NULLAM GOES MATERA (Italië)

Matera, stad van de Sassi, is de Culturele Hoofdstad van 2019

Matera mag zich in 2019 – samen met de Bulgaarse stad Plovdiv – Culturele Hoofdstad van Europa noemen. Dat op zich is al een reden om Matera te bezoeken. Maar Matera is nog omwille van veel andere redenen uniek. Wij gingen er op citytrip en laten jullie meegenieten van iets heel uniek.

Het kleine stadje in Basilicata wordt al zo’n 35.000 jaar onafgebroken bewoond. Het is daarmee een van de oudste steden ter wereld en een van de eerste plaatsen waar mensen zich in Italië in de prehistorie vestigden.

Wie Matera zegt, zegt grot- of rotswoningen, ‘Sassi‘ genoemd. De Sassi vormen een soort stad onder de stad – een Citta Sotteranea – en worden nog altijd bewoond of gebruikt als restaurant, museum, winkel, galerie of hotel. Matera ligt op een berg en deze ruimtes zijn uit de rotsen uitgehouwen – laag per laag en van boven naar beneden. Heel uniek, want als je door Matera wandelt, loop je eigenlijk altijd op iemand zijn dak. Dat kan je zien omdat er hier en daar een soort dakvenster uitsteekt, zodat er toch wat licht naar binnen kon.

Voor een volledig fotoalbum klik je hier.

Matera als filmdecor

Deze Sassi zijn de reden waarom Matera als allereerste plaats in Italië in 1993 op de Lijst van Werelderfgoederen van Unesco belandde. En de Sassi dienden als decor voor een groot aantal op de Bijbel geinspireerde films zoals The Passion of Christ (met Mel Gibson), The Young Messiah, King David en Ben Hur.

En daar zijn de inwoners van Matera heel fier op. De huisjes in een groot aantal lagen zijn niet meer bewoond, omdat het niet meer hygienisch was. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werden de Sassi een probleem. Er woonden teveel mensen in de grotten, de sanitaire voorzieningen waren onvoldoende en de woningen werden een broeihaard van ziektes. Vandaar dat eind van de vorige eeuw een groot aantal huisjes door de overheid onbewoonbaar verklaard werden en de bewoners werden verkast naar moderne blokken in het nieuwe stadsgedeelte van Matera. Toen ik op verkenning was door Matera kwam ik een oudere man tegen, die tegen zijn zin had moeten verhuizen, maar nog elke dag zijn oud – nu leegstaand huisje kwam bezoeken. Een schrijnend verhaal.

Een wandeling door de Sassi

Matera is gebouwd tegen een steile helling, boven een kloof gevormd door de Bassento rivier. De uitgehouwen grotten in de rotswanden worden al duizenden jaren bewoond. De Sassi zijn een perfect voorbeeld van hoe bouwwerken een harmonieus geheel kunnen vormen met de omgeving.

Je kan dus een groot deel van deze rotswoningen bezoeken. De Sassi worden verdeeld in twee groepen: de Sasso Barisano met rotswoningen die nu dienst doen als restaurant, winkel, cafeetjes en hotels en de Sasso Caveoso waar je het grotleven het beste kan zien.

Ga zeker eens binnen in Casa Noha, een museum met multimediale projectie die je de geschiedenis van de Sassi toont; en de Casa Grottadi Vico Solitario.

De kathedraal van Matera

De kathedraal ligt op de top van de Civitas heuvel en torent boven Matera uit. De kathedraal stamt uit de dertiende eeuw en ligt precies tussen de Sassi Barisano en Sassi Caveoso in waardoor je op beide delen van de stad en de wijde omgeving een fenomenaal uitzicht hebt.

De Grotkerken van Matera (Chiesi rupestri)

Er werden niet alleen woningen in de grotten ingericht, maar ook hele kerken. Dat gebeurde vooral in de Middeleeuwen toen monniken op de vlucht sloegen voor vervolgingen in het Byzantijnse Rijk en hun toevlucht zochten in de grotten van Matera. Ze maakten er een soort gebedscentra van. Onder de kerken creëerden ze een hele wereld van kapels, heiligdommen, kloosters en cryptes. Het interieur van deze grotkerken is vaak schitterend gedecoreerd.

