Tag Archives: mosterdpoeder

Duivelse kalfsniertjes

Tijdens het wijnfestival zal Benoît Couderé van Carrefour vijf van mijn recepten van een passende wijn voorzien. Deze wijnen kan je in de Carrefourhypermarkten vinden. Deze duivelse kalfsniertjes zijn een delicatesse, maar ik weet nooit goed welke wijn hierbij serveren. De wijnsuggestie van Benoît – een verfijnde Bordeaux Château Roc de Cazade vind je hieronder.

Duivelsaus

In de tijd dat de dieren nog konden spreken was duivelsaus een klassieker. Om de saus wat kruidiger of pikanter  te maken werd ze geduiveld, Zo kennen we de duivelsaus die bij vis werd geserveerd  en waaraan peperbollen en cayennepeper werden toegevoegd. Uit Engeland kwam de duivelsaus die bij vlees werd geserveerd en waar Worcestersaus of worcestershiresauce (zie artikel) en mosterdpoeder werd bijgedaan. Deze “devilling” techniek  komt uit het Victoriaanse tijdperk. Een typisch ontbijt in die tijd waren de geduivelde lamsnieren. En die staan vandaag op het menu.

Je kan voor deze bereiding kiezen uit lamsnieren of de meer verfijnde kalfsnieren. Zorg dat de nieren vers van de beenhouwer komen. Verwijder de fijne vliezen en de stukken vet en snij de nieren in schijfjes of in grotere stukken. Dat is volgens je eigen voorkeur, maar het heeft wel een invloed op het bakken van de niertjes. Ze moeten rosé gebakken zijn, want anders krijg je rubber.

Om de niertjes en de saus te ‘duivelen’ gebruiken we mosterdpoeder van Colman’s mustard powder, dat een beetje pittiger is dan ons mosterdpoeder. Ik durf er zelfs een beetje Engelse mosterd bijdoen, om de saus nog wat scherper te maken. De Worcestershire sauce voegt nog wat meer zoetzure pit toe en wil je echt een nog intensere smaak, dan kan je er een stukje ansjovis of wat anjovis essence bijdoen. Om het geheel af te maken fruiten we een sjalot samen met de niertjes.

De wijnsuggestie van Benoît Couderé van Carrefour

Tijdens het wijnfestival zal Benoît vijf van mijn recepten van een passende wijn voorzien. Deze wijnen kan je in de Carrefourhypermarkten vinden.

Château Roc de Cazade  Bordeaux ‐ Rood

Druiven: Merlot (60%), Cabernet Franc (20%) en Cabernet Sauvignon (20 %)
Alcohol : 12.5 %

Deze verfijnde Bordeaux met toetsen van blauw fruit en cassis en goed aanwezige fijne tannines is ideaal om de smaak van deze kalfsnieren – een delicatesse op de voorgrond te brengen. Deze mooi evenwichtige wijn met lange afdronk is een bewaarwijn – un vin de garde – die nu al kan rivaliseren met de grote Bordeaux.

Wat heb je nodig? 

  • Lams- of kalfsnieren
  • 25 gram bloem
  • cayennepeper
  • verse peper van de molen
  • een snuifje zout
  • een sjalot, fijn gesnipperd
  • platte peterselie
  • 1 theelepel mosterpoeder
  • Worcestershire sauce
  • boter
  • witte wijn (of kippenbouillon)

Hoe maak je het?

Kuis de niertjes op en snij ze in stukken (zie boven). Dep ze droog met keukenpapier en bestrooi ze met wat bloem, waar je wat peper, cayennepeper en zout hebt bijgedaan. Zo krijg je een krokant korstje. Ik marineer ze nooit en maak ze dus altijd au naturel.

Smelt de boter in een grote pan. Wanneer het schuimt verdwijnt mogen de bebloemde niertjes en de fijn gesnipperde sjalot in de pan. Bak deze in ongeveer tien minuten gaarop een hoog vuur.

