bospaddenstoelen, funghi porcini en oesterzwammen. Deze champignons hebben elk hun typische smaak: het zachte van de oesterwammen, de sterk rokerige smaak van de shiitakes (hij ruikt zoals hij smaakt) en de geurige aardse smaak van de porcini.

En we zijn in een goede bui, dus stellen we twee versies voor, en je hoeft er niet voor bij te betalen. Veel plezier met dit snelle gerecht waarvoor je echt niet veel ingrediënten nodig hebt.

Versie 1

1618

Wat heb je nodig?

  • 350 gram gemengde champignons (shiitake, wilde bospaddestoelen, oesterzwam, witte champignons, …)
  • Toast of baguette
  • Zeste en sap van 1 citroen
  • Witte wijn
  • Platte peterselie
  • room
  • Pijnboompitten

Hoe maak je het?

Rooster de pijnboompitten in een droge pan tot ze mooi bruin zijn.

Warm de olijfolie op in een grote pan. Kuis de champignons en snij ze in beetgare stukken. Bak ze ongeveer 2 minuten in de hete olijfolie. Doe er een klein klontje boter bij. Blus met 1 EL citroensap, wat room en een goede scheut witte wijn. De zeste van de citroen mag er ook bij. Laat het vocht wat reduceren en de room wat ingedikt is.

Werk af met de platte peterselie en de geroosterde pijnboompitten en dresseer op de toast of geroosterde baguette.

Versie 2

1589

Wat heb je nodig?

  • Toast of geroosterd brood
  • Pancetta, prosciutto of een ander soort spek
  • 350 gram gemengde paddenstoelen
  • 1 teentje look
  • Tijm
  • kerstomaatjes
  • Platte peterselie

Hoe maak je het?

Bak de stukken spek, pancetta of prosciutto in wat olijfolie tot ze mooi krokant zijn. Laat ze even uitlekken op wat keukenpapier.

Smelt wat boter en olijfolie in een pan en bak de champignons, samen met een fijn gesnipperd teentje look je mag ook een sjalotje gebruiken). Na ongeveer 3 tot 5 minuten zijn de champignons gaar. Kruiden met peper en zout, wat gedroogde tijm en een paar druppeltjes vers citroensap. Meng wat platte peterselie erdoor en schik op de krokante toast.

Aangepaste wijn

Geef er een glaasje Saint-Véran bij, een verfijnde en elegante witte bourgogne. Saint-Véran is een witte wijn gemaakt op basis van de chardonnay druif en is de laatste bourgognewijn vooral deze overgaat in Beaujolais. Je smaakt fruit en geroosterde amandelen en hij heeft een krachtige afdronk, dus ideaal met deze toast champignon.

NM.