Matera en omgeving telt maar liefst 150 van dit soort kerken. Je kan er verschillende bezoeken. St. Peter Barisano, Saint Lucia alla Malve, Santa Maria de Idris, Chiesa di Madonno della Virtu, Chiesa di San Nicola del Greci en de vier kerkjes Il Convincio di Sant’Antonio zijn enkele mooie voorbeelden.

De Palombaro Lungo

Palombaro Lungo is een groot waterreservoir onder het centraal gelegen Piazza Vittorio, aangelegd in 1846. Het indrukwekkende vijftien meter diepe reservoir voorzag de inwoners van Matera van water. Het reservoir is een onderdeel van een uiterst ingenieus systeem van tunnels, kanalen en grotten.

Tot zover een aantal van de bekendste plekjes in Matera.

NM.

In the Mix Cynar Spritz

Artisjok

De verborgen parel onder de bitters – amari – is Cynar, een kruidige, bitterzoete Italiaanse drank op basis van artisjok. De klassieke Cynar Spritz maak je met gelijke delen (50 ml) Cynar, prosecco en sodawater. Deze Spritz op zich is al een unieke smaakcombinatie, heel eigenzinnig en verrassend van smaak. Maar we gaan nog een stapje verder.

Cynar werd in Italië gelanceerd in 1952. Ondernemer Angelo Dalle Molle experimenteerde met cynarine, een bittere stof uit de wortels en bladeren van artisjok. Hij verfijnde de smaak met 13 kruiden en planten tot een diepbruine bitterzoete likeur. Cynar was geboren en zag zijn succes snel uitbreiden over de landsgrenzen. 

Italiaanse kruidenlikeuren – amaro (mv amari) – bieden ons heel wat mogelijkheden als hoofdingrediënt of als subtiele en bittere toets in cocktails. Voor deze spritz gaan we de unieke smaak van Cynar uitspelen in een combinatie van bitter, zoet en zuur, door citroensap en orgeat siroop (zie artikel) toe te voegen aan de basisingrediënten. We laten het sodawater vallen en voegen een eiwit toe voor de fluwelen textuur. Want het mondgevoel is heel belangrijk.

After dinner spritz

Het is resultaat is een verfijnde smaakbom met Cynar, dat we omwille van de textuur en iets steviger smaak eerder als een after dinner spritz serveren.

Wat heb je nodig?

  • 30 ml Cynar
  • Prosecco of Champagne
  • 1 eiwit
  • 30 ml citroensap
  • 15 ml orgeat

Hoe maak je het?

Doe alle ingrediënten met uitzondering van de prosecco in de shaker. Goed dry shaken. Dan ijsblokken bij doen en nog eens goed shaken, zodat je een mooi zijdewitte schuimlaag hebt. Giet in een vooraf gekoeld glas een laagje prosecco of champagne. Top op met de Cynar cocktail.

NM.

Kip Scampi of Scampi Kip?

De hinderlaag op zaterdag

Ik hou van de zondagse lunch traditie met familie of vrienden. Allemaal gezellig rond de tafel genieten van een familiegerecht. Mijn familie weet na al die jaren dat dit een hinderlaag is, omdat ik ze dan al op zaterdag lastig val met de vraag wat ze op het menu willen. Deze heel onschuldige vraag kan de rust van een zaterdagmorgen volledig verstoren, net zoals een totaal onverwachte donderslag bij heldere hemel. De gelukkigen weten op tijd weg te lopen en zich te verstoppen. De ongelukkige overblijvers lees slachtoffers weten niet waar gekropen, om toch maar niet te moeten antwoorden. Niet dat ze die zondagse lunch niet graag hebben, integendeel, maar niemand wil de verantwoordelijkheid nemen om het menu te kiezen.