Bestrooii met een eetlepel bloem en voeg er geleidelijk aan de witte wijn (of bouillon) bij. Schud even aan de pan zodat je een goede basis hebt om de geduivelde saus verder af te werken.  Vervolgens mogen de smaakmakers erbij: het mosterdpoeder, de mosterd en wat druppeltjes Worcestershire saus. Kruid met peper en zout en laat ongeveer 5 minuten sudderen tot de saus voldoende is ingedikt. Proef de saus en controleer de kruiding. Werk eventueel af met een paar druppeltjes vers citroensap. Werk af met fijn gesnipperde platte peterselie en serveer op een mooi stuk brood.

NM.

 

Duivelse niertjes

Duivelsaus

In de tijd dat de dieren nog konden spreken was duivelsaus een klassieker. Om de saus wat kruidiger of pikanter  te maken werd ze geduiveld, Zo kennen we de duivelsaus die bij vis werd geserveerd  en waaraan peperbollen en cayennepeper werden toegevoegd. Uit Engeland kwam de duivelsaus die bij vlees werd geserveerd en waar Worcestersaus of worcestershiresauce (zie artikel) en mosterdpoeder werd bijgedaan. Deze “devilling” techniek  komt uit het Victoriaanse tijdperk. Een typisch ontbijt in die tijd waren de geduivelde lamsnieren. En die staan vandaag op het menu.

De liefhebbers van slachtafval (zie rubriek quinto quarto voor meer recepten) zullen deze delicatesse enorm waarderen, de haters daarentegen, ja, die moeten maar even hun ogen dichtdoen.

Je kan voor deze bereiding kiezen uit lamsnieren of de meer verfijnde kalfsnieren. Zorg dat de nieren vers van de beenhouwer komen. Verwijder de fijne vliezen en de stukken vet en snij de nieren in schijfjes of in grotere stukken. Dat is volgens je eigen voorkeur, maar het heeft wel een invloed op het bakken van de niertjes. Ze moeten rosé gebakken zijn, want anders krijg je rubber.

Om de niertjes en de saus te ‘duivelen’ gebruiken we mosterdpoeder van Colman’s mustard powder, dat een beetje pittiger is dan ons mosterdpoeder. Ik durf er zelfs een beetje Engelse mosterd bijdoen, om de saus nog wat scherper te maken. De Worcestershire sauce voegt nog wat meer zoetzure pit toe en wil je echt een nog intensere smaak, dan kan je er een stukje ansjovis of wat anjovis essence bijdoen. Om het geheel af te maken fruiten we een sjalot samen met de niertjes.

Serveer dit alles op een mooi stuk toast of geroosterd brood en geef er een Vedett IPA van Moortgat bij (of een Guinness Black Velvet).

Wat heb je nodig? 

  • Lams- of kalfsnieren
  • 25 gram bloem
  • cayennepeper
  • verse peper van de molen
  • een snuifje zout
  • een sjalot, fijn gesnipperd
  • platte peterselie
  • 1 theelepel mosterpoeder
  • Worcestershire sauce
  • boter
  • witte wijn (of kippenbouillon)

Hoe maak je het?

Kuis de niertjes op en snij ze in stukken (zie boven). Dep ze droog met keukenpapier en bestrooi ze met wat bloem, waar je wat peper, cayennepeper en zout hebt bijgedaan. Zo krijg je een krokant korstje. Ik marineer ze nooit en maak ze dus altijd au naturel.

Smelt de boter in een grote pan. Wanneer het schuimt verdwijnt mogen de bebloemde niertjes en de fijn gesnipperde sjalot in de pan. Bak deze in ongeveer tien minuten gaarop een hoog vuur.