Ja maar we zijn maar met zeven

Goed, ik weet dat ik het nogal moeilijk heb met porties en dat ik mij in zulke omstandigheden nog al eens laat gaan. “Ja maar we zijn maar met zeven”, terwijl er genoeg eten voor een half dorp is. Ik ben daarin gelukkig “veel” verbeterd, alhoewel ik vermoed dat niet iedereen het hiermee eens zal zijn. Het gebeurde dan ook wel eens dat ik teveel eten voorzag en daarom maar wat extra mensen uitnodig. Logisch toch?

Goed, een lange uitleg om tot de kern van de zaak te komen, namelijk het menu van de zondagse lunch zal een al dan niet eenvoudig familiegerecht zijn, zoals bijvoorbeeld een Sunday Roast of carvery, of iets Italiaans met bijvoorbeeld pasta of ovengeroosterde aardappelen.

Kip alla scampi diabolique

We kozen deze keer voor een ideaal familiegerecht, dat gemakklijk voor een grote groep te maken is. Ik heb dat ooit eens gegeten in de Verenigde Staten in een Italiaans restaurant. Maar heb het nog nooit op een menukaart in Italië gezien. Dus vermoedelijk is het een gerecht dat daar ‘uitgevonden’ is door de Italiaanse migranten.

Het zijn dunne stukjes kipfilet die we echter gaan klaarmaken zoals scampi, een beetje in de stijl van onze scampi diabolique (fra diavolo) – zie recept. Het resultaat is malse stukjes kip, met een looksaus met stukjes rode paprika. Heel lekker met pasta.

Wat heb je nodig?

  • 4 kippenfilets
  • 2 eieren
  • bloem
  • olijfolie
  • 2 rode paprika’s
  • 4 teentjes look
  • 500 ml kippenbouillon
  • 250 droge witte wijn
  • 4 EL boter
  • platte peterselie

Hoe maak je het?

Snij de kippenfilets in dunne strips. Kruiden met peper en zout. Neem twee kommen waarvan je er een vult met de licht opgeklopte eieren en een snuifje zout. In de andere kom gaat de bloem. Haal de stukjes kip door het eimengselen vervolgens door de bloem. Leg op een serveerschaal.

Verwarm wat olijfolie in een grote braadpan en bak de stukjes kip tot ze mooi goudbruin zijn (desnoods in verschillende beurten). Haal uit de pan en laat onder alumiumfolie rusten.

Verwijder het overtollige vet uit de pan en eventuele aanbaksel. Verwarm terug een lepel olijfolie en bak nu de in fijne strips gesneden rode paprika op een middelmatig vuur. Na een vijftal minuutjes mogen de fijn gesnipperde teentjes look erbij. Blijf goed roeren en kook tot alles gaar is.

Je mag er nu nog een lepel bloem overstrooien, dit om de saus te binden. Meng goed onder de stukjes paprika en look. Blus met de witte wijn en maak de aanbaksels lost. Doe er nu ook de bouillon bij en verhoog het vuur zodat de saus kan indikken.

Afhankelijk van je vuur duurt dit een goede 5 minuten. Dus je kan ondertussen de pasta koken.

Wanneer de saus is ingedikt mogen de stukjes koude boter erbij. Zo krijg je een mooi glanzende saus. En mogen de stukjes kip er terug bij. Laat alles nog eens goed doorwarmen. Controleer de kruiding. Strooi er de fijn gesnipperde platte peterselie over. En serveer met de warme pasta.

NM.

Munt chutney

Vandaag een recept waarmee we veel mensen zullen plezieren. Althans, dat hopen we, want we kregen de laatste tijd veel dezelfde vragen binnen. Zoals wat doe je met een overschot aan munt, en daarnaast ook enkelen die op zoek waren naar een alternatieve dip of BBQ saus.

Met deze chutney van munt vangen we twee vliegen in één klap. Iedereen die een muntplant heeft weet dat die ontzettend snel groeien, in ieder geval sneller dan jij mojitos of mint juleps kan maken. Dus gaan we het surplus aan munt verwerken in een lekkere dip en BBQ saus, namelijk de chutney van munt. We geven je een recept voor een eenvoudige munt chutney die heel lekker is bij gegrild lamsvlees maar die ook dienst kan doen als marinade voor je lamsvlees.

Wat heb je nodig?

  • 100 gram verse muntblaadjes
  • 1 pakje korianderblaadjes
  • 3 teentjes look
  • 1 stukje gember van ongeveer 3 cm
  • 2 chilipepers
  • 2 theelepels komijnzaadjes (vooraf droog roosteren)
  • het sap van 1 citroen

Hoe maak je het?

Alle ingrediënten mogen in de blender. Er mag een goede snuif zout bij en een EL koud water. Pureer tot je een ‘chunky’ chutney hebt.

Controleer de kruiding en pas aan indien nodig. Bewaart ongeveer 2 tot 3 dagen in de koelkast.

TIP: Je kan je lamsvlees op voorhand in de chutney marineren.

NM.

In the Mix Morning Glory Fizz

Twaalf weken lang krijg je in De Zomer Van Nullam fizzes en spritzes, verfrissende drankjes met een laag alcoholpercentage (Low ABV). Want dat is de nieuwe trend. Ter herinnnering Fizzes zijn drankjes die bruisen. Het drankje dat in deze reeks zeker niet mag ontbreken is de Morning Glory Fizz.

Op wat slaat die Morning Glory?

Morning Glory naar het Nederlands vertaald is ochtendglorie, maar – ik ben even op zoek geweest – Morning Glory is zoveel meer. Het kan verwijzen naar de naam van een film met Harrison Ford en Diane Keaton. Morning glory is ook vooral een tuinplant die zijn origine heeft in Mexico of Centraal Amerika en waarvan de zaadjes LSD-achtige ervaringen veroorzaken, maar met minder hallucinogene effecten. Morning Glory is ook de naam van een rolwolk (familie van de arcus wolken) en die kan je zien in de zomer, net voor het zwaar gaat onweren. Of het is Vietnamese waterspinazie .

What’s the story morning glory? zong Oasis in 1995 en voor Noel Gallagher  betekende Morning Glory iets heel anders (StuBru).

Harry Johnson

Morning Glory is een cocktail uitgevonden door Harry Johnson, de man ook van de Bijou cocktail. De Morning Glory cocktail dateert van voor 1882, want toen stond hij al vermeld in het boek van Johnson. En meer weten we niet over deze cocktail, tenzij dat hij bedoeld was als middel tegen een kater. Een krachtige blend van whisky en absinthe, met een opgeklopt eiwit tegen de ruwe kantjes en wat soda om het verteerbaar te maken.

Hair of the dog

De Morning Glory is van ongeveer de zelfde tijd van beide Corpse Reviver’s (1862) en de voorloper van de Bloody Mary van Dogma Cocktails. Men was toen blijkbaar heel intensief of zoek naar middelen tegen een kater, the hair-of-the-dog hangover remedies. Veel plezier met deze lekkernij.

Wat heb je nodig?

Hoe maak je het?

Doe alle ingrediënten met uitzondering van de soda in de shaker. Goed dry shaken. Dan ijsblokken bij doen en nog eens goed shaken, zodat je een mooi zijdewitte schuimlaag hebt. Giet in een vooraf gekoeld glas en top op met soda.

NM.

Kokkels met chorizo en sherry

José Pizarro is een Spaanse chef die in Londen ondertussen aan zijn derde restaurant toe is: José Tapas Bar in Bermondsey Street, Pizarro, een boogscheut verwijderd van José Tapas, en José Pizarro in Broadgate Circle. Niet te missen als je naar Londen gaat. Leuke en interessante man, ook omdat hij een heel verrassende carrière switch maakte: van tandarts tot chef. Hij heeft ondertussen ook al een aantal kookboeken geschreven.