Bestrooii met een eetlepel bloem en voeg er geleidelijk aan de witte wijn (of bouillon) bij. Schud even aan de pan zodat je een goede basis hebt om de geduivelde saus verder af te werken.  Vervolgens mogen de smaakmakers erbij: het mosterdpoeder, de mosterd en wat druppeltjes Worcestershire saus. Kruid met peper en zout en laat ongeveer 5 minuten sudderen tot de saus voldoende is ingedikt. Proef de saus en controleer de kruiding. Werk eventueel af met een paar druppeltjes vers citroensap. Werk af met fijn gesnipperde platte peterselie en serveer op een mooi stuk brood.

NM.

 

Miso Mosterd Botersaus

6463

Miso is een pasta van (meestal) sojabonen, zeezout waaraan koji-kin wordt toegevoegd, een specifieke schimmel die het fermenteren start. Afhankelijk van de basis krijg je verschillende miso’s, namelijk zwarte kuro-miso – op basis van sojabonen, rode akamiso – op basis van gerst en witte shiro-miso – op basis van rijst. Velen zullen hun neus ophalen voor miso, maar eens je het hebt leren gebruiken, wordt het gegarandeerd iets dat je blijft in je koelkast houden. Je kan er echt veel mee doen en die intense smaak blijft je altijd bij.

De witte shiro-miso is de minst gefermenteerde en minst zoute van de drie en heeft de meest subtiele smaak. We hebben een tijdje geleden al een pesto van witte miso gemaakt. Vandaag maken we een werkelijk sublieme saus met witte miso. Ere wie ere toekomt, deze uitvinding is van de hand van chef Jean-Georges Vongerichten, al jaar en dag een ikoon  in New York, waar hij enkele met sterren bekroonde restaurants runt. Hij opende een paar jaar geleden Prime Steakhouse in The Bellagio Hotel in Las Vegas, en daar kan je deze verrukkelijk saus proeven.

De miso mosterd botersaus? Ze is goed, heel goed. Ongelofelijk goed zelfs en één van die dingen die better worden naarmate je ze meer gaat proberen. Het is een unieke mix van smaken: de rijke smaak van sojasaus en witte miso, een vleugje citrus van de limoen en wat zoete toetsen van de ketsap manis.

Wat heb je nodig?

  • ⅓ cup soja saus
  • ¼ cup witte miso
  • 2 theelepels  mosterdpoeder
  • 1 theelepel ketsap manis
  • ¼ theelepel gerookt zoet paprikapoeder
  • Zeste van 1 limoen
  • zout en peper
  • Ongezouten boter, in blokjes gesneden en koud

Hoe maak je het?

Neem een sauspan en doe er de witte miso, sojasaus, mosterdpoeder, paprika, de zeste van de limoen en de ketsap manis in. Warm dit op een middelhoog vuur al roerend op, tot de bubbels verschijnen.

Haal de pan van het vuur, roer met een garde en voeg er blokje na blokje de boter bij, tot je de juiste consistentie hebt. Kruid af met zout en vers gemalen peper en nappeer over de steaks.

NM.

BBQ saus op basis van ciderazijn en perziken

3402

Terwijl het een beetje wachten is op de echte zomer en de momenten waarop we de barbecue kunnen aansteken zonder risico op een regenbui, een recept voor een BBQ saus. Deze saus en marinade kan je trouwens ook binnenshuis gebruiken.

Elk jaar ontwikkelen we minstens één nieuwe barbecuesaus en een paar kruidenmengelingen (rubs). Kijk maar eens in het archief onder “Rubs, Kruidenmixen, Vinagrettes en sausen” en je zal zeker je gading vinden. De rub voor deze zomer hebben we al gepubliceerd, de barbecuesaus nog niet. We kozen deze keer voor een BBQ saus op basis van ciderazijn. BBQ saus op basis van azijn is heel populair in North Carolina. In het oosten van de staat hebben ze dan weer een heel ander type saus. De Lexington style versus Eastern style is een vete over BBQ saus die al jaren (sinds begin de jaren 1800) aan de gang is en waarschijnlijk nooit zal opgelost raken. Elk heeft zijn eigen fanatieke aanhang en de recepten zijn zelfs wet geworden.