Het recept voor vandaag komt uit zijn AndalusiaRecipes from Seville and Beyond, zijn laatste boek. We maken dus clams – vongole – kokkels klaar met chorizo. Ik ben een absolute liefhebber van kokkels en heb al heel wat varianten klaar gemaakt. De meeste kan je op Nullam vinden, kijk maar eens in ons archief.

Wat mij in dit gerecht aantrok waren de verschillende smaken: het zilte van de kokkels, het gerookte van de pimentón de la vera, het pikante van de chorizo en de sherry. Gewoon opletten dat de pikante chorizo de delicate smaak van de kokkels niet gaat domineren. Het recept is voor 4 personen.

Wat heb je nodig?

  • 1 kilo kokkels of venusschelpen
  • 75 gram chorizo picante
  • 1 EL olijfolie
  • pimentón de la vera 
  • 1 sjalot, fijn gesneden
  • 1 teentje look, fijn gesnipperd
  • verse tijm
  • 100 ml fino sherry

Hoe maak je het?

Maak de kokkels of venusschelpen mooi door ze te spoelen onder koud water. Voldoende spoelen tot dat het zand is wegespoeld.

Neem een pan met dikke bodem en verwarm een lepeltje olijfolie. Bak de in stukjes gesneden chorizo, tot die zowat gekarameliseerd is. Haal uit de pan en zet even apart.

We fruiten nu de sjalot, de look en een takje tijm in de door de chorizo losgelaten olie. Zachtjes laten fruiten. Je mag er ook de gerookte paprika bijdoen. Wanneer de sjalot en look ongeveer gaar zijn, verhogen we het vuur en doen de kokkels in de pan. Blus met de sherry en zet een deksel op de pan. Af en toe eens op schudden. Je bent klaar als alle schelpen open zijn (ongeveer 3 minuten).

Dien op met wat rustiek brood zodat je in de saus kan dippen.

NM.

GENTS-ITALIAANSE OLIJFOLIE Casa Astrid maakt internationaal furore

 “Toen ik in 2009 in Italië arriveerde, kende ik nog niet eens het verschil tussen een bananenboom en een olijfboom”. Vandaag kaapt de voormalige elektronicatopman, Gentenaar Jean-Luc Decroo (60), met zijn eigen extra vierge olijfolie Casa Astrid – gekweekt in de groene heuvels rond Assisi (Umbrië) – de ene internationale medaille na de andere weg. “Wat begon als een interesse groeide uit tot een hobby, een passie en uiteindelijk een obsessie.” Weldra hoopt Decroo zijn ‘adoptieplan voor olijfbomen’ in New York uit te rollen.

Casa Astrid

Jean-Luc maakte enkele decennia lang het mooie weer als topman in de elektronica business. Maar van de ene dag op de andere was het voor hem helemaal op en wilde hij die ene droom die hij samen met zijn vrouw Astrid koesterde, realiseren: een eigen plekje in Italië. Ze lieten hun oog vallen op een eeuwenoud landhuis in de groene heuvels rond Assisi, Umbrië. Ze doopten het domein tot ‘Casa Astrid’ en begonnen met een zeer ingrijpende renovatie tot B&B. Tijdens de verbouwingen kregen ze van een buurman te horen dat er op het landgoed ooit heerlijke olijfolie gekweekt werd, maar dat de olijfgaard in onbruik was geraakt. Het leek alsof de Gentenaar accuut besmet raakte. Met de hulp van lokale boeren bracht hij de olijfgaard terug in oorspronkelijke staat, vastbesloten om de eeuwenoude traditie nieuw leven in te blazen.

De eerste oogst volgde in 2013. Er werd bijgestuurd, processen verfijnd en héél veel bijgeleerd. En dit jaar mocht de biologische extra vierge olijfolie van Casa Astrid al liefst drie medailles in ontvangst nemen. Zilver in Japan en Goud in New York én Italië. De erkenning uit Italië doet Jean-Luc het meest deugd. Van stilzitten is er uiteraard geen sprake. Na een intensieve cursus is hij sinds dit jaar ook trotse houder van een certificaat van olijfolie sommelier. “Want”, zo zegt hij, “olijfolie is net zo complex en divers in smaak als wijn.”

Wat de olie van Casa Astrid zo uniek maakt?

De olijven worden extra vroeg geplukt, wanneer ze nog groen zijn. Op die manier behouden ze alle oxidanten en vitaminen. Al het goede van de olijfolie komt zo ook effectief in de fles terecht. De olijven zijn amper van de bomen, of ze zitten al in de persen. De eerste 24 uur zijn cruciaal.” Decroo volgt zijn olijven gedurende het hele proces nauwgezet op en waakt streng over de kwaliteit en de zuiverheid van zijn product. “Een olijf wordt onschuldig geboren. Het is aan de boer om die olijf volgens de regels van de kunst te verwerken tot heerlijke olie.” Casa Astrid draagt ook haar steentje bij aan het milieu. De kweek gebeurt nagenoeg volledig biologisch. Alle producten worden ecologisch verpakt. Is je fles leeg dan kan je gewoon een ecologische navulling bestellen. De olie wordt gebotteld in roestvrije stalen flessen om een optimale bewaring te garanderen. “Licht is namelijk één van de grootste vijanden van olijfolie. Een doorzichtige fles is dus een absolute no-go.”

De toekomst?

De komende jaren wil Casa Astrid sterk uitbreiden, tot wel 7.500 bomen. Dat doet Jean-Luc onder andere met de hulp van adoptieouders. Je kan namelijk een boompje adopteren, voor jezelf of als een origineel cadeau. De boom krijgt dan een houten naamplaatje om en de kersverse adoptieouder ontvangt drie jaar lang premium olijfolie van Casa Astrid. Leuk extraatje: je staat tijdens de adoptieperiode steevast in contact met je boompje via WhatsApp. “De boom houdt je met berichtjes en foto’s op de hoogte van haar doen en laten, iedere ‘knipbeurt’ en hoe het met de olijfjes gesteld is. Voor elke geadopteerde boom planten we een nieuw jong boompje voor de volgende generatie. Het concept is een groot succes en ik ben volop bezig om ook mensen in de Verenigde Staten de kans te geven een boompje te adopteren. We gaan dit ontwikkelen met de hulp van enkele culinaire contacten die we legden in New-York.”

A taste of Assisi

Hoeft het nog gezegd dat Jean-Luc niets liever doet dan de passie voor zijn product met anderen te delen? Daarom organiseert hij in oktober, volop in de oogstperiode, een culinaire driedaagse: ‘A taste of Assisi’. Tijdens het bezoek aan Casa Astrid kunnen de gasten de olijfoogst van dichtbij beleven. Als je wil, mag je zelfs een handje toesteken. Je krijgt verder een unieke blik achter de schermen. En natuurlijk hoort het proeven van olijfolie met een echte wijnsommelier, geheel volgens de regels van de kunst, er eveneens bij. Daarnaast word je helemaal ondergedompeld in de culinaire ontdekkingen die de streek van Umbrïe herbergt.

Leuke weetjes

  • De olijfgaard van Casa Astrid telt 1.500 boompjes
  • Italië produceert zo’n 171.000 ton olijven op jaarbasis
  • In een goed jaar geeft één boompje zo’n 1,5l olie
  • In één fles olijfolie van 0,5l zitten ongeveer 7kg tot 12,5kg olijven, afhankelijk van de oogstperiode
  • De oudste bomen van Jean-Luc zijn ongeveer honderd jaar
  • Jean-Luc begint zijn dag steevast met een lepel olijfolie
  • Olijfolie is een bron van vitamine E en antioxidanten

In the Mix Tequila Sage Smash

Of het nu Cinco de Mayo is of Taco Tuesday, National Tequila Day of gewoon maandag of donderdag is, er zijn redenen genoeg om van Tequila te genieten. Het woord Tequila roept een aantal gevoelens op: opwinding, feest vieren maar ook nostalgie. De cijfers bewijzen het, vooral de premium tequila doet het heel goed. Voor National Tequila Day – 24 juli – halen we de ultra premium Tequila Patrón Silver boven.