Zo gek zal het bij ons niet worden. In ieder geval, in deze typische Carolina BBQ saus zit geen tomaat, maar wel azijn en perzik. Het geeft je vlees – vooral varkensvlees – een rijke, diepe licht zoetzure smaak. De chilipeper zorgt voor een beetje pikant. Experimenteer er mee en ik verzeker je dat je niet zal ontgoocheld zijn. Hoe gebruik je de saus? Wel heel eenvoudig, de saus serveer je bij gebakken vlees, maar ze dient ook om je vlees mee in te wrijven vooraleer het op de grill gaat of terwijl het roostert. Borstel flink wat saus op je vlees en herhaal wanneer je het stuk vlees omdraait. De saus is nogal dun en lopen en penetreert diep in het vlees. Deze saus past best bij varkensvlees en meer bepaald bij ribben en pulled pork (zie recept), omdat het zuur van de azijn het mondgevoel van (vet) varkensvlees neutraliseert. Je kan deze BBQ saus ook je gebruiken als je vlees gaat roken.

Wat heb je nodig?

  • 1 1/2 cup ciderazijn (appelciderazijn)
  • 1 cup puree van perziken
  • 6 teentjes look, geplet
  • 2 EL Worcestershire sauce (zie artikel)
  • 4 theelepel mosterdpoeder
  • 3/4 theelepel rode chilipeper vlokken
  • Zout

Hoe maak je het?

Pureer een viertal rijpe perziken en doe er een klein beetje suiker bij.

Neem een pan met zware bodem en doe er de azijn, de puree van perziken, de look, de Worcestershire saus, mosterdpoeder, de rode chilipepervlokken en een snuifje zout in. Breng langzaam aan de kook en verminder dan het vuur. Laat rustig sudderen zodat de saus kan indikken. Roer af en toe eens om. Dit duurt ongeveer 8 tot 9 minuten. Laat afkoelen en bewaar in gesteriliseerde flessen of potten.

De saus serveer bij je vlees van de BBQ, maar gebruik de saus ook om je vlees mee in te wrijven vooraleer het op de grill gaat.

NM.

 

Pulled pork

0043

Geduld is een schone deugd want om deze heerlijkheid te bereiden mag je op een goede zes uur rekenen. Maar het lange wachten wordt beloond, want het resultaat is meer dan de moeite waard. We kozen voor een grote varkensfilet – je kan ook een volledige varkensschouder nemen – die we een nacht laten rusten in een droge marinade en die we dan zeer langzaam op lage temperatuur laten garen. Het vlees is na de volledige kooktijd zo gaar dat je het zonder enige moeite van elkaar kan trekken.

Ideaal is om deze kooktechniek toe te passen op grote stukken vlees zoals een grote varkensschouder of een groot stuk varkensgebraad VLandschoot_logo Perka - Copy(carré). Een grote varkensschouder is dus ideaal als je vrienden of familie over de vloer krijgt, want het is een grote hoeveelheid vlees natuurlijk.  Voor zulke grote stukken vlees gaan we zoals gewoonlijk bij onze vaste leverancier voor topkwaliteit varkensvlees, namelijk Vleeshalle Van Landschoot G.& Zn. (Prins Boudewijnlaan 22 te 9991 Adegem – Tel.: +32 50 729544).

Een tweede tip is om het stuk vlees lang genoeg te laten ‘trekken’ in een mengeling van zout en suiker, zodat ze beide hun werk kunnen doen. De volgende morgen mag je de mengeling verwijderen en dan mag de marinade (de glazuur) erop. We kozen voor een evenwichtige mengeling van zoet (de maple syrup of esdoornsiroop) en pittig (mosterd en mosterdpoeder). Zowel de droge rub als de marinade zorgen ervoor dat de smaken diep in het vlees penetreren en niet enkel aan de buitenkant blijven. En de suiker zorgt natuurlijk voor het karameliseren. Het resultaat na zes uur garen is een diepe, intense smaak.

Serveer deze pulled pork als lunch met een pittige sla van rode kool, zoals in het originele recept of in een broodje. En zoek je nog een lekkere saus om er bij te serveren, ga dan voor deze BBQ saus op basis van ciderazijn en perziken (zie recept).

3410

Wat heb je nodig ?

  • 1 varkensgebraad (filet)
  • 200 gram zeezout (ik gebruikte Maldon Sea Salt Flakes)
  • 300 gram licht bruine Muscovado suiker
  • 100 ml AA Maple syrup
  • 100 gram graanmosterd
  • 2 EL Colman’s mosterdpoeder

Hoe maak je het ?

Leg het varkensgebraad op een serveerschotel of braadslede die groot genoeg is. Meng het zout en 200 gram suiker en wrijf dit over het varkensgebraad. Dek af met plastiekfolie en laat een nacht intrekken in de koelkast. Je kan eventueel ook een grote plastiekzak gebruiken.

De volgende dag haal je het varkensgebraad uit de koelkast. Verwijder het suiker-zoutmengsel met keukenpapier. Je zal zien dat de kleur van het vlees en de textuur veranderd is.

Verwarm de oven voor op 140 graden. Meng de overblijvende suiker met de maple syrup, de mosterd en het mosterdpoeder. Wrijf het varkensgebraad in met de helft van dit mengsel. Leg de varkensschouder in een braadslede, bij voorkeur op een rooster. Zet nu weg in de oven gedurende 6 uur. Draai halverwege om en breng gedurende het laatste uur het overblijvende mosterd-suikermengsel aan.

Na 6 uur controleer je de gaarheid maar vermoedelijk is het varkensgebraad nu al botermals. Indien je twijfelt, gebruik een thermometer.

Haal het varkensgebraad uit de oven en laat deze 30 minuten rusten, bedekt met aluminiumfolie. De interne temperatuur zal zelfs nog een beetje stijgen. Haal het vet van de vrijgekomen vocht in de braadslede en laat de rest ondertussen inkoken. Voeg er eventueel wat bloem en bouillon bij voor een zoete, diep intense saus.

Je kan nu grote of kleine stukken vlees zonder enige moeite van het varkensgebraad trekken, vandaar de benaming “pulled pork”. Dien onmiddellijk op, overgoten met een lepeltje saus.

NM.

Artisjokblaadjes met de perfecte vinaigrette

0224

De artisjok is door de Arabieren via Andalucia in onze contreien binnengebracht. Het zijn eigenlijk de bloemknoppen van de distelplant. Artisjokken zijn eigenlijk heel mooi van vorm en kleur: van bijna purper tot fel groen, van de grote Israëlische versie tot kleine Franse artisjok, en alles daar tussenin. En toch zie ik veel mensen er straal voorbijlopen in de winkel of er even naar kijken met een groot vraagteken in hun blik: wat doe ik hiermee of hoe begin ik er aan?

Hier een paar weetjes en adviezen om jullie op weg te zetten. Artisjokken vind je tegenwoordig het hele jaar rond maar ze zijn op hun best in de maanden juni en juli. Het is een gesofisticeerde vorm van een salade, maar duurt wel iets langer om klaar te maken. Niet onlogisch, maar hoe groter de artisjok, hoe langer de gaartijd. De grotere durven ook al eens iets bitterder te zijn dan de kleine versie. Ga voor artisjokken die nog heel gesloten zijn.

Stomen of koken?

Je kan de artisjokken stomen of koken in water. De stam of stengel moet er af en voor de rest doe je wat citroen (om het verkleuren tegen te gaan) en zout bij het water. Om te testen of je artisjok gaar is trek je er een blaadje af. Als het er gemakkelijk af gaat is je artisjok klaar. Om echt zeker te zijn moet je wel aan de binnenkant ofwel de dikste kant van het blaadje bijten. Dat is het enige deel van het blaadje dat eetbaar is. Haal de gare artisjokken uit het kookwater en gebruik het kookwater om eieren te koken. Deze krijgen dan een lichtgroene kleur.

Artisjokken eet je volgens de regels van de kunst met de hand. Je trekt er de blaadjes af en schraapt er met je tanden het vruchtvlees van, het onderste vlezige deel. De onderste, buitenste blaadjes zijn de meest ‘ taaie’, maar naarmate je naar de binnenste blaadjes gaat wordt de smaak van de blaadjes fijner en delicater. En ook de zachte bodem – het hart van de artisjok – is een delicatesse.

Er zijn verschillende mogelijkheden om artisjokken te eten. Wij kozen deze keer voor de koude versie, en die heeft enkel een vinaigrette nodig, meer niet. Een klassiek voorgerecht uit de Franse keuken, maar nog steeds heel gesofisticeerd en trendy.

0212

De perfecte vinaigrette

1. De verhoudingen

Een veel gedebatteerd onderwerp, niet alleen over de ingrediënten, de verhoudingen en de manier waarop je ze klaarmaakt. Ik begin altijd met een snuifje zout te laten oplossen in 1 EL witte wijnazijn. Daar worden dan 3 EL olie aan toegevoegd: 2 EL plantaardige olie (meestal zonnebloemolie) en 1 EL olijfolie (liefst “extra vergine” voor de smaak). Je zal zien dat deze mengeling na een paar minuten begint te schiften en dat willen we natuurlijk niet. Een vinaigrette is een onstabiele emulsie, twee vloeistoffen bijeen die eigenlijk niet mengbaar zijn, dus hebben we een bindmiddel nodig.

2. Bindmiddel

In commerciële dressings wordt lecithine gebruikt, een stof die in eigeel zit en gebruikt wordt als je mayonaise maakt (Kijk maar op de verpakking, het zijn de E-nummers van E400 tot E499). Je zou dus eigeel of zelfs koude puree kunnen gebruiken als emulgator, maar de meest populaire zijn miso, tahini, mosterdpoeder en natuurlijk mosterd zelf. Dijon mosterd is de meest natuurlijke partner voor een vinaigrette, omdat het bijkomend voordeel van Dijon mosterd is, dat hij op basis van witte wijnazijn is gemaakt. Je vinaigrette zal daarom dikker zijn en veel langer stabiel blijven. Om de smaak minder zuur en minder zout te maken, kan je er een klein beetje suiker bijdoen, maar ik kies voor honing, omdat deze de smaak van de mosterd versterkt, wat suiker niet doet.

3. Met wat maak je de vinaigrette?

De samenstelling van de vinaigrette zit nu goed, ook de dikte en de stabiliteit, nu nog een woordje over hoe we de vinaigrette maken. Gebruiken we een garde, een blender of gaan we voor de klassieke konfituurpot? Een vinaigrette maken met een garde lukt, maar het is hard labeur en je moet lang genoeg kloppen vooraleer je de perfecte emulsie hebt en je vinagrette stabiel is. Met een blender daarentegen zwier je molecules van de olie en de azijn zo hard uit elkaar dat ze uren nodig hebben om elkaar terug te vinden en je vinaigrette doen schiften. Ideaal voor grote hoeveelheden natuurlijk maar je vinaigrette wordt wel heel dik. Maar ze blijft zo wel enkele dagen stabiel.

Ideaal is nog altijd de methode met de konfituurpot. Meng eerst de andere bestanddelen, vooraleer je er de olie bijdoet. Deze methode is goed voor kleine hoeveelheden en de vinaigrette is minder dik en blijft ongeveer 90 minuten stabiel. En je hebt minder afwas dan de blender methode.

0215

Wat heb je nodig? Voor 4 personen

  • 4 artisjokken
  • Peper en zout
  • 1 citroen, in 4 gesneden

Voor de perfecte vinaigrette

  • 25 ml olijfolie
  • 75 ml plantaardige olie
  • 2 EL Dijon mosterd
  • 25 ml witte wijnazijn
  • Een snuifje zout

Hoe maak je het ?

Verwijder de stammen van de artisjokken en leg ze in een diepe pan. Vul de pan met water, een snuifje zout en de stukken citroen. Breng aan de kook en laat gedurende 40 minuten rustig sudderen. Ik leg een zwaar deksel op de artisjokken, zodat ze onder water blijven. Controleer de gaarheid door een blaadje er af te halen en er op te bijten.

Maak de vinaigrette door alle bestanddelen goed te mengen. Kruiden met peper en zout. Besprenkel de artisjokken met de vinaigrette. Nog een tip: zorg dat de artisjokbladeren droog zijn vooraleer je de vinaigrette er opdoet, want anders gaan ze de vinaigrette afstoten. En wacht sowieso tot het laatste moment om de vinaigrette aan te brengen.

NM.

 

Ariran Guisou

9208

Het is ondertussen berekoud geworden en zowat iedereen is op zoek naar hart- en ledematen verwarmende stoofpotjes. Vandaag gingen we even buiten de landsgrenzen zoeken en kwamen we terecht bij dit stoofpotje uit Honduras. De Hondurese keuken is niet de meest bekende wereldkeuken, maar het is wel een hele interessante. Deze fusiekeuken heeft invloeden ondergaan van de dominante culturen in de regio: de Lenca inboorlingen, de Spaanse keuken, de Caribische keuken, maar ook de Afrikaanse keuken. Ja inderdaad, want de Garifuna bevolking kwam oorspronkelijk – begin 1700 – uit wat we nu Nigeria noemen. Dus zij die vertrouwd zijn met de keuken uit West- en Centraal Afrika zullen dit stoofpotje wel kennen. De marinade zorgt voor de diepe, intense smaak van deze ariran guisou, het limoensap voor de friszure toets en de specerijen voor de scherpte. Toch zitten er wat zoete elementen in, die je nog kan versterken door dit stoofpotje te serveren met rijst waaraan je kokosmelk hebt toegevoegd. Smakelijk, want warm krijg je er zeker van.

Wat heb je nodig?

  • 750 gram kalfsvlees (of kip)
  • 80 ml vers limoensap
  • 250 ml kippenbouillon
  • 1 ajuin
  • 3 teentjes look
  • 1 rode paprika
  • 3 theelepels Worcestershire saus
  • 2 theelepels suiker
  • 2 theelepels mosterdpoeder
  • 1½ theelepel vers gemalen zwarte peper
  • 1 theelepel kurkuma
  • ½ theelepel komijnpoeder
  • zout
  • Plantaardige olie

Hoe maak je het?

We beginnen met de marinade. Snij het kalfsvlees (of de stukken kip) in beetgare stukken. Neem een grote kom en doe er alle ingrediënten voor de marinade in: limoensap, Worcestershire saus, mosterdpoeder, suiker, peper, zout, kurkuma, komijnpoeder, de fijn gesnipperde teentjes look en ajuin, de paprika en het vlees. Dek af met plastiekfolie en laat minstens een uur rusten in de koelkast. Liefst een ganse nacht zodat het vlees de marinade goed opneemt en je stoofpotje veel intenser wordt.

De volgende dag laat je de marinade uitlekken en dep je het vlees droog. Verwarm een eetlepel olie in een grote pan met zware bodem bak de stukken kalfsvlees (of kip) mooi goudbruin. Haal uit de pan en zet even opzij.

Haal de stukken ajuin, look en paprika uit de marinade en stoof deze een paar minuten aan. Deglaceer met de kippenbouillon en het resterende vocht van de marinade. Verminder het vuur en laat het vlees mee sudderen tot het gaar is. Dit duurt ongeveer 15 minuten. Dien warm op met witte of bruine rijst, waaraan je wat kokosmelk hebt toegevoegd.

NM.