Wat is een smash?

De definitie van een smash is eigenlijk semantiek. Het is een cocktail waarmee je enorm kan variëren en de seizoenen volgen. Je hebt ijs nodig voor de afkoeling en de verwatering maar het hoeft niet noodzakelijk in het glas. Je kan seizoensgebonden fruit gebruiken als ingrediënt of als garnituur. Ook met de spirit die je als basis gebruikt kan je vrij variëren. Munt lijkt een voor de hand liggende smaakmaker, maar ook andere kruiden werken. Zoals salie.

Tequila Patrón Silver

Tequila Patrón Silver ABV 40° is een lichte, kristalheldere ultra premium tequila gemaakt van de allerbeste 100% Blue Weber Agave planten. Dit resulteert in een lichte en heldere tequila met een fruitig karakter en zachte toetsen van citrus. Leuk om mee te mixen, denk maar aan de Margarita cocktail (zie recept). Patrón tequila is één van de best verkopende premium tequila’s ter wereld, en wordt volledig met de hand vervaardigd (van agave tot bottelen). De flessen zijn allen hand geblazen en genummerd. Dit unieke productieproces maakt Patrón kwalitatief gezien tot één van de beste tequila’s wereldwijd.

Tequila Sage Smash

Deze variant van de klassieke smash maken we met tequila en salie. De pittige aroma’s van de salie en het limoensap accentueren het smaakprofiel van de Tequila Patrón Silver. Een smash maken is dus heel eenvoudig: kneus de salie met de stukjes limoen zodat de aroma’s en sappen vrijkomen, doe er de spirits bij, shaken en klaar. Met als resultaat een drankje dat heel gemakkelijk wegdrinkt. Heel fris maar heel gevaarlijk.

Wat heb je nodig?

  • 3 blaadjes salie
  • 2 stukjes limoen
  • 60 ml tequila
  • 15 ml Cointreau
  • 10 ml agavesiroop

Hoe maak je het?

Het karakteristieke is het ‘smashen‘ en dat gaan we doen door de aroma’s van de salie los te maken, door te muddlen met de stukjes limoen. Laat je dus maar goed gaan.

Voeg er dan de ijsblokken, tequila, cointreau en agavesiroop bij. Goed shaken tot je de juiste afkoeling en verwatering hebt. Giet door een zeef in een rocks of coupette glas.

Werk met een blaadje salie en een strip appelsien.

NM.

Gebakken Krielaardappelen met Dragon Dressing

Dragon is in de Franse keuken een echte klassieker. Dragon wordt onder andere gebruikt om smaak te geven aan warme sausen zoals witte wijnsaus, bearnaisesaus of choronsaus (zie recept).  Om de pittige smaak van de dragon te behouden voeg je de dragonblaadjes best vlak voor het serveren toe en niet tijdens de bereiding.

Maar dragon zorgt ook voor een verfijnde toets in koude sausen, zoals tartaar, vinaigrette, kruidenboter en deze koude dressing op basis van dragon. De dragon zal de smaak van de andere aromaten versterken. Je kan het ook gebruiken om de smaak van andere kruiden te accentueren.

Nog een tip: dragon smaakt fel door, dus met mate gebruiken, zodat het niet gaat overheersen.

Wat heb je nodig?

  • 500 gram nieuwe aardappelen of krieltjes
  • olijfolie
  • 1 EL citroensap
  • 1 teentje look fijn gehakt
  • 2 EL fijn gespipperde dragon
  • 1 theelepel dijon mosterd
  • 2 theelepels kappertjes
  • 1 bussel radijzen
  • een handjevol rucola
  • een handjevol jonge spinazie

Hoe maak je het?

Snij de krieltjes of nieuwe aardappelen overlangs door en leg ze in een ovenschotel. Besprenkel met wat olijfolie. Bak ze af in de oven.
Ondertussen maken we de dressing met de dragon. Doe gewoon alle ingrediënten – uitgezonderd de radijzen – in een blender, samen met een EL koud water.

Pureer tot een gladde massa. Kruiden met peper en zout. Controleer de smaak en voeg wat meer citroensap toe, indien nodig.

Nappeer de borden met de dragon dressing en leg daarop de gebakken patatjes. Versier met de schijfjes radijs en een blaadje rucola. Werk af met een fijn straaltje olijfolie.

NM.

#UNCORKED Karas, witte wijn uit Armenië

Wines Out Of The Boxxx  Tasting

Wines Out Of The Boxxx organiseert twee keer per jaar een gigantische wijntasting. De ideale gelegenheid dus om de wijnkelder aan te vullen en wat nieuwigheden te ontdekken. Zij importeren wijn uit de Balkan, Oost-Europa, New York State, de Nieuwe Wereld, Oostenrijk, Italië, maar daarnaast hebben zij enkele landen met een wijntraditie van meer dan 6.000 jaar in het aanbod: Libanon, Armenië en Georgië. En zo ontdekte ik deze klapper!

Karas Wines – Armenië

Karas Wines is een jong en zeer innovatief wijnbedrijf. Dat moet ook wel als je ervoor kiest om in Armenië wijn te gaan maken. Het terroir is geen probleem. Armenië is één van de oudste wijnlanden ter wereld. Maar in de loop van de twintigste eeuw is veel kennis en ervaring verloren gegaan. Daar heeft Karas Wines iets op gevonden. Ze hebben een jonge Argentijnse wijnmaker in dienst en laten zich adviseren door de wereldberoemde wijnconsultant Michel Rolland.

Karas Wines is in 2003 gestart. Nadat ze de meest geschikte wijngaarden dicht bij de Armeense hoofdstad Yerevan en de berg Ararat hadden gevonden. In totaal 400 hectare op 1.100 meter boven zeeniveau en met een vulkanische bodem. Dus met veel mineralen in de grond en in dit geval ook nog leisteen, klei en steen. Zeer geschikt om wijnen met veel structuur te maken.

Om dat voor elkaar te krijgen is de jonge Argentijnse wijnmaker Gabriel Rogel uit Mendoza aangetrokken. Hij wordt geadviseerd door de bekende wijnconsultant Michel Rolland, die wijnbedrijven in dertien landen adviseert om moderne wijnen te maken.

Karas Wines heeft voor haar witte wijnen Chardonnay, Viognier en de inheemse Kangun aangeplant. Voor rood houden ze het bij de internationale rassen Malbec en Tannat, Syrah, Merlot en Cabernet Franc.

Karas, witte wijn, alcohol 13%

Deze witte Karas is samengesteld uit de volgende druiven: Kangun 50%, Chardonnay 40%, Viognier en Rkatsiteli. Kangun is typisch Armeens en geeft zwoele, kruidige witte wijnen. De Rkatsiteli komt oorspronkelijk uit Georgië en zorgt voor de fraicheur. Daarbij mengen ze Chardonnay en Viognier.

Het resultaat is een zachte, zwoele witte wijn. Met veel perzik, citrus en peer. Bloemig en behoorlijk kruidig. Vrij stevige maar elegante wijn met unieke tanninestructuur en delicate aciditeit die zorgt voor een aangename, langdurige afdronk.

Drinken bij kalfsvlees, bij gegrilde kip of een varkenshaasje. Ook gerechten met een romige saus.

Waar kan je Karas kopen?

Wines Out Of The Boxxx – Zaakvoerder Patrick Dhondt – Bosstraat 5 9840 De Pinte

#Uncorked

Een passie voor koken

Nullam Microwaveum brengt je tijdens de lente nieuwe gerechten, heerlijke drankjes tips voor uitstapjes in binnen- en buitenland! Blijf op de hoogte en like de facebook pagina! Bedankt daarvoor.

WